Cees Dam (1932)
Introductie
Cees Dam (Velsen, 1932) volgde de HTS en studeerde in 1963 af aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Een jaar later richtte hij in Heemstede zijn bureau Dam & Partners op dat in 1968 naar Amsterdam verhuisde. Cees Dam is vooral bekend geworden vanwege de Stopera, het gecombineerde stadhuis en muziektheater in Amsterdam, dat hij na een lange en complexe besluitvorming samen met de Oostenrijkse architect Wilhelm Holzbauer ontwierp. De totstandkoming van het in 1986 opgeleverde complex ging gepaard met felle protesten vanuit zowel de architectuurwereld als de Amsterdamse bevolking.Eclectische architectuur
Aan het begin van zijn loopbaan werd Dam beïnvloed door het werk van architect Bernard Bijvoet van het bureau Holt en Bijvoet en dat van zijn docenten aan de Academie van Bouwkunst, met name Gerrit Rietveld en Aldo van Eyck. De opvattingen van Van Eyck zijn zichtbaar in zijn vroege werk, dat door de toepassing van geschakelde rechthoeken en rasters verwantschap toont met het structuralisme. Al snel liet Dam de principes van deze architectuurstroming echter achter zich, waarna invloeden van Le Corbusier en de Italiaanse architect, glas- en meubelontwerper Carlo Scarpa duidelijker naar voren kwamen in zijn werk. Toch liet hij zich nooit vastleggen op één ontwerpstijl en ontwikkelde hij een eclectische benadering, waarin hij verschillende invloeden combineerde. Hij richtte zich op het ontwerpen van gebouwen die luxe en grandeur uitstralen, met nadruk op het bevorderen van sociale interactie en het versterken van het gemeenschapsgevoel en met speciale aandacht voor publieke ruimtes.
Symmetrie en licht
In zijn ontwerpen koos Dam vaak voor een symmetrische opbouw van de plattegrond, met regelmatig snijdende cirkels. Door een dynamisch spel van afwisselende ruimtes, variërend in grootte en hoogte, bracht hij ruimtelijke relaties en hiërarchieën tot uitdrukking. Lichtinval was daarbij belangrijk. Gevels, vaak opgebouwd uit systeempanelen met witte tegels, spelen in zijn werk een prominente rol. Hiermee streefde hij naar het creëren van een harmonieus geheel.
Onderwijs
Cees Dam werd in 1993 aangesteld als hoogleraar Architectuur aan de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft waar hij van 1995 tot 1998 ook als decaan werkzaam was. Naast zijn onderwijswerk bekleedde hij diverse nevenfuncties en trachtte hij in televisieseries voor Teleac en de AVRO de architectuur dichter bij het publiek te brengen.
Ridder tot in de Orde van de Nederlandse Leeuw
Zijn zoon Diederik Dam trad in 1991 tot het bureau toe en werd in 1993 mede-eigenaar. In 2007 werd Cees Dam benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, voor zijn bijzondere verdiensten en zijn inzet voor architectuur en cultuur als essentieel onderdeel van een duurzame samenleving.
Objecten
- Residentie Seinpost, Den Haag (1980).
- Moller Instituut, Tilburg (1982).
- Weenaflat, Rotterdam (1984).
- Centrum Reigersbos, Amsterdam (1984).
- Stadhuis Almere (1986).
- Stadhuis en Muziektheater Amsterdam, de Stopera (1987).
- Leefgemeenschap De Donksbergen, Duizel (1988).
- Kantoor en woonhuis, Amstel 270, Amsterdam (1988).
- Huis van de Toekomst, Autotron Rosmalen (1989).
Bronnenlijst
- Dam, C, Evers K., Cees Dam (Amsterdam 2007).
- Lootsma, Bart, Cees Dam (Rotterdam 1989).
Dit artikel is geschreven door Eva Villanueva.
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema's BegrippenPersonenSpecialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 11 nov 2025 om 03:16.