Uitblazingskommen Hunzedal

< Aardkundig erfgoed - inleiding



Overzicht aardkundig erfgoedKaart: Aardkundig Erfgoed

Samenvatting

De basis voor het Hunzedal is waarschijnlijk al gelegd in de begin fase van het Saalien, waar het zich als gevolg van smeltwaterafvoer sterk verdiepte. In de eindfase van het Saalien, is er, tegelijkertijd met de vorming van het Hondsrugcomplex, keileem afgezet in het Hunzedal. Vervolgens is het Hunzedal opgevuld geraakt met smeltwaterzanden. Gedurende het Eemien was de zeespiegel dusdanig gestegen dat de zee diep het Hunzedal indrong en hier Eem kleien achterliet. Daarna is er in het Weichselien een dik pakket dekzand afgezet dat in de eindfase is gaan stuiven waardoor er -clusters van- uitblazingskommen ontstonden. Door het opgevulde Hunzedal stroomden vlechtende rivierstromen, waardoor er ook beeksedimenten zijn achtergelaten. In het Holoceen werd het dal verder opgevuld als gevolg van veenvorming.

Aardkundig fenomeen (primair)

uitblazingskom, ven

Periode(s)

  • Pleistoceen - Saalien
  • Pleistoceen - Weichselien
  • Holoceen

Gevormd door

wind

Kenmerkendheid

De uitblazingskommen zijn talrijk en lopen in deels in elkaar over. Tegelijkertijd ligt ter hoogte van Annen de grootste uitblazingskom van Drenthe, geïsoleerd in het landschap.
Geomorfologische kaart van uitblazingskommen (in paars aangegeven) in het Hunzedal.
Fig. 1. Geomorfologische kaart van uitblazingskommen (in paars aangegeven) in het Hunzedal.
AHN hoogtebeeld van de uitblazingskom en de duinrug van de Duunsche Landen.
Fig. 2. AHN hoogtebeeld van de uitblazingskom en de duinrug van de Duunsche Landen.
Reconstructie van het ontstaan van de uitblazingskommen
Fig. 3. Reconstructie van het ontstaan van de uitblazingskommen
Duin vanuit de uitblazingskom
Fig. 4. Oostrug vanaf de uitblazingskom in de Duunsche landen. Foto: Anja Verbers.

Ontstaansgeschiedenis

De basis voor het Hunzedal is waarschijnlijk al gevormd in de begin fase van het Saalien, waarbij de ijskap vanuit het noordoosten richting Nederland bewoog. Voor de ijskap langs werd smeltwater afgevoerd naar het noordwesten en erodeerde een diep dal. Vervolgens heeft de ijskap zich verder uitgebreid en werd de afvoer van smeltwater steeds verder zuidwaarts verplaatst. Aan het einde van het Saalien vormde zich een enorm groot doodijs pakket in de noordelijke helft van Nederland. Hierin bevond zich over een beperkt gebied van zo’n 8 kilometer breedte een ijsstroom, die naar het zuidoosten bewoog. Dergelijke relatief snel stromende ijsstromen kennen we nu uit Antarctica. Deze ijsstroom heeft de Hondsrug gevormd, niet zozeer door stuwing als bij een stuwwal, maar door vervorming of modellering en wordt een megaflute genoemd. Tegelijkertijd werd er wel een laag keileem in het Hunzedal afgezet, met name onder in het Hunzedal tegen de Hondsrug aan. Vervolgens is het Hunzedal opgevuld geraakt met smeltwaterzanden. Gedurende het Eemien was de zeespiegel dusdanig gestegen dat de zee bij het Hunzedal diep landinwaarts kwam en hier Eem kleien afzette. Daarna is er in het Weichselien een pakket dekzand afgezet en beeksedimenten.

In het Holoceen heeft er zich een veenpakket ontwikkeld. Dit veen is in recente tijd weer afgegraven, waardoor het dekzandlandschap hier weer aan het oppervlak ligt. De uitblazingskommen die zich in het Weichselien hadden gevormd, liggen daardoor nu vrijwel gaaf aan het oppervlak. Karakteristiek voor deze uitblazingskommen is het feit dat ze geclusterd zijn en soms bijna in elkaar overgaan. De diepte van deze kommen is slechts anderhalve meter, vaak zijn ze nog gevuld met wat veen. Maar er is één uitzondering: de uitblazingskom die ter hoogte van Annen in het Hunzedal ligt. Dit is namelijk meteen de grootste uitblazingskom van Drenthe. Deze heeft aan de oostzijde een hoge rug, deze staat bekend als de Duunsche landen. Tot voor kort waren de Duunsche landen vooral bekend als onderdeel van het Hunzedal en werd gedacht dat dit wellicht een rivierduin was. Vrij recent onderzoek (Verbers, 2017) heeft aangetoond dat de Duunsche landen de oostelijk rug van de grootste uitblazingskom vormen. Deze uitblazingskom heeft een doorsnede van 1km, en heeft rondom een rug. Deze is vrij laagt, maar op het AHN onmiskenbaar aanwezig. Onder de rug werd een compact pakket veenpakket uit het Allerød aangetroffen. In het hoogste deel van de rug werd een dikke en gave podzol profiel aangetroffen, wat zowel op de hogere delen als in de wat lagere delen vergelijkbaar was. Dit betekent dat de vorming van dit stuifzand op de top van de rug, al vrij oud moet zijn, mogelijk al enkele duizenden jaren. In de rug zelf werden 3 lagen in het zand onderscheiden, ieder met een eigen karakteristieke mineralogische samenstelling, zodat we nu weten dat de rug zich gevormd heeft in meerderen perioden (zie fig. 3). Het centrale deel van de uitblazingskom bestaat nu uit grasland, maar de kaart van 1915 laat zien dat er toen nog veen werd gewonnen in het zuidelijke deel van de kom.

Huidige aardkundige processen

Het enige min of meer aardkundige proces is het meanderen van de Hunze, die in het kader van natuurontwikkeling weer wat ruimte krijgt. Maar het merendeel van de beek ligt vast. Nu het veen in het gebied geheel verdwenen is als gevolg van ontginning, wil het weer aan het oppervlak liggend dekzand in koude winters met veel wind wel eens stuiven.

Bodems en waterhuishouding

De bodems in het Hunzedal zijn gevarieerd. Aan de noordoostzijde van het brede dal komen met name veldpodzolen voor, maar langs de -oude- beeklopen zijn het Madeveengronden, afgewisseld met moerige gronden. In de wat hogere delen, die m.n. uit dekzandruggen bestaan komen Gooreerdgronden voor. De hoogste delen, zoals de ruggen van de grootste uitblazingskom, de Duunsche landen, hebben een veldpodzol bodem. Het hele Hunzedal is een belangrijk gebied met betrekking tot grondwaterwinning. Over een brede zone in het hele Hunzedal is de gemiddelde kleinste diepte van de grondwaterspiegel klein (-5cm), maar naar het zuidoosten toen neemt de diepte ervan sterk toe.

Relatie archeologie en cultuurhistorie

Eeuwen lang was het Hunzedal voor de mens een bijna ontoegankelijk gebied, en kon men hooguit via wat dekzandhoogtes naar de overzijde komen. Het Hunzedal was namelijk een onderdeel van een uitgestrekt en ontoegankelijk veengebied. Pas vanaf de Middeleeuwen begon de mens de toegankelijke delen te benutten als hooiland. Dwars op de Hunze werden kanaaltjes gegraven en werd er handel gedreven en het veen werd afgevoerd. Op de hogere dekzandruggen ontstonden kleine dorpjes zoals Noord- en Zuid Eexterveen en Spijkerboor en ook kon men hier de Hunze oversteken. Halverwege de 18e eeuw kwam de grootschalige vervening op gang en ontwikkelde zich Groenlanden. Vanaf de 20e eeuw werd het dal omgevormd naar een rationeel agrarisch landschap met een rechtgetrokken beek en grote percelen met sloten. Wat karakteristiek is voor de grootste uitblazingskom bij de Duunsche Landen is dat de boerderijen in de omgeving allemaal hoog en droog op de net wat hogere rand van de kom zijn gebouwd.

Overlap met eerder beschreven aardkundig erfgoed

  • Basiskaart: nee
  • Prov. Drenthe: SHu.AH.2
  • Provincie Drenthe: Aardkundig Monument Duunsche Landen

Tekst: Anja Verbers, Landschapsbeheer Drenthe

Verder lezen

  • Bregman, E.P.H., F.W.H. Smit ; I. Lüse; M. Bakker, H.J. Pierik & K.M. Cohen. 2015. Geological survey of the Hondsrug megaflute, Drenthe, The Netherlands: The base of an Unique new European Geopark.
  • Provincie Drenthe, 2018. wAardevol Drenthe; samenvatting, toelichting en toepassing van ons beleid voor aardkundige waarden.
  • Harm Jan Pierik 2010. An integrated approach to reconstruct the Saalian glaciation in the Netherlands and NW Germany
  • M. Rappol (red.), 1992. In de Bodem van Drenthe – Geologische gids met excursies.
  • Anja Verbers, 2018. Duunsche landen, een Aardkundig Monument; Resultaten van het onderzoek, i.o.v. provincie Drenthe.

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema'sTrefwoorden

Uitblazingskom, Pleistoceen

Specialist(en)

U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 11 apr 2025 om 03:02.