Keileemruggen Zuidwolde en omgeving
< Aardkundig erfgoed - inleiding
Samenvatting
Tijdens het Saalien werd in Drenthe en directe omgeving, onder het landijs een pakket keileem afgezet op de oudere ondergrond. Dit wordt ook het Drents Plateau genoemd. Aan de zuidranden van dit keileemplateau hebben zich door stuwing en modellering onder het landijs, grondmorene ruggen gevormd. Deze zijn ongeveer een kilometer breed en kunnen tot 10 km lang zijn, zoals de Rug van Zuidwolde. Deze ruggen hebben een NNO-ZZW oriëntatie, dit geeft de richting van de ijsbeweging aan. De meeste van deze morene ruggen zijn in het Weichselien bedekt geraakt met dekzand. De ruggen vormen aan de zuidzijde een scherpe overgang naar de smeltwaterafzettingen, van het oerstroomdal, waarvan het Reestdal de noordgrens vormt. Deze scherpe grens is veroorzaakt door smeltwatererosie. Tussen de diverse ruggen heeft zich in het Holoceen een veengebied ontwikkeld.
Aardkundig fenomeen (primair)
keileemrug, stuwwal
Overige aardkundige fenomenen
dekzandrug, droogdal, smeltwaterheuvel (kame)
Periode(s)
- Pleistoceen - Saalien
- Pleistoceen - Weichselien
Gevormd door
landijs, smeltwater
Kenmerkendheid
De ruggen zijn langgerekt en liggen op de rand van het ‘Drents Plateau’, een grondmorene vlakte. Ze geven de oriëntatie van de ijsstroom weer en tevens een stilstandsfase van de ijskap.Ontstaansgeschiedenis
Vorming onder de ijskap tijdens het Saalien
Tijdens het Saalien, de voorlaatste ijstijd (150.000 jaar geleden), bewoog de ijskap uit Scandinavië naar het zuiden. Dit ging in diverse fasen, met periodes van stilstand en het weer uitbreiden. Aanvankelijk was de ijskap vrij dun en kon relatief snel over de kleirijke ondergrond van de Oostzee bewegen. De stroomrichting van de ijskap was in die tijd in Noord-Nederland van noordoost naar zuidwest. In dit gebied stroomde het ijs vooral vanuit het noorden. Het landijs vormde in deze fase de stuwwalletjes van de Havelterberg en de Hoge Berg op Texel. Ook werden in deze periode de keileemhoogtes van het eiland Wieringen in Noord-Holland en Gaasterland in Friesland gevormd. Daarnaast werd onder het landijs het keileem plateau van Drenthe afgezet. Keileem is een mengsel van zand, klei, silt, grind en zwerfkeien. Dit materiaal is door het ijs aangevoerd en sterk gecompacteerd onder het gewicht van de ijskap.
In een tweede fase was de ijskap dikker en bewoog het ijs zich nog steeds in een noordoost-zuidwest richting in Noord-Nederland. Hierbij overreed het ijs de eerder gevormde stuwwalletjes en stuwde en modificeerde het keileem in het zuiden van het keileemplateau op tot de keileemruggen van het Zuidwolde systeem. Al kort na het moment van vorming trad ook weer, door het smeltwater dat vrij kwam onder het landijs, erosie op. Een ijskap beweegt zich in feite voort doordat onder het ijs een dunne laag smeltwater aanwezig is als gevolg van de hoge druk op de ondergrond, maar dit smeltwater zorgt ook al voor de eerste erosie. Uiteindelijk bereikte de ijskap de maximale uitbreiding tot de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen-Düsseldorf waar hoge stuwwallen gevormd werden. De stroomrichting in die laatste periode in Drenthe en aangrenzende gebieden was toen van noordwest naar zuidoost, waarbij de Hondsrug werd gevormd.
Nadat het ijs zijn maximale uitbreiding had, smelt het langzaam af. In de periode dat de ijskap nog maar tot de zuidgrens van Drenthe reikt, wordt in het gebied tussen het huidige Vechtdal in Overijssel en de Regge een breed smeltwaterdal gevormd. Dit wordt naast het smeltwater van de ijskap zelf ook gevoed door het water van de oostelijke rivieren als de Eems, Weser en Elbe. Voor de ijskap langs stroomt al het water naar het westen. Dit zorgde voor een vrij steile erosierand aan de zuidzijde van het keileemplateau, met daarin de ruggen van Zuidwolde (Afb. 1). Ook van onder het ijs stroomde water naar dit brede smeltwaterdal, wat er toe bijgedragen heeft dat de stevige keileemruggen zich duidelijker konden profileren, terwijl de laagtes ertussen als het ware fungeerden als bekendalen voor de afvoer van dit noordelijke smeltwater. Hierdoor werd het oorspronkelijke reliëf versterkt. De ruggen worden overigens naar het westen toe wat kleiner, en ter hoogte van Havelte worden ze onderbroken door de stuwwal van Havelte.
Op een aantal locaties, net noord van de gestuwde morene ruggen liggen een aantal smeltwaterheuvels. Deze zijn gevormd onder de ijskap, waarbij zand en grind in ene holte onder het ijs uitsmolt. Na het verdwijnen van het ijs bleven ze al kleine heuvels achter in het landschap. Deze smeltwaterheuvels worden ook kames genoemd. Voorbeelden hiervan zijn de Braamberg, zuidoost van Kerkenveld en de hoogtes van Trasselt en noord van Ten Arlo. Naar het westen ligt de Hunekloosterberg tussen Ruinen en Echten.
Droogdalen en dekzand uit het Weichselien
In de laagtes tussen de ruggen liggen veelal droge dalen, die zich vormden in het Weichselien. Doordat de ondergrond opnieuw bevroren was, maar er geen sprake was van landijs, kon het sneeuwsmeltwater niet in de ondergrond wegzakken. Het stroomde af langs het oppervlak, waarbij de laagtes verder erodeerden. Na het Weichselien ontdooide de bodem en kon het -regen-water wel weer wegzakken, waardoor de dalen nu meestal droog staan. Vandaar de naam droge dalen.
In het Weichselien werd ook het dekzand gevormd en afgezet in een groot deel van Nederland, en dus ook in Drenthe. De gestuwde en gestroomlijnde grondmorene ruggen van Zuidwolde e.o., raakten bedekt met dekzand, en op de westelijke flanken vormde dekzand een dik pakket. Toen in het Holoceen het klimaat weer milder werd, vormden zich in de lage delen tussen de ruggen veen, terwijl op de ruggen het dekzand is gaan verstuiven, waardoor zich hier landduinen vormden. Tussen de ruggen komen ook veel ronde laagtes voor, dit betreffen over het algemeen uitblazingskommen, die in het Weichselien zijn gevormd als gevolg van het lokaal wegblazen van dekzand.
Veenvorming tijdens het Holoceen
Door de hoge grondwaterspiegel als gevolg van ondiep liggende keileem, ontstond vanaf zo’n 5000 jaar geleden tussen de ruggen een uitgebreid veengebied. Veel van het veen is ontgonnen, waardoor langwerpige kavels ontstonden. Er werden veel wijken gegraven om het veen te ontwateren, waarna het land landbouwkundig in gebruik genomen werd.
Huidige aardkundige processen
Er zijn weinig actuele aardkundig processen, de meeste landschappelijke processen zijn door de mens geïnitieerd. Zelfs de verdroging waardoor het veen veraard en soms geheel verdwijnt is grotendeels mens geïnitieerd.
Bodems en waterhuishouding
De Rug van Zuidwolde heeft een bodem die bestaat uit een moderpodzol of horstpodzol, omdat het materiaal bestaat uit lemig fijn zand. De andere ruggen bestaan over het algemeen uit Laarpodzolen. De grondwaterstand is in het voorjaar op de ruggen vrij diep (-1,76m), terwijl het in de tussenliggende laagten veel hoger is (- 0,52m).
Relatie archeologie en cultuurhistorie
De Rug van Zuidwolde is de grootste in de serie ruggen in het zuiden van Drenthe, maar toch is deze rug lang onbewoond geweest. Dit kwam omdat het veen vanuit het Reestdal en vanuit de laagtes tot ver het gebied in kwam, waardoor de rug onbereikbaar was. Dorpen als Echten, Veeningen en Slagharen hebben zich ook ontwikkeld op deze hoger gelegen ruggen, dit geldt ook opvallend veel voor lokale wegen. Vanuit een -prehistorisch perspectief zijn er maar enkele vindplaatsen van de trechterbekercultuur gevonden en ook maar enkele urnenvelden. Vanaf de Middeleeuwen ontstonden op de Zuidwolder rug een aantal esdorpen die omgeven werden door veen (Afb. 3). De huidige inrichting is hooguit 200 jaar oud. Qua bouwstijl van boerderijen sluit het gebied beter aan bij de Overijsselse boerderijen dan bij de Drentse. Op de ruggen verder naar het oosten zijn zelfs boerderijen in een Groninger Oldambt stijl te zien, omdat zich hier Groninger boeren vestigden. Veel gebieden in de omgeving werden pas in of na de Tweede Wereldoorlog ontgonnen en vervolgens waren er diverse fasen van ruilverkaveling. Vanaf de jaren zeventig werd er ook rekening gehouden met de landschappelijke kwaliteiten, onder leiding van o.a. Harry de Vroome, waarbij ook ruimte was voor recreatie, natuur en landschap, naast landbouw.
Overlap met ander aardkundig erfgoed
- Basiskaart: geen
- Provincie Drenthe: DP.DW.9, DP.DW.10
Verder lezen
- Bernard Harskamp, 2017. Ruilverkavelen rond Zuidwolde, Driemaal is scheepsrecht. Uitgave van Prolander en de Bestuurscommissie Landinrichting Zuidwolde i.s.m. de provincie Drenthe.
- Provincie Drenthe, 2018. wAardevol Drenthe; samenvatting, toelichting en toepassing van ons beleid voor aardkundige waarden.
- M. Rappol (red.), 1992. In de Bodem van Drenthe – Geologische gids met excursies.
Zie ook
Aardkundig erfgoed- Stuwwal Vollenhove
- Stuwwal Steenwijk
- Stuwwal Texel
- Aardkundig erfgoed/Beekdal Reest (Let op: pagina bestaat niet.)
Keileemruggen, stuwwallen, Pleistoceen
Begrippen
Specialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 3 dec 2024 om 03:05.