Boerderijen Westerwolde

Introductie

De Westerwoldse boerderijen behoren tot de noordelijke huisgroep. Ze zijn vaak groot van omvang en bevatten al dan niet een versmald woongedeelte en schuren die drie of vijfbeukig zijn.

Boerderij met bomen
Boerderij van het Westerwoldse type bij Bourtange. Foto: beeldbank RCE, A.J. van der Wal, 1971 CC BY-SA 3.0
achterzijde boerderijschuur
Achterzijde van een boerderij in Wedde met vijfbeukige schuur. Foto: beeldbank RCE, Chris Booms, 2009 CC BY-SA 3.0

Geologie

Westerwolde ligt in het zuidoosten van de provincie Groningen, tegen de Duitse grens. Het gebied bestaat uit iets hoger gelegen zandgrond, dat deels is ontstaan door afgegraven veen als gevolg van de turfwinning. In het westen en zuiden loopt het gebied over in de Veenkoloniën. In het noorden grenst het gebied aan het Oldambt. Vanwege de hoger liggende zandgronden is in dit gebied sprake van het gemengde bedrijf. Op de afgegraven zandgrond (dalgrond) komt akkerbouw voor. De ontginningsgeschiedenis van Westerwolde gaat terug tot in de middeleeuwen.

Middeleeuwen

Van de vroegere boerderijen is weinig overgebleven. Dit waren langwerpige, veelal driebeukige gebouwen, met een woongedeelte voor en een bedrijfsgedeelte achter. De eerste boerderijen waren van hout. De gebouwen hadden aanvankelijk rieten daken.

Huidige boerderijen

De huidige Westerwoldse boerderijen dateren grotendeels uit de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw. De oudste nog bestaande voorbeelden dateren uit de achttiende eeuw. Vermoedelijk heeft in die eeuw verstening van de boerderijen plaatsgevonden.

Bedrijfsgedeelte

Kenmerkend voor Westerwoldse boerderijen is het brede, vaak vijfbeukige bedrijfsgedeelte. Uitgangspunt was een grote ruimte die optimaal functioneerde voor het gemengde bedrijf. Daardoor waren een grote tasruimte en dorsvloer nodig, alsmede ruimte voor veestallen. Hierdoor was meestal sprake van een middenbeuk die als grondtas diende, geflankeerd door twee binnenste zijbeuken die als zijlangsdeel dienden en twee smalle buitenste zijbeuken voor de veestallen. Het vee stond in potstallen met de koppen naar de deel en werd gevoerd vanuit een smalle voergang. De twee zijlangsdelen zijn aan de achterzijde vaak herkenbaar aan twee stellen inrijdeuren ter weerszijden van de middendeel. In Westerwolde zitten de deeldeuren van één zijlangsdeel vaak ook aan de voorzijde, waardoor het lossen van de wagens nog sneller en efficiënter kon gaan door aan de ene kant erin en de andere kant eruit te rijden. Midden achteraan bevond zich een paardenstal, uitwendig te zien aan grote vensters in het midden van de achtergevel. De daken van de Westerwoldse boerderijen hebben meestal een wat flauwere hellingshoek dan die van de boerderijen elders in Groningen.

Woongedeelte

De boerderijen in Westerwolde hebben ook een betrekkelijk sober woongedeelte, dat zich meestal onder dezelfde kap als het bedrijfsgedeelte bevindt. In plaats van een reeks krimpen treffen we hooguit één verspringing tussen woon- en bedrijfsgedeelte aan. Dat kan een ingebouwde hoek zijn, waarbij één zijgevel van het woongedeelte hoger is opgetrokken dan de andere zijde. Als gezegd zitten bij sommige boerderijen in de uitgespaarde hoek aan de voorzijde de deeldeuren. Hier en daar zitten de deeldeuren zelfs in de voorgevel, omdat de zijlangsdeel geheel naar voren doorloopt. Sommige boerderijen in Westerwolde hebben boven het woon- en bedrijfsgedeelte een eigen dak met een verschillende hellingshoek. Het smallere woongedeelte is dan soms diep naar voren uitgebouwd en heeft grote vensters en een voordeur aan de zijkant. Evenals in het Oldambt was de etage boven het woongedeelte vaak als zaadzolder in gebruik, ook hier te zien aan de reeks kleine vensters boven in de voorgevel.

Zie ook

Hoort bij deze thema's Begrippen

boerderijen en Westerwoldse boerderijen

Specialist(en)
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 8 aug 2024 om 07:52.