huistekens
Kenmerkend versierend element op woonhuizen en boerderijen, doorgaans op een geveltop aangebracht. Het is meestal van hout en heeft een symbolische betekenis. In Twente worden de gevels vaak bekroond door uitgezaagde planken. Boven het woongedeelte hebben die de vorm van b.v. een zonnerad met daarop een kruis, een Germaans teken met een christelijk symbool. Andere motieven hebben betrekking op symbolen als anker of hart, en in katholieke streken miskelk en hostie. Boven de bedrijfsingang zijn vaak twee gekruiste paardenhoofden. Het paard heeft in het volksgeloof een belangrijke rol gespeeld.Tot de huistekens kan men ook de gietijzeren levensboom rekenen, die vooral in XIX in de bovenlichten van deuren werd geplaatst. Bij een Friese boerderij is op plaatsen waar voor- en achterdakvlak bij de nok komen, een driehoekig vlakje, uilenbord. Daarin zit een ventilatieopening waardoor uilen naar binnen vliegen. De driehoek wordt geflankeerd door twee houten zwanen, gescheiden door een uitgezaagde plank ( makelaar). Ook in Noord-Holland kent men zulke makelaars. Zij komen daar vooral aan houten woonhuizen voor. De oudere vormen zijn rijk bewerkt, bolvormig, in de vorm van een kurkentrekker, een kroon of zelfs een toren. (Haslinghuis)
- Synoniem: huisteken
- Breder: fysieke kenmerken
- Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus
- Thesaurus: huistekens
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 20 aug 2024 om 10:22.