dwarsgetuigd

Wordt gezegd van een wiek van een molen als de heklatten aan weerszijden van de roede even lang zijn. Deze symmetrische wiekvorm kwam vroeger in Nederland voor en bestaat o.a. in Frankrijk nog. De wiek had twee zeilen van gelijke oppervlakte, één aan elke zijde van de roede of één groot zeil dat over het hekwerk en de roede werd gelegd. (Haslinghuis)

• Breder: fysieke kenmerken
• Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus
• Thesaurus: dwarsgetuigd