bakstenen
Bakstenen zijn stenen die ontstaan door klei, hoofdzakelijk gewonnen in de uiterwaarden van de grote rivieren, te vormen in blokken en vervolgens op hoge temperatuur (c. 800 - 1100 °C) te bakken. Aan de hand van het vormingsprocedé onderscheiden we handvormstenen, vormbakpersstenen en strengpersstenen. Na te zijn gedroogd, worden de stenen opgestapeld en gebakken. De kwaliteit van de steen is afhankelijk van de temperatuur waarop deze gebakken is; hogere temperaturen geven hardere stenen, te hoge temperaturen gesmolten misbaksels. Omdat de stapel of 'tas' niet overal aan dezelfde temperatuur blootgesteld wordt, dient na het bakken gesorteerd te worden op hardheid en kleur. Dit gebeurt zowel visueel als op klank; Hardere stenen hebben een donkere kleur en geven een heldere klank als ze tegen elkaar geslagen worden (klinkers), zachtere stenen kleuren feller en klinken dof. Naar gelang ijzeroxide of calciumoxide de overhand heeft in de klei, kleurt de steen rood of geel. Bakstenen werden reeds gebruikt in de oudheid, aangenomen wordt dat in Nederland de productie techniek is herondekt door de kloosterlingen omstreeks 1250.
Pagina's met het begrip bakstenen
- Synoniem: baksteen,klinker,metselsteen,metselstenen
- Breder: kunststeen
- Smaller: fimonsteen, ventilatiesteen, Utrechtse steen, Venlose Klinkerformaat, mottige baksteen, rooswinkels, reuzenmop, Vlaamse stenen, Boomse stenen, Limburgs formaat, Hattemer stenen, molersteen, straatklinker, IJselformaat, putstenen, Brabantse steen, mop, vormsteen, metselbaksteen, Engels formaat, badcelstenen, vormlingen, montantsteen, handvormsteen, baksteenonderdelen, dompen, Lekstenen, scheennes, wigstenen, geslepen stenen, poroton, roden, Waalsteen, Stichtse stenen, sinterkoppen, vormstuk, profielsteen, holle bakstenen, Zeeuwse steen, Goudse stenen, Roermondse steenformaat, Rupelmondse stenen, Limburgse steen, Porisosteen, Isolba-bouwsteen, straatsteen, kloostermop, strengperssteen, Callebeker stenen, Stekense stenen, bricornasteen, Rijnvorm, Waaldikformaat, radiaalstenen, nievelsteen, waalformaat, vechtformaat, moeven, Friese steen, briketten, IJsselsteen, steenstrip, volle baksteen, Hilversums formaat, Belgisch formaat, gewelfribsteen, Twentse steen, verblendsteen, vormbaksteen, welboorden, appelbloesem (baksteen), frog-steen, Silezische steen, drielingen (baksteen), Leca-steen, Groninger steen, boogstenen, kerkraamsteen, Duits formaat, akerstenen, glas-in-lood steen, Leidse stenen, Vlamovic, Belgische steen, papenstenen, vuurvaste chamottesteen, vuurvaste steen, voorwerkers, achterwerkers en tichelstenen
- Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus
- Thesaurus: bakstenen
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 20 aug 2024 om 03:02.