Comacini


Groepen steenhouwers en metselaars, voor het eerst genoemd in de wetgeving van de Longobardische koning Rotharis (636-653). Men heeft hun een (vaak sterk overdreven) rol toegekend in de verspreiding van een aantal kenmerken van de Lombardische bouwtrant ( (zie) romaanse bouwkunst) in Zuid-Frankrijk, Catalonië, Bourgondië, Normandië en de Rijnlanden, in het bijz. als overbrengers van de gewelftechniek met kruisribben. Zij zouden afkomstig zijn uit Como en omgeving. Opmerkelijk is dat vele eeuwen later, in het tijdperk van de barok, veel van de grootste bouwmeesters afkomstig waren uit de streek van de meren van Como en Lugano (groep van Ticino, (zie) barok). (Haslinghuis)


U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 20 aug 2024 om 10:13.