bouwonderdelen
Een object oorspronkelijk gemaakt als ruimtelijk onderscheidend onderdeel van een bouwwerk. (Nomenclature 3.0 for Museum Cataloging)
- Breder: bebouwde omgeving
- Smaller: telrieën, viden, divisies, hilden, caldaria, zonnepanelen, loggia's, gordingen (vliering), zeskanten, vogelgaten, kelders, corps de logissen, walhuizen, nonnenkoren, armaria, saletten, bedsteden, kerkers, voorsprongen, interieurs (bouwonderdeel), coretto's, aanbouwsels, secretaria, enfilades, loketten, portalen, dwarspanden, gardemeubles, liften, bovenkerken (kerkdeel), kaeffarten, zolderingen, uitstekken, traveeën, oksalen, pissines, druipkanten, ruimen (kerkonderdeel), tribunes, cella's (hoofdgedeelte), uitgangen, tassen (boerderijonderdeel), balkons, kamers (vertrek), apsissen, askolken, rookgaten, trapkokers, beuken (bouwonderdeel), koningsgalerijen, binnenplaatsen, balkons (molen), vleugels (gebouwonderdeel), amvons, flieringen, kelderverdiepingen, pronaos, skeletten, geveltekens, fooien (omgang), spoelkeukens, ingangen, doksaal, tussenlid, hallen, hypocausta, cavea's (theaterdeel), diaconica, portico's, scharnierliggers, salutatoria, lekenkerken, caldatoria, opstanden, boerenhuizen, triclinia, bouwfragmenten, kluizen (boetecel), uitkragingen, boxen (stalruimte), bel-etages, voorhuizen, cour, gardemangers, bovenkapellen (kapelonderdeel), torens (bouwwerk), gangen (ruimte), hypogea, verdiepingen, begane grond, kapellen (gebouwonderdeel), protheses, onderbouw, broodhuizen, eetzalen, confessio's, zalen, opisthodomos, onderstukken, rookkanalen, achterkerken, stookplaatsen, poorten (bouwwerk), compartimenten, pastophoria, trappenhuizen, folterkamers, bêma's, tonsura's, osendroppen, latrines, alkoven, koorsluitingen, bovenbouw, lokalen, cella's (ommuurde gedeelte), frigidaria, zolders (ruimte), Huddesteen, parvissen, stagen, galilea's (voorkerk) en uitbouwen
- Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus
- Thesaurus: bouwonderdelen
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 18 feb 2025 om 04:04.