Beekdal Peizerdiep
< Aardkundig erfgoed - inleiding
Kaart: Aardkundig Erfgoed
Samenvatting
Het beekdal Peizerdiep is een karakteristiek Drents beekdalsysteem. Het bestaat uit meerdere beeklopen, die ontspringen op de hoger gelegen keileemgronden die zich samenvoegen tot grotere beken, om uiteindelijk als één beek verder te stromen, het Peizerdiep. Het beekdal is in aanleg gevormd in het Saalien als gevolg van ijssmeltwater erosie en is later deels opgevuld met (verspoeld) dekzand. Het beekdalsysteem is goed herkenbaar aanwezig en met name de middenlopen zijn nog gaaf en natuurlijk ingericht. De loop van beek is mede bepaald door de aanwezigheid van een glaciale rug of flute die onderdeel vormt van het Hondsrugsysteem. Het water meandert op veel locaties nog op natuurlijke wijze binnen het beekdal. Op andere plekken wordt gewerkt aan beekdal herstel.
Aardkundig fenomeen (primair)
beekdal
Overige aardkundige fenomenen
droogdal, pingoruïne
Periode(s)
- Pleistoceen - Saalien
- Pleistoceen - Weichselien
- Holoceen
Gevormd door
rivieren, smeltwater
Kenmerkendheid
Sterk vertakt systeem van kleine beken die samenkomen tot één beekloop in het grondmorene landschapOntstaansgeschiedenis
Drenthe kent een aantal grote beeksystemen die allemaal hun oorsprong hebben in het centrale grondmorene plateau, ook Drents Plateau genoemd. Ten westen van de Hondsrug loopt de waterscheiding van west naar oost langs de lijn Fochtelooërveen-Smilde-Hooghalen-Elp-Schoonloo. Oost van de Hondsrug stoomt het water naar het noorden. De basis van de beekdalen is gevormd in de eindfase van het Saalien, toen veel ijssmeltwater vrij kwam en het water een weg zocht vanaf het hoger gelegen plateau naar de lager omliggende gebieden. Het ijssmeltwater vormde diepe dalen en het sneeuwsmeltwater, in het Weichselien, diepte ze nog verder uit, omdat het water niet in de bevroren bodem kon wegzakken. In de hellingen van de ruggen en op de morene plateaus vormden zich door dit proces ook droge dalen. Ze liggen vaak haaks op de beekdalen en vormen zo de droge zijtakken van de beekdalen. In de eindfase van het Weichselien, en het begin van het Holoceen, verspoelde het dekzand en raakte de beekdalen alsnog opgevuld. Vervolgens vond in het Holoceen veenvorming plaats.
In recente tijden zijn veel Drentse beken meer of minder vergraven, om zo de waterafvoer vanuit de aanwezige moerassige gebieden te bevorderen. Dit had tot gevolg dat de venige grond langs de beekdalen verdroogde en in gebruik kon worden genomen t.b.v. de landbouw. Vanaf 1950 werden ook nog eens veel meanderende beken genormaliseerd. Vanaf die periode ging de waterkwaliteit sterk achteruit, omdat er ook steeds meer kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruikt werden. De beken stonden erg onder druk, maar de afgelopen decennia zijn veel Drentse beken weer ‘hersteld’.
Het beekdalsysteem van het Peizerdiep is relatief klein en voert water af van het noordwestelijke deel van Drenthe. Vanuit de bovenlopen komen uiteindelijk twee belangrijke hoofdtakken ter hoogte van Lieveren bij elkaar; vanuit het zuiden is dat de Slokkert die overgaat in het Groote Diep en vanuit het zuidoosten het Oostervoortsche Diep. Samen vormen ze vanaf dit samenvloeïngspunt het beekdal van het Lieversche Diep, dat als gevolg van de aanwezigheid van potklei in de ondergrond hier erg smal is. Uiteindelijk heet de eindloop pas het Peizerdiep, die bij Peizermade uitmondt in een veenvlakte, maar uiteindelijk overgaat in het Aduarderdiep in Groningen.
De brongebieden van alle zijstroompjes lijken bijna allemaal te ontspringen bij pingoruïnes, of in het Fochteloërveen. Deze kleine loopjes zijn in het landschap bijna niet meer zichtbaar, omdat ze in agrarisch gebied liggen, maar de -mogelijke- pingoruïnes zijn nog wel herkenbaar aanwezig. De middenlopen zijn juist goed herkenbaar en vormen brede dalbodems met een natuurlijk landschap van hoge kwaliteit. Het Oostervoortsche Diep loopt aan de westzijde van de Rug van Zeijen, een van de ruggen van het Hondsrug systeem en is vrij smal, terwijl het Groote Diep juist een brede beekdalbodem heeft.
Het Lieversche Diep is een aardkundig stergebied en valt onder het hoogste aardkundige beschermingsniveau, de rest van het beekdalsysteem heeft een hoog beschermingsniveau.
Huidige aardkundige processen
Veel beken zijn in het verleden min of meer gekanaliseerd, maar in het kader van het toekomt bestendig maken van de beekloop en zijn omgeving wordt de beekomgeving natuurlijker inricht, zodat de beek weer kan meanderen, beter water kan bergen en aansluit op de Onlanden.
Bodems en waterhuishouding
De beekdalen zelf bestaan overwegend uit veengronden, maar de directe omgeving varieert in de basis van keileem tot potklei al dan niet bedekt met dekzand. Hierdoor betreft het overwegend veldpodzolen. Er treedt vaak kwel op van ijzerrijk grondwater, waardoor zich ijzerafzettingen in de beekbodems vormden. Langs de beek zijn in de loop van de tijd esgronden en stuifzanden ontwikkeld.
Relatie archeologie en cultuurhistorie
Op de rug van Zeijen liggen veel celtic felds en grafheuvels, ook zijn er in het Oostervoortsche Diep bij Peest, op de rand van de Rug van Zeijen vuursteenresten gevonden van Neanderthalers. De naam Oostervoortsche Diep is afgeleid van een voorde, een doorwaadbare plek in de beek nabij Norg. Noord van Lieveren reikt het bos van Landgoed Mensinge tot aan de Lieversche Diep. Vlak bij Lieveren is in de venige bodem van de beek in 1963 een hoornpit van een oeros gevonden. Tot halverwege de twintigste eeuw werden de percelen in de diverse beekdalen deels gebruikt als hooiland en deels als weiland. Tot 1900 waren er gegraven verbindingen, de zogenaamde schipsloten, met het Peizerdiep vanuit de dorpen Peize en Roderwolde. De Peizer Schipsloot is gegraven in een droogdal.
Overlap met eerder aardkundig erfgoed
- Basiskaart Aardkundige Waarden: DR 8 (deels)
- Provincie Drenthe: MV.N1, DP.N.5, HO.N.2, HO.N.5, DP.N.9, DP.N.15, DP.N.16.
Verder lezen
- Marcel Niekus en Evert van Ginkel, 2019. Neanderthalers in Noord-Nederland, leven aan de rand van de oerwereld. Uitgegeven door Het Drentse Landschap.
- Provincie Drenthe, 2018. wAardevol Drenthe; samenvatting, toelichting en toepassing van ons beleid voor aardkundige waarden.
- M. Rappol (red.), 1992. In de Bodem van Drenthe – Geologische gids met excursies.
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema'sTrefwoordenBeekdal, Pleistoceen, Holoceen
Begrippen
Specialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 12 apr 2025 om 03:00.