steigerschuiten

17de -eeuws Nederlands binnenschip voor de beurtvaart, gebouwd met een ronde romp, een sterk gebogen, steile voorsteven, sterke zeeg en een breed boeisel. Het voorschip was gedekt tot aan de mast. De tuigage was bezaantuig. De kleinere steigerschuiten, waarmee te Amsterdam goederen werden vervoerd, hadden een open ruim (MARDOC).

• Synoniem: steigerschuit
• Breder: binnenvaartschepen
• Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus
• Thesaurus: steigerschuiten