Asbest - gevelbekleding
Introductie
Voor de bekleding van gevels van gebouwen werden vanaf de jaren vijftig op grote schaal asbesthoudende producten gebruikt. Het gaat daarbij om twee hoofdgroepen: asbestcementleien en asbestcementplaten.Leien
Asbestcementleien behoorden tot de oudste producten van de firma Eternit. Ze kwamen vanaf 1904 op de markt in Nederland, eerst van de Asbest- und Gummiwerke Alfred Calmon in Hamburg, maar al snel ook uit de Belgische Eternitfabriek. De leien werden na de Tweede Wereldoorlog aan één zijde voorzien van een kunststof harslaag (gesatineerd) om mosvorming te voorkomen. Hoewel asbestcementleien hoofdzakelijk werden gebruikt als dakbedekkingsmateriaal, kregen ze ook toepassing als gevelbekleding, met name in Limburg. Het betrof veelal toepassing op blinde zijgevels of vakwerkgevels van agrarische gebouwen. Bevestigd op een houten regelwerk maakten ze de gevel waterdicht, isolerend, brandwerend, goedkoop en onderhoudsvrij. Voor gevels werden meestal ruitvormige asbestcementleien gebruikt, leverbaar in afmetingen 20 x 20, 30 x 30 en 40 x 40 cm. De gezondheidsgevaren van asbestvezels hebben een streep gezet door de suggestie van duurzaamheid, en asbestcementleien, -platen of -panelen aan gevels zijn in de loop van de jaren tachtig een zeldzaamheid geworden. Bij renovaties worden ze vrijwel standaard vervangen.
Platen
De grootste toepassing van asbestcement aan gevels betrof asbestcementplaten en sandwichpanelen vanaf de jaren vijftig. Een bekend product was massal (massiefplaat) van de firma Eternit, een sterke tien tot veertig millimeter dikke massieve plaat verkrijgbaar in grijs, wit, rood, geel en groen. Asbestcementplaten konden ook een bijzondere afwerking krijgen, bijvoorbeeld een natuursteenlook of grove structuur (zoals eternit-granité en acimex), een geribbeld oppervlak of een geperste lambriseringstructuur. De innovatie van asbestcementproducten door Eternit leverde in 1957 het product glasal op.
Glasal
Glasal is een dubbel gecomprimeerde asbestcementplaat die gehard in een autoclaaf ook schimmelwerend werd gemaakt en werd voorzien van een verglaasde email toplaag. Glasal was waterdicht, rotbestendig, makkelijk schoon te maken, weer- en kleurvast, brandwerend, isolerend, en makkelijk te zagen en boren. Standaardpanelen waren 3,2 millimeter dik, twee platen op elkaar geplakt waren 6,4 millimeter dik. Voor toepassing als gevelbekleding was die dubbele dikte nodig. Op verzoek waren ze ook in grotere dikten tot twaalf millimeter verkrijgbaar. Glasal werd in meer dan dertig verschillende kleuren en patronen (gespikkeld, gemarmerd, geruit en geperforeerd) geproduceerd. Asbestcementplaten werden gebruikt voor boeiborden, borstweringen en andere puivullingen, met name in rijwoningen, flats en kantoorgebouwen. Voor ontwikkelaars en woningcorporaties was dit aantrekkelijk vanwege de lage kosten en onderhoudsvereisten, en dankzij de diversiteit in kleuren werd het ook populair bij architecten die hun gebouwen een divers en eigen kleurenpalet konden geven.
Toelassing en uitvoering
Behalve als puivulling werden asbestcementplaten zoals acimex (met zandkorrels verwerkt in het oppervlak), fassal en glasal gebruikt voor volledige gevelbekleding, vooral bij flats uit de jaren 1966-1974. Fassal was een geheel witte asbestcementplaat met één glad gepolijste zijde. Het werd geleverd in afmetingen van 1,20 x 2,50 en 1,22 x 3,05 m, met dikten van 6, 8, 10, 12, 15 en 20 millimeter. Hoewel al vanaf eind jaren vijftig beschikbaar, werd het vanaf de vroege jaren zeventig in toenemende mate toegepast. De platen werden bevestigd op een houten of aluminium regelwerk tegen (giet)betonnen of bakstenen gevels, met een isolatielaag tussen de constructie en de platen. Bedrijfsgebouwen en loodsen, waar isolatie van minder belang was, werden veelal bekleed met gegolfde asbestcementplaten tegen een houten regelwerk of staalconstructie. Ze waren verkrijgbaar in verschillende profielen, waarvan sommigen ook gesatineerd in de kleuren olifantgrijs, Rembrandt-bruin en rood.
Sandwichpanelen
Vanaf de late jaren zestig werd woningisolatie belangrijker en kwamen er steeds meer asbestcement sandwichpanelen op de markt. Deze bestonden uit twee asbestcementplaten met daartussen een laag isolatiemateriaal, zoals kurk, vlasvezels, polystyreen, geëxpandeerd polyurethaan of minerale wol. Voor de zichtzijde werd een gekleurde plaat gekozen, terwijl de binnenzijde van eenvoudiger asbestcement kon zijn. Eternit Emaillé, de producent van glasal, maakte dergelijke sandwichpanelen, maar was niet de enige. Het Belgische Scheerders Van Kerckhove (SVK) was een grote leverancier, net als het Amerikaanse Johns Manville.
Gespecialiseerde isolatiebedrijven zoals Schampers Eternithandel in Mierlo (later Panedal), maakten zelf geen asbestcementplaten, maar gebruikten ze om er hun eigen sandwichpanelen mee te maken. Aanvankelijk gebruikten ze massal van tien millimeter dik, maar na de introductie van glasal kreeg dat de voorkeur. Ook de bedrijven Maston uit Maassluis en Morgobest uit Zutphen maakten en leverden een keur aan asbestcement sandwichpanelen. In de helft van de tussen 1967 en 1978 gebouwde meergezinswoningen zijn asbestcement sandwichpanelen toegepast, voornamelijk in flats en gietbouwcomplexen. Tussen 1975 en 1980 werd een kwart van het aantal vierkante meter gevelpuien in nieuwbouwwoningen gevuld met asbestcementplaten.
Wallboards
Naast enkelvoudige platen en sandwichpanelen werd er nog een derde type ontwikkeld, waarbij panelen door middel van extrusie van luchtspouwen werden voorzien. Een voorbeeld is het wallboard van Johns Manville. Dit was leverbaar in dubbelwandige en driewandige uitvoering, met een breedte van zestig centimeter en een lengte van maximaal zes meter. Door hun afmetingen waren wallboards vooral geschikt voor de bekleding van grote hallen en loodsen.
Literatuur
- 'Gevelnummer', Bouwwereld 62 (1966), p. 1402-1411.
- S. Harmsma, Asbest in Kaart. Historisch onderzoek asbestgebruik en methode asbestkansenkaart, Rapport i.o.v. Senter Novem/Bodem+, 10 maart 2006. (Rapport).
- S. Van de Voorde, I. Bertels en I. Wouters, Naoorlogse bouwmaterialen in woningen in Brussel 1945-1975, Brussel 2015, p. 311-337.
Dit artikel maakt deel uit van Moderne bouwmaterialen.
Zie Bouwmaterialen 1940 - 1990 Vernieuwing, constructie, toepassing (nai010) voor meer informatie over dit boek.
Zie Bouwmaterialen 1940 - 1990 Vernieuwing, constructie, toepassing (nai010) voor meer informatie over dit boek.
Zie ook
Artikelen- Beton - gevelbekleding
- Gevelbekleding - algemeen
- Hout - gevelbekleding
- Metaal - gevelbekleding
- Natuursteen - gevelbekleding
Specialist(en)
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 14 apr 2025 om 11:52.