Begraafplaatsen - beheer en onderhoud
Introductie
Bij een begraafplaats die geen praktisch funeraire functie meer heeft, nemen beheer en onderhoud vaak deels of helemaal af, wordt de administratie verwaarloosd en raakt de begraafplaats in verval. Begraafplaatsen met achterstallig onderhoud krijgen minder bezoekers. Ook nabestaanden bezoeken zulke plekken niet graag meer, bijvoorbeeld omdat zij het graf van hun geliefden niet meer kunnen terugvinden en er niemand op de begraafplaats is die hen kan helpen. In veel gevallen wordt het tij gelukkig gekeerd door mensen die zich vanuit particulier initiatief op vrijwillige basis voor een begraafplaats inzetten.
Componenten van begraafplaatsen
In het algemeen hebben begraafplaatsen vier componenten, die vaak in verschillende combinaties voorkomen. Dit zijn: rood (bouwwerken), groen (aanleg, beplanting, inrichting), blauw (waterpartijen) en grijs (grafmonumenten). Elk van deze componenten brengt zijn eigen uitdagingen met zich mee in de dagelijkse beheer- en onderhoudspraktijk.
Rood – bouwwerken
Onder bouwwerken op begraafplaatsen verstaan we alle gebouwde constructies en accommodaties, behalve grafmonumenten. Het gaat bijvoorbeeld om poortgebouwen, aula’s, kapellen, dienstgebouwen en –woningen, wacht- en schuilhuisjes, meubilair, baar- en lijkenhuisjes, muren en toegangspoorten, bruggen en columbaria, of wel bovengrondse urnenbewaarplaatsen of grafnissen.
Bestaande bouwwerken
Veel bestaande gebouwen op begraafplaatsen staan onder druk omdat de eisen voor gebruik veranderd zijn. Aula’s zijn bijvoorbeeld vaak te klein en inefficiënt of de nodige faciliteiten ontbreken. De eenvoudigste oplossing is dan om nieuwbouw te plegen die voldoet aan de eisen van vandaag de dag. Als het bestaande gebouw echter een visueel belangrijk element op de begraafplaats vormt en bovendien een rijksmonument is, moet een andere oplossing worden gezocht.
Wijzigingen aan bestaande bouwwerken
Gebouwen worden aangewezen als rijksmonument om ze in stand te houden. Als het nodig is mogen wel aanpassingen of wijzigingen aan het gebouw gedaan worden. Idealiter vindt voorafgaand aan de vergunningprocedure een vooroverleg plaats tussen de verschillende betrokken partijen. Daarbij is de gemeente het eerste aanspreekpunt kan onder meer worden besproken in hoeverre een aanpassing of wijziging mogelijk en wenselijk is. Belangrijk is dat de monumentale waarden van het gebouw voldoende worden gerespecteerd. Hoe unieker het gebouw, het gebruikte materiaal of de toepassing daarvan, hoe meer gestreefd zal worden naar een goede restauratie of gelijkwaardige vervanging. Stalen kozijnen zullen bijvoorbeeld niet zonder meer worden vervangen door exemplaren van kunststof. Zo wordt er ook in het geval van uitbreiding uiteraard bekeken in hoeverre het bestaande gebouw gerespecteerd wordt. Bij de beoordeling daarvan spelen ook aspecten als bedrijfsvoering, energiehuishouding en duurzaamheid een rol. Het heeft immers geen zin gebouwen aan te passen of te restaureren die vervolgens onbruikbaar blijken en leeg komen te staan. Dit om te voorkomen dat deze gebouwen ten prooi vallen aan verval.
Hergebruik bouwwerken als urnenbewaarplaats
Beschermde lijkenhuisjes, aula’s en kapellen kunnen vaak uitstekend dienen als urnenbewaarplaats. Daarvan zijn op diverse begraafplaatsen voorbeelden te vinden. Ook muren van gebouwen kunnen gebruikt worden voor urnennissen. Afhankelijk van materiaal en vormgeving kan een dergelijke nieuwe vorm een waardevolle toevoeging vormen, zeker als de ingreep omkeerbaar is. Ook voor zulke ingrepen is in de meeste gevallen een omgevingsvergunning nodig. Overleg daarvoor met de gemeente voorafgaande aan de plannen.
Nieuwe bouwwerken
Op veel oude begraafplaatsen worden ook nieuwe bouwwerken geplaatst. Behalve dienstgebouwen zijn dat vooral columbaria of urnenmuren en soms crematoria. Wanneer de aanleg van een begraafplaats beschermd is, dan is voor zo’n voorziening vaak een omgevingsvergunning nodig. Voor wijzigingen aan beschermde begraafplaatsen is de gemeente het eerste aanspreekpunt. Bij het afgeven van die vergunning wordt onder meer bekeken in hoeverre nieuwe bouwwerken of aanpassingen nodig zijn en een aanwinst vormen, dan wel de historische aanleg of het beeld verstoren. Overleg met de gemeente en eventueel de RCE voordat de vergunningprocedure in gang wordt gezet. Dat zorgt dat het proces beter en sneller verloopt.
Groen – aanleg – beplanting – inrichting
Door ouderdom en jarenlang gebruik zijn in veel gevallen bepaalde karakteristieken van de aanleg, beplanting of inrichting van begraafplaatsen vervaagd of zelfs verloren gegaan – ook bij beschermde begraafplaatsen. Zo is het padenbeloop soms gewijzigd, kunnen grafvelden zijn uitgebreid en bomen vervangen door een andere soort of op een andere plek zijn geplant. Bloeiende heesters hebben een beperkte levensduur en moeten daarom met enige regelmaat vervangen worden. Ook de omvang van de bescherming is niet altijd duidelijk wat veranderingen in de aanleg tot gevolg kan hebben. Ook kan het zijn dat de beheerder onbekend is met het oorspronkelijke ontwerp en de bedoeling ervan.
Groenbeheer
In de 19e eeuw hielden veel tuinarchitecten van begraafplaatsen rekening met een termijn van vijftig tot honderd jaar voor een volgroeid bomenbestand. Dat betekent dat het groen op 19e- en vroeg 20ste-eeuwse begraafplaatsen op hun hoogtepunt is, of daar al overheen. De kwaliteit van de bomen of struiken kan door ouderdom of door verminderde (bodem-)omstandigheden zodanig zijn achteruitgegaan, dat ingrijpen noodzakelijk is. Ook de recente droge jaren hebben invloed op het monumentaal groen. Soms kan een technicus een monumentale boom nog voor enige tijd behouden. Soms ook zal het gaan om nieuwe aanplant na kap van oude bomen.
Onderzoek
Om goede beslissingen in het groenbeheer van een beschermde begraafplaats te kunnen nemen, is in veel gevallen eerst een cultuurhistorische analyse of tuinhistorisch onderzoek nodig. De gegevens uit zo’n onderzoek vormen de basis voor een zogenaamde beheervisie waarin wordt beschreven wat de waarden zijn, welke werkzaamheden nodig zijn en hoe deze in de komende 6 jaar te prioriteren. Door ver vooruit te kijken is het mogelijk om zowel het boombeheer als ander groot onderhoud te overzien, te prioriteren en te plannen. Op die manier kan het budget optimaal ingezet worden. Bovendien is duidelijker hoe te handelen bij calamiteiten zoals stormschade.
Beheerplan
Bij het uitbesteden van het groenonderhoud van een begraafplaats aan een bedrijf of aan vrijwilligers is het verstandig om eerst de maatregelen goed uit te werken, bijvoorbeeld in een beheerplan. Op die manier is het mogelijk om grip te houden op de werkzaamheden. Het is aan te bevelen om een deskundige tuin- of landschapsarchitect te betrekken bij het voorbereiden van een beheervisie. De uitvoeringsrichtlijn voor hovenierswerk biedt allerlei informatie en tips voor het lopend groenonderhoud. Als gebruik wordt gemaakt van de ‘Subsidieregeling instandhouding monumenten’ (Sim) is het werken volgens deze richtlijn zelfs verplicht. Behalve een kapvergunning is voor ingrepen in de beschermde aanleg vaak ook een omgevingsvergunning vereist voor de wijziging van het monument.
Paden
Een belangrijk onderdeel van de aanleg van begraafplaatsen zijn de slingerpaden of, bij jongere ontwerpen, een meer symmetrisch padenstelsel. De paden zijn van oorsprong vaak onverhard en zonder kantopsluiting. Om gebruiksredenen en efficiënter beheer zijn veel paden in de loop der tijd verhard. Dit mag begraafplaatsen dan wel toegankelijker maken, het doet tegelijkertijd afbreuk aan het ontwerp en de beleving ervan. Vaak zijn er andere oplossingen mogelijk die zich meer voegen naar het ontwerp, zoals halfverhardingen of verhardingen met een aangepaste afwerk- of slijtlaag. Vormgeving en materiaalkeuze zijn van groot belang bij de waardering van dit soort wijzigingen.
Grafvelden
De grafvelden binnen een 19e-eeuws begraafplaatsontwerp zijn doorgaans ruim van opzet, enigszins bollend en gelegen in een natuurlijk ogende groenstructuur. Het reliëf heeft samen met de paden en beplanting een ruimtelijk en structurerend effect. Een combinatie met hagen is mogelijk, maar vaak zijn deze een toevoeging uit later tijd. Op veel 19e-eeuwse begraafplaatsen zijn delen van de groenstructuur opgeofferd aan grafruimte. Hierdoor is het oorspronkelijk ontwerp geweld aangedaan of zelfs geheel verloren gegaan. Herstel is dan nodig om de nog aanwezige tuinhistorische waarden weer tot hun recht te laten komen. Vaak zijn eventuele eigentijdse grafmonumenten dan ook beter in te passen en blijven de funerair-historische waarden in hun context behouden.
Ecologische functie
Begraafplaatsen met een bijzondere aanleg hebben vaak ook een ecologische functie, niet alleen in de omgeving, maar ook binnen de grenzen van de begraafplaats zelf. Omdat begraafplaatsen ’s nachts donker en stil zijn en omdat de decennialange continuïteit in het beheer ervoor zorgt dat flora en fauna de tijd hebben gekregen om zich te ontwikkelen. Veel vogels en vleermuizen maken gebruik van de holen in oude bomen. Bijzondere mossen en paddenstoelen groeien langs de paden. En ook het steenslag of grind op de graven en de diverse steensoorten van de grafmonumenten kunnen een bijzondere biotoop vormen voor zeldzame planten, mossen of korstmossen. Plaatselijke natuurverenigingen hebben dat al ontdekt en geven vaak het belang aan van een plek voor een beschermde planten- of diersoort, zoals vleermuizen. Bij het maken van plannen voor de begraafplaats is het goed hier rekening mee te houden.
Grafbeplanting
Veel begraafplaatsen hebben regels voor de toegestane hoogte van grafbeplanting. Maar vaak is in het verleden nauwelijks opvolging gegeven aan bestaande regels in verordeningen of reglementen. Door niet tijdig te hoge beplanting te verwijderen of te snoeien zijn veel begraafplaatsen nu begroeid met metershoge coniferen, buxus, rozen of zelfs bomen. Dat heeft er soms toe geleid dat sobere, geometrisch aangelegde begraafplaatsen een romantische en minder sobere aanblik hebben gekregen. Wordt echter plotseling besloten om de regels met betrekking tot grafbeplanting toe te passen, dan kan dat leiden tot complete kaalslag en onbegrip bij nabestaanden en bezoekers. Het is daarom beter om verwaarloosde of doorgegroeide grafbeplanting niet zonder meer te verwijderen, maar om te kijken hoe de beheersverordening aangepast kan worden en hoe het probleem in de toekomst, door goed beleid en daarop aansluitend beheer, te voorkomen is.
Blauw – waterpartijen
Water speelt in Nederland een grote rol, ook bij begraafplaatsen. Het is vooral de functionele kant van het water, als afscheiding of als afvoermogelijkheid voor drainagewater, die van belang is. Als specifiek ontwerpelement komt water minder vaak voor. Vooral in de laaggelegen gebieden van Nederland vinden we verhoogde begraafplaatsen en kerkhoven die worden omringd door een sloot of een gracht. In een enkel geval werden deze ook gebruikt voor de aanvoer van lijken per boot, zoals bij de joodse begraafplaatsen in Muiden of Ouderkerk aan de Amstel of bij de algemene begraafplaats aan de Spanjaardslaan in Leeuwarden. Die functie is verdwenen, maar als herinnering daaraan kan zo’n waterloop een belangrijk onderdeel vormen van de bescherming. Maatwerk en persoonlijke uitvaarten zijn populair en daarbij is zelfs deze manier van vervoer over water weer geïntroduceerd, zoals bij Zorgvlied in Amsterdam.
Beschoeiing
De in- of aanpassing van een vijver of watergang bij een begraafplaats kan een belangrijke rol spelen in de klimaatadaptatie. Een punt van aandacht daarbij is vaak wel de beschoeiing van de walkant. Een goede beschoeiing beschermt de walkant tegen schade door bijvoorbeeld afkalving. Wanneer deze echter te hoog worden opgetrokken vormen ze een ongewenst beeld en bovendien een barrière voor dieren. Een natuurvriendelijke beschoeiing oogt vaak niet alleen mooier maar is ook beter voor de waterkwaliteit.
Grijs – grafmonumenten
Grafmonumenten vormen een belangrijk onderdeel van begraafplaatsen. Ze bepalen door hun vormgeving en materiaaltoepassing in hoge mate het beeld. Met de inscripties en iconografie vertellen zij het verhaal van bewoners en gebeurtenissen. Voor de dagelijkse praktijk van het begraven en plaatsen van grafmonumenten is geen omgevingsvergunning nodig, zolang daarbij de monumentale waarden van de begraafplaats in acht genomen worden. Aanvullende regels voor het plaatsen van nieuwe grafmonumenten op historische begraafplaatsen kunnen eventueel opgenomen worden in verordening of reglement van de begraafplaats zelf.
Hergebruik
Hergebruik van grafmonumenten op een beschermde begraafplaats wordt aangemoedigd. Hiermee kan de karakteristiek van een begraafplaats intact worden gehouden, terwijl er toch gewoon begraven wordt. Dit is in overeenstemming met de aard van de begraafplaats. Het eigenaarschap voorafgaand aan de nieuwe uitgifte van het graf moet dan wel bij de houder van de begraafplaats liggen en er mogen geen al te grote wijzigingen aan het grafmonument plaatsvinden.
Gesloten begraafplaatsen heropenen
In het verleden zijn begraafplaatsen gesloten omdat gedacht werd dat daarmee de bescherming en instandhouding beter gewaarborgd zou blijven. Op een enkele uitzondering na blijkt dat idee niet te werken. De begraafplaats vervalt of het onderhoud wordt zodanig dat funeraire waarden verloren gaan. Een goed voorbeeld daarvan is de enorme kaalslag op begraafplaatsen nadat in het laatste kwart van de 20ste eeuw mechanisch maaien werd ingevoerd. Alles wat los zat of in de weg stond, is toen opgeruimd: graftrommels, vazen, grafgiften, hekwerken en dergelijke. Daarmee is een grote rijkdom aan losse funeraire objecten verloren gegaan. Door de begraafplaats open te houden is deze door blijvend gebruik aan verandering onderhevig, maar de funeraire waarden zullen over het algemeen beter behouden blijven. Het heropenen van een begraafplaats om deze opnieuw in gebruik te nemen is dan ook vaak het overwegen waard, ook al is het als (gedenk)park.
Begraven op heropende begraafplaats
Wanneer men op een heropende begraafplaats weer wil gaan begraven, dient vooraf goed te worden onderzocht of dat technisch mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van de afstand tot de bebouwing, grondwater en dergelijke. Daarnaast moet gekeken worden op welke wijze de historische waarden mee ontwikkeld kunnen worden. Er moet dus een goede analyse gemaakt worden van de aanwezige historische elementen en de kwaliteit ervan. Vervolgens kan bekeken worden hoe het nieuwe begraven binnen de historisch waardevolle context kan worden ingepast. Bijvoorbeeld door hergebruik van oude grafmonumenten of door alleen bepaalde delen van de begraafplaats voor nieuwe begravingen te bestemmen. Uiteraard kan ook gekeken worden naar mogelijkheden voor asbijzettingen.
Asbijzettingen
Voor het plaatsen van een columbarium of het bijzetten van urnen op een gesloten begraafplaats, is een formele heropening niet nodig. De Wet op de lijkbezorging heeft het bij sluiting alleen over begraven, asbijzettingen vallen daar niet onder.
Beeldbepaling door regelgeving
De eigenaar van een begraafplaats kan het beeld van de grafvelden in hoge mate bepalen door regels te stellen over het gebruik van materialen en de maatvoering van grafmonumenten. De aanwezigheid van bijzondere grafmonumenten zegt iets over de vrijheid of juist de regels die in het verleden bestonden. Net als tegenwoordig kenden sommige families ook vroeger de drang zich te onderscheiden. Daartoe paste men nieuwe materialen toe en volgde men de laatste mode in de vormgeving. Andere opvattingen hebben juist tot gelijkvormigheid geleid, waardoor sommige begraafplaatsen een uniek karakter hebben gekregen.
Karakteristiek behouden
In de regelgeving en de toepassing van die regels moet goed gelet worden op hoe regels over materiaalgebruik en maatvoering het beeld van een begraafplaats bepalen, zeker in geval van beschermde begraafplaatsen. Als een gelijkvormig beeld bijvoorbeeld karakteristiek is voor de begraafplaats, dan kan daarop doorgegaan worden om het beeld in stand te houden. Een zekere vrijheid bij het plaatsen van nieuwe grafmonumenten biedt weliswaar gelegenheid aan nieuwe verschijningsvormen en materiaaltoepassingen, maar kan in geval van beschermde grafvelden het specifieke karakter aantasten. Zo zijn in de loop der tijd veel karakteristieke verticale, natuurstenen grafmonumenten met kruis vervangen door lage brede golfkoppen van gekleurd, hoog gepolijst graniet. Deze vragen door de kleur, vorm en textuur zoveel aandacht voor zichzelf dat dit de beleving van het geheel belemmert.
Het is de kunst om, met behulp van goede regels, grafvelden die enkele eeuwen grafcultuur laten zien, in stand te houden. Dat daar – rekening houdend met de bestaande monumentale waarden – ook passende moderne grafmonumenten tussen geplaatst worden, maakt het beeld alleen maar completer. Dit laat met respect voor wat er is, de ontwikkeling zien die tot op de dag van vandaag doorgaat.
Beheer en beleid
Veel beslissingen over hoe om te gaan met een beschermde begraafplaats worden op beheer- en beleidsniveau genomen. Dat is goed, maar biedt in principe te weinig houvast als er problemen ontstaan. Er zijn gevallen bekend waarbij op beheerniveau werd afgesproken dat op de begraafplaats alleen nog grafzerken geplaatst mochten worden van een goede kwaliteit en gezoet, niet gepolijst. Echter, in de gemeentelijke verordening op de begraafplaatsen was hierover niets geregeld, waardoor nabestaanden in het gelijk werden gesteld toen ze een gepolijste steen wilden plaatsen. Het is daarom zaak om beleidsvoornemens die bescherming of instandhouding beogen, ook vast te leggen in de verordeningen of reglementen en hierover te communiceren in brochures, op websites en via andere uitingen.
Zie ook
Artikelen- Begraafplaatsen
- Begraafplaatsen - diversiteit: begraven van minderheden in Nederland
- Begraafplaatsen - financiering van behoud van funerair erfgoed op begraafplaatsen
- Graftekens van ijzer en kunststeen en hout
- Graftekens van ijzer en kunststeen en hout - schade en herstel
- Graftekens van natuursteen
- Graftekens van natuursteen - schade en herstel
- Joodse begraafplaatsen in Nederland
- Protestantse of hervormde begraafplaatsen in Nederland
begraafplaatsen, vergunningen, beheer en behoud
Specialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 9 aug 2024 om 03:17.