bomen (gewas)

Houtachtig gewas met een enkele, stevige, houtige en overblijvende stam, die zich op een zekere hoogte boven de grond vertakt.

Pagina's met het begrip bomen (gewas)

• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Drenthe
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Friesland
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Gelderland
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Groningen
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Limburg
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Noord-Brabant
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Noord-Holland
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Overijssel
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Utrecht
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Zeeland
• Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Zuid-Holland
• Bedreigde wilde bomen en struiken - soortbeschrijvingen

---

• Synoniem: boom (gewas)
• Breder: landschapselementen
• Smaller: kindertjesbomen, devotiebomen, tiendbomen, Berger sparren, gekandelaarde bomen, boomonderdelen (gewas), hoogstamfruitbomen, koortsbomen, heilige bomen, vruchtbomen, hovelingen, klimplanten, solitaire bomen, pestbossen, gerechtsdingbomen, individuele bomen, monumentale bomen, fruitbomen, herdenkingsbomen, tuinbomen, galgenbomen, doelebomen, Boomse kapravens, leibomen, opgaande bomen, etagebomen, aanplakbomen, markeringsbomen, knotbomen, fetisjbomen, spijkerbomen, leifruitbomen, uitkijkbomen, kapelhofbomen, bakenbomen, oranjebomen, op enen gezette bomen, kerkhofbomen, afweerbomen, erfbomen, schermbomen en wensbomen
• Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus
• Thesaurus: bomen (gewas)