Stuifzandgebied Weerter- en Budelerbergen

< Aardkundig erfgoed - inleiding



Overzicht aardkundig erfgoedKaart: Aardkundig Erfgoed

Samenvatting

De stuifduinen Weerter- en Budelerbergen liggen op de westgrens van Limburg en Brabant en zijn deel van het GrensPark Kempen-Broek. Er zijn hier nog op een aantal plekken actieve stuifduinen te vinden. Het gebied ligt op een dekzandrug dat naar het noorden is gericht. Het verstuiven van het dekzand vond al vanaf de prehistorie plaats, en was het meest intensief na de middeleeuwen totdat het stuiven werd vastgelegd door bebossing. Deze stuiffasen zijn hier goed onderzocht.

De Weerter- en Budelerbergen vormen samen met Ringselven een Natura 2000 gebied. Momenteel is het in handen van Defensie en wordt het terrein gebruikt voor militaire trainingen. De acties van de militaire houden het verstuivingsproces in het gebied instant.

Ten noorden van de stuifzandduinen, in de luwte van twee dekzandruggen ligt het Weerterbos. Dit is een moerassig bos dat is ontstaan in een depressie door slechte afwatering.

Aardkundig fenomeen (primair)

actief stuifzand, stuifzandreliëf

Overige aardkundige fenomenen

landduin

Periode(s)

  • Pleistoceen - Weichselien
  • Holoceen

Gevormd door

mens, wind

Kenmerkendheid

  • Een actief stuifduingebied van deze grote is uniek in Nederland en Limburg
  • De activiteit van stuifzand is hier goed onderzocht: in totaal zijn tussen Neolithicum en heden vier fasen van verstuiving onderscheiden.
AHN hoogtebeeld van het gebied
AHN hoogtebeeld van de stuifduinen bij de Weerter- en Budelerbergen (I). Deze liggen op dekzandreliëf dat van de dekzandrug van Weert (III) is gewaaid door de wind uit het zuidwesten tijdens het Weichselien. In het noorden liggen de Weerterbossen in een lager gedeelte in het landschap.
Stuifzandgebied Weerterbergen
Het heidegebied bij Weerter- en Budelerbergen. Onder de heide is nog het dekzandreliëf zichtbaar. Foto: Hart van Limburg.

Ontstaansgeschiedenis

Het dekzand tijdens het Laat-Glaciaal

De stuifduinen aan de westkant van Weert bestaan uit dekzand uit het Weichselien (116.000 tot 11.700 jaar geleden), de laatste ijstijd. Het zuidelijke deel van dit gebied ligt nog op een dekzandrug. Het dekzand was door de wind in het gebied afgezet toen Nederland nog een toendra was met een poolklimaat. De dekzandrug is waarschijnlijk ontstaan door het waaien van het zand in een noordoostelijke richting. De rug ligt tegen een grotere dekzandrug aan, waar de stad Weert op ligt.

Samen hebben de dekzandruggen ervoor gezorgd dat in hun luwte in het noordoosten een depressie met een natte moerasgrond ontstond tijdens het Holoceen (11.700 tot nu). De dekzandruggen zorgden voor stagnatie van water door het blokkeren van de beekdalsystemen. Een deel van dit dalsysteem was eerst deel van de bovenloop van de Sterkselsche Aa, maar geblokkeerd en geïsoleerd geraakt. Door de stagnatie van water kwam op sommige plekken hoogveenvorming, hiervan is door afgraving en landbouw niks over. Momenteel ligt in de depressie het Weerterbos. De moerasgrond watert af via een beeksysteem naar de Dommel in het noordwesten.

Het Holoceen stuifzand

Tijdens het Holoceen is het zand gaan stuiven op de dekzandrug door het verwijderen van de bodem en vegetatie door de mens en zijn er duinen gevormd. De stuifduinen Weerter- en Budelerbergen zijn één van de best onderzochte duinen van Nederland en laten een lange geschiedenis zien. Er is stuifzandactiviteit gevonden tot in het Midden Neolithicum. Het stuifzand in het gebied is niet altijd actief geweest, maar gaat gepaard met de bewoning van mensen in het gebied.

Niet alle duinen zijn nog actief. Dit geeft een ouderdom sequentie en een divers terrein van oude duinen en reeds actieve duinen. Het grootste deel van het gebied bestaat uit oude en jonge verstuivingen die door bodemvorming zijn vastgelegd. De oudere duinen liggen meer in het oosten. De actieve stuifduinen zitten in kleine gebieden in het centrum van het gebied en hebben samen met de jonge verstuivingen een meer ongeordend reliëf.

De duinen hebben een paraboolvorm en hebben een zuidoost-noordwest oriëntatie wat de dominante windrichting laat zien. Tussen de duinen zijn er uitgestoven laagtes ontstaan. Het gebied is reliëfrijk met hoogteverschillen van vijf meter tussen de duinen en de laagtes. Er is ook een aanzienlijk hoogteverschil tussen het duingebied en de omliggende gebieden. Op het huidige stuif- en dekzandgebied is heide gaan groeien of bos aangeplant door mensen.

Huidige aardkundige processen

Op sommige plekken komt nog actieve verstuiving voor.

Bodems en waterhuishouding

In de voormalige en huidige stuifzandengronden zijn duinvaaggronden gevormd, met een geringe bodemontwikkeling. Aan de randen van het gebied, bijvoorbeeld op de oudere dekzandruggen, zijn haarpodzolen ontstaan. In de deppressie tussen de twee dekzandruggen liggen lemige poldervaagronden. Bij het Weerterbos zijn moerige eerdgronden overgebleven. Ook liggen hier nog enkeerdgronden die ontstaan zijn door menselijke invloeden.

De Weerter- en Budelerbergen liggen tussen twee beken van het Stroomgebied van de Dommel in; de Boschloop en de Oude Graaf. Op het zand blijft het water niet goed liggen en zakt het snel weg door de grond. Er liggen in de regenseizoenen tijdelijke meertjes, oftewel venen.

Relatie met archeologie en cultuurhistorie

  • In Weerterbergen vind je het grootste prehistorische urnenveld uit de Bronstijd van Nederland. Ooit bedroeg het gebied 28 hectare. Tegenwoordig is nog twee hectare over.
  • Eind 19e eeuw kwam er een zinkfabriek bij de Loozerheide, onder de Weerter- en Budelerbergen. Vervuild zand vloog jaren lang naar de Weerterbergen waardoor de vegetatie in het gebied langzaam afstierf. De landbouw onttrok in dezelfde jaren steeds meer grondwater weg uit het gebied. Door het droger worden van de grond en het afsterven van de vegetatie bleef er een kale vlakte achter en kon het vervuild zand verder gaan verstuiven. Dit verstoorde steeds meer de omgeving. Pas in de jaren ’90 kwamen er maatregelen tegen de verstuivingen en werd er een humusrijk zanddek in de regio aangelegd om de verstuivingen in te dammen.

Verder lezen

  • Akkermans, R., Suilen, H., Bruinsma-Fortuin, R. & Op den Kamp, O. (eds). (2022). Het Eiland van Weert Ontdek de natuur in Weert en Nederweert. Zeqer, Aalten.
  • Christis, E. & Straaten, J. van der. (2014). Het Kempen-Broek: op de grens van mens, natuur en landschap. Pictures Publishers, Woudrichem.
  • Gonggrijp, G. P. (1986). Gea-objecten van Limburg. Leersum, Rijksinstituut voor natuurbeheer, RIN-rapport, 86, 21.
  • Stichting voor Bodemkartering (1972). Bodemkaart van Nederland, Schaal 1:50 000: Toelichting bij de kaartbladen 57 Oost Valkenswaard en 58 West Roermond. Pudoc, Wageningen.
  • Wolfert, H.P. (1989). Geomorfologische waarden in het streekplangebied Noord- en Midden-Limburg. Rapport 12. Staring Centrum, Wageningen.
Tekst: Tessa Bosch (UU)

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema'sTrefwoorden

Stuifduinen, stuifzand, dekzandrug

Begrippen

stuifzanden

Specialist(en)
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 3 dec 2024 om 03:04.