nagels (bevestigingsmiddel)

Vierkant gesmede spijkers of nagels met een puntig uiteinde.,houten of ijzeren verbindingsmiddel dat met een hamer ingedreven wordt. (Haslinghuis)

• Synoniem: nagel (bevestigingsmiddel),spijker (bevestigingsmiddel),spijkers (bevestigingsmiddel)
• Breder: bouwelementen
• Smaller: drielingen (nagel), kopspijkertjes, nagelonderdelen, duikers (nagel), spanspijkers, bannagels, deurnagels, voegspijkers, draadnagels, kruisnagels, dakspaannagels, taaie spijkers, spoednagels, sluipers (nagel), Tornagels, sierspijkers, taaie nagels, wrakelingen, daknagels, stukadoornagels, schroefnagels, mitennagels, dubbele nagels, lasnagels, bordspijkers, koggenagels, leinagels, latijzers, steekspijkers, klinknagels, bouwplaatnagels, spitspuntnagels, ankernagels, treknagels, bandnagels, klampspijkers, brosse nagels, zoldernagels, enkele nagels, basterdnagels, Bergse ankernagels, breeuwspijkers, duplexnagels, rongen, golfplaatnagels, rondhoofden, tingelspijkers, schotspijkers, middelnagels, kerfspijkers, keernagels, rietplanknagels, rietnagels, dwarskoppen, asfaltnagels, oordjesnagels, gipsplaatnagels en Bergse nagels
• Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus
• Thesaurus: nagels (bevestigingsmiddel)