leem
In de geologie en bodemkunde wordt met leem een mengsel van silt, klei en weinig zand aangeduid. Silt (een korrelgrootte tussen klei en zand in: 0,002 tot 0,05 mm) is de dominante component in dit mengsel. Leem kan door het ijs, door rivieren of door de wind zijn afgezet.
In het bouwbedrijf werd leem gebruikt voor het bestrijken van wanden, schoorsteenboezems, plafonds e.d., als bekleding van vlechtwerkvullingen, vaak vermengd met kalk en strohaksel. Het werd ook gebruikt voor het minder brandbaar maken van dakbedekkingen van stro, schindel. (Haslinghuis)
- Breder: materialen
- Smaller: roodleem en colluvia
- Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus
- Thesaurus: leem
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 20 aug 2024 om 04:55.