Stuwwal Needse Berg
< Aardkundig erfgoed - inleiding
Kaart: Aardkundig Erfgoed
Samenvatting
De Needse Berg is een kleine vlakke stuwwalrestant, die 15 meter boven zijn omgeving uitsteekt. De stuwwal is gevormd door een ijslob tijdens de voorlaatste ijstijd (het Saalien, ongeveer 150.000 jaar geleden) en is bij verdere uitbreiding van het landijs in een latere periode overreden, waarbij hij is afgevlakt en vervormd. Bijzonder aan de Needse Berg is het voorkomen van zowel opgestuwde Tertiaire mariene afzettingen als Pleistocene Rijnzanden en -kleien. Hiervan is de Needse klei de meest bekende, deze is tot in de 20e eeuw in groeves gewonnen in de westkant van de stuwwal. Rondom de gehele stuwwal liggen kenmerkende gordeldekzandruggen uit de laatste ijstijd (het Weichselien, 110.000-11.700 jaar geleden). Deze zijn onder menselijk invloed opgehoogd met een plaggendek.
Aardkundig fenomeen (primair)
stuwwal
Overige aardkundige fenomenen
landduin
Periode(s)
- Tertiar
- Pleistoceen - Holsteinien
- Pleistoceen - Laat-Saalien
- Pleistoceen - Weichselien
- Holoceen
Gevormd door
landijs, mens, smeltwater
Kenmerkendheid
- Geïsoleerde stuwwal die 15 meter boven zijn omgeving uitsteekt en goed zichtbaar is boven het omliggende land.
- Voorkomen van zowel oude Tertiaire afzettingen in het oostelijk deel als jonge Pleistocene Rijnafzettingen in het westelijk deel.
- Voorkomen van Needse klei. Deze klei is een van de weinig ondiepe kleien uit het warme interglaciaal Holsteinien, lange tijd was de Needse Berg de typelocatie voor deze periode.
- Needse klei diende lange tijd als delfstof voor de steen- en dakpannenindustrie.
- Rondom de gehele stuwwal zijn goed ontwikkelde gordeldekzandruggen ontwikkeld, die de basis van oude akkers vormden.
Ontstaansgeschiedenis
Opstuwing in de voorlaatste ijstijd
De Needse Berg is een stuwwalrestant dat gevormd is tijdens de voorlaatste ijstijd, het Laat-Saalien (ongeveer 150.000 jaar geleden). Een ijslob stuwde vanuit noordelijke richting de aanwezige sedimenten op. Door de stuwing zijn de bodemlagen scheefgesteld, geplooid en herhaaldelijk over elkaar heen geschoven. Tijdens een latere fase breidde het landijs zich verder uit naar het zuiden en werd de Needse Berg overreden. Hierdoor is de stuwwal vervormd en afgevlakt, en is keileem bovenop de berg afgezet. Deze keileem is te vinden aan de westflank van de Needse Berg.
Oude ondiepe zee
Bijzonder aan de Needse Berg is het voorkomen van zowel gestuwde Tertiaire afzettingen als Pleistocene Rijnafzettingen. Dit is in tegenstelling tot de stuwwallen in Midden-Nederland, die voornamelijk uit grof materiaal bestaan. Dit komt doordat de stuwwal op de rand van een actief tektonisch dalend gebied ligt, het noordzeebekken. Tertiaire afzettingen zijn afgezet in een ondiepe zee vanaf het Eoceen (ongeveer 34 miljoen jaar geleden) tot het Vroeg-Pleistoceen (ongeveer 2 miljoen jaar geleden). Deze mariene afzettingen bestaan voornamelijk uit fijne zanden, lemen en keien. Ook zijn in deze afzettingen fossielen van tropische zand- en zeedieren gevonden, zoals haaientanden en walvisbotten.
Typelocatie voor het Needien
Aan we westkant liggen Rijnsedimenten uit het Midden Pleistoceen. Bijzonder in deze afzettingen is de Needse klei. Dit is een zware vette klei die door de meanderende Rijn was afgezet tijdens het Holsteinien, een warmere periode voor de stuwing in de voorlaatste ijstijd. Tussen 1950 en 1975 vormde deze locatie de typelocatie voor het Needien, een warme interglaciale periode die daarna gelijkgesteld is aan het Duitse Holsteinien (420.000 – 370.000 jaar geleden of 350.000 – 320.000 jaar geleden). Deze klei kan lokaal 6 meter dik zijn en is gewonnen in verschillende groeves, die zich in het westelijk deel van de stuwwal bevinden, ten westen van het Drostenkamp (Afb. 1). Een bijzonder fossiel dat gevonden is in deze kleilaag bestaat uit kiezen van een woudolifant.
Stuwwalerosie en vorming gordeldekzandruggen
Tijdens de laatste ijstijd (het Weichselien, 110.000-11.700 jaar geleden) bereikte het landijs Nederland niet, maar was het zeer koud. Door een afwisselend toendra en poolklimaat was de vegetatie tijdens deze ijstijd spaarzaam. De bodem was voor lange periodes geheel bevroren (permafrost), waardoor smeltwater over het oppervlakte stroomde en veel erosie tot gevolg had. Tijdens smelt in het voorjaar en zomer gleed de bodem op hellingen langzaam af (solifluctie). Er zijn geen duidelijke smeltwater dalen aan de flanken van de Needse Berg aanwezig. Wel vormen er dekzandruggen rondom de stuwwal, de zogenaamde gordeldekzandruggen. Deze vormden doordat het landschap tijdens de laatste ijstijd spaarzaam begroeid was en de wind makkelijk zand kon opblazen (Afb. 1). De exacte ontstaanswijze van gordeldekzandruggen is onbekend.
De hoger gelegen dekzanden waren geschikt voor bouwlanden, waardoor ze na de Middeleeuwen zijn opgehoogd met een plaggendek, zoals rondom Noordijk en Lochuizen. Dit heeft hun hoge positie in het landschap versterkt.
Huidige aardkundige processen
De aardkundige processen vonden met name in de voorlaatste en laatste ijstijd plaats.
Bodems en waterhuishouding
Bovenop de gestuwde afzettingen van de Needse Berg ontwikkelden moderpodzolgronden (bruine bosgronden). Op het dekzand op de flanken van de stuwwal zijn enkeergronden ontstaan door ophoging met plaggen op de oude bouwlanden. Deze zijn zelfs hoger op de stuwwal aanwezig door het vochthoudend vermogen van de bodem door aanwezige klei. Daarnaast zijn op de dekzandruggen ook veldpodzolgronden ontwikkeld. Hydrologisch gezien is de Needse Berg een infiltratiegebied.
Relatie met cultuurhistorie en archeologie
- Op verschillende plekken zijn is Needse klei en grind afgegraven voor de steen- en pannenindustrie. Langgerekte afgravingen zijn in het westelijk deel van de Needse Berg te vinden, omdat deze sedimenten hier in ondergrond aanwezig zijn met de strekking van de geplooide lagen mee.
- Woonkernen werden gevestigd op overgang van hoog naar laag, zoals Neede, Noordijk en Lochuizen. Rondom deze plaatsen ontstonden grote complexen enkeerdgronden door bemesting met plaggen.
Verder lezen
- Gonggrijp, G. P. (1988). Gea-objecten van Gelderland. Leersum, Rijksinstituut voor natuurbeheer, RIN-rapport, 88, 64.
- Pierik, H.J., Busschers, F., Bosch, A., Cohen, K.M. (2010). Geologie van de Needse Berg. Grondboor & Hamer, 64(3), 68–75.
- Stichting voor Bodemkartering (1979). Bodemkaart van Nederland, Schaal 1:50 000: Toelichting bij de kaartbladen 34 West Enschede en 34 Oost Enschede. Pudoc, Wageningen.
Overlap met eerder genoemd aardkundig erfgoed
- GEA-object: 34W9 Needse Berg
- Van Beusekom (2007): GL 30 Needse Berg
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema's- Landschap
- Aardkundig erfgoed - thema (Thema/Aardkundig erfgoed) (Let op: pagina bestaat niet.)
Stuwwal
Begrippen
Specialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 1 feb 2025 om 03:01.