Collectie Nederland - geschiedenis van het begrip


Introductie

Dit artikel gaat over de totstandkoming en inburgering van het begrip Collectie Nederland. De ‘Collectie Nederland’ is de overkoepelende benaming voor ‘… al het roerend cultureel erfgoed dat in musea, archieven en bibliotheken verzameld en beheerd wordt. Het gaat om verzamelingen die vanwege het maatschappelijke belang ervan met publieke middelen in stand gehouden worden in Nederland’.

Deltaplan voor het Cultuurbehoud

De Algemene Rekenkamer publiceerde in 1988 een rapport waarin zij grote achterstanden signaleerde in het behoud en beheer van belangrijke museumcollecties in Nederland. Het toenmalige ministerie van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur (WVC) besloot om, onder druk van de Tweede Kamer, extra te investeren in cultuurbehoud: 40 miljoen gulden per jaar tussen 1990 en 1998.

De extra aandacht en financiën resulteerden in het Deltaplan voor het Cultuurbehoud. De beleidsmatige verantwoording en onderbouwing hiervan werd uitgewerkt in de nota ‘Kiezen voor kwaliteit’. Hierin introduceerde de minister Hedy d' Ancona voor het eerst het begrip Collectie Nederland. Zij plaatste haar beleidskeuzes nadrukkelijk binnen een ‘nationaal afwegingskader’: “Wil ik […] op museaal terrein een collectiebeleid op macro-niveau voeren waarbij het afwegingskader wordt gevormd door het totaal van de in Nederland aanwezige collecties: de ‘Collectie Nederland’’.

1918: Idealen

Hoewel het begrip nieuw was, was de gedachte van 'een Collectie Nederland' dat niet. De noodzaak van het doelgericht verzamelen en de afbakening van verzamelgebieden werd al erkend door de Nederlandsche Oudheidkundige Bond: in zijn nota uit 1918 over hervorming en beheer van onze musea bepleitte deze een (centraal gestuurde) herverkaveling van collecties: “Al wat binnen onze grenzen aan kunstbezit en historisch belangrijke voorwerpen in openbare verzamelingen is bijeengebracht, beschouwd moet worden als eene grote verzameling, waarvan eene logische en nuttige verdeeling moet worden beproefd (…) De noodzakelijke samenwerking van grote en kleine musea door de verdeling van het museaal bezit zoo logisch mogelijk (zou worden bewerkstelligd) met gebruikmaking van hetgeen door openbaar of bijzonder initiatief in den lande reeds is gedaan de schepping van een ideaal geheel waarin elke verzameling zijn eigen taak krijgt te vervullen.’’ De Rijkscommissie van Advies inzake reorganisatie van het museumwezen hier te lande, sloot zich in 1921 bij deze opvatting aan. Desondanks kwam er van deze idealen weinig terecht.

1990: Praktijk

Pas in 1990 werd samenhang en samenwerking op het gebied van museale collecties opnieuw een punt van nationale zorg. Sinds het Deltaplan voor Cultuurbehoud zijn begrippen als collectieregistratie, collectiemanagement, bruikleenverkeer, collectiemobiliteit, verwerving, selectie en afstoting niet meer weg te denken uit de museale praktijk. Het begrip Collectie Nederland had meer tijd nodig om ingeburgerd te raken.

Definitie Collectie Nederland

De definiëring van het begrip Collectie Nederland bleek, volgens de nota “het totaal van de in Nederland aanwezige collecties”, voor meerdere interpretaties vatbaar. Bestaat de Collectie Nederland uitsluitend uit de openbare en publiek gefinancierde museale collecties in Nederland, of horen bijvoorbeeld ook monumenten en beelden in de openbare ruimte ertoe? En wat te denken van gemeenschappelijk Nederlands erfgoed, dat Nederland deelt met andere landen zoals Indonesië of Suriname, behoort dat ook tot de Collectie Nederland?

De Raad voor Cultuur concludeerde in 1995 dat: “Gezien de verschillende in omloop zijnde interpretaties van het begrip ‘Collectie Nederland’ de musea zeer gediend zouden zijn met een heldere beleidsdefinitie van dat begrip.” In datzelfde jaar bestond de Collectie Nederland volgens de Mondriaan Stichting idealiter uit: “"compacte, samenhangende en cultuurhistorische hoogwaardige collecties die geen onnodige overlap met elkaar en gezamenlijk een zo volledig mogelijk cultuurhistorisch beeld weergeven"”.

Het Instituut Collectie Nederland (ICN 1997-2010) - onder andere opgericht om de beleidsvoornemens met betrekking tot de Collectie Nederland nader uit te werken - definieerde het in zijn eerste beleidsplan als volgt: “De Collectie Nederland is een tamelijke abstracte macro-perspectivistische aanduiding voor al het roerend cultureel erfgoed dat in musea, archieven en bibliotheken verzameld en beheerd wordt. Het betreft verzamelingen die vanwege het maatschappelijke belang ervan met publieke middelen in stand gehouden worden”.

Rol voor collectiebeleid musea

In 'Voor de eeuwigheid?', een gezamenlijke publicatie over collectiebeleid in Nederland van de Mondriaan Stichting en Erfgoed Nederland (2008), wordt geconstateerd dat voor de meeste museumdirecteuren de Collectie Nederland geen rol speelt als het gaat om hun eigen verzamelbeleid. Tegelijkertijd vinden diezelfde museumdirecteuren het gebrek aan afstemming een gemis. Zij zijn van mening dat het collectiebeleid in Nederland beter zou kunnen door meer overleg en samenwerking.

Het lijkt erop dat twintig jaar na de introductie het begrip Collectie Nederland inderdaad nog steeds die tamelijk abstracte aanduiding is, met een beperkte invloed op de dagelijkse museumpraktijk. In die praktijk blijkt het moeizaam om het belang van de eigen collectie ondergeschikt te maken aan een abstract ideaal als de Collectie Nederland. De eigen collectie is vaak verbonden met de geschiedenis van een museum. De identiteit en herkenbaarheid van het museum wordt voor een groot deel aan de collectie ontleend.

Start van discussie over roerend erfgoed

Om de Collectie Nederland het uitgangspunt te laten zijn voor samenwerking en afstemming van het aankoopbeleid, collectievorming en behoud en beheer van Nederlandse museale collecties is voor veel museumprofessionals een brug te ver. Toch is de introductie van het begrip Collectie Nederland het startsein geweest voor een levendige discussie over ons roerend erfgoed; wat wel of niet van belang is om te bewaren en op welke wijze, door wie en voor wie dat gebeurt. Zo is het begrip Collectie Nederland langzaam toch doorgedrongen in het denken van musea over hun collectie en de relatie met andere (museale) collecties.

Herijking

In 2019 gebruikt de Adviescommissie Beschermde Cultuurgoederen (Commissie-Pechtold) in haar rapport 'Van Terughoudend Naar Betrokken' de volgende definitie van de Collectie Nederland: "het totaal van de publiek toegankelijke geregistreerde collecties en de niet-toegankelijke, particuliere collecties waarvoor de overheid verantwoordelijkheid heeft genomen" en constateert dat "er geen weldoordachte visie ten grondslag ligt aan de samenstelling van de Collectie Nederland." De commissie - die functioneert onder de Raad voor Cultuur - adviseert de minister van OCW om een integrale visie te (laten) ontwikkelen op erfgoed in het algemeen en op de dynamische Collectie Nederland in het bijzonder. Minister Van Engelshoven neemt dit advies serieus en verzoekt de Raad voor Cultuur in 2020 om een vervolgcommissie te instelleren die zich onder meer moet buigen over het ontwikkelen van een overkoepelende visie op de dynamische Collectie Nederland. Deze commissie, de Commissie Collectie Nederland of ook wel de Commissie-Buma, komt in 2022 met haar advies getiteld 'Onvervangbaar & Onmisbaar'. In dit advies komt de commissie met een nieuwe definitie van het begrip Collectie Nederland, die zij een visie noemt: "De Collectie Nederland geeft een dynamisch beeld van de rijkdom, complexiteit en diversiteit van het Nederlands roerend cultureel erfgoed, en fungeert daarmee als een spiegel en drager van de Nederlandse (tijdgebonden) identiteit in al haar verscheidenheid. Alle cultuurgoederen en verzamelingen in zowel publiek als particulier bezit die openbaar zichtbaar zijn, dragen bij aan dat dynamische beeld."

Concrete resultaten

Vijfendertig jaar werken met, en denken over het begrip Collectie Nederland heeft - ondanks de weinig strakke definiëring van het begrip - enkele concrete resultaten opgeleverd. Zo vraagt de Stichting Mobiele Collectie Nederland aandacht voor historisch treinen, trams, vliegtuigen schepen en auto's indachtig een nationaal reservoir aan dit type erfgoed. Ook het platform CollectieNederland.nl is gestart vanuit de gedachte om de Collectie Nederland op één plek op het internet voor een zo groot mogelijk publiek toegankelijk te maken. Verder kunnen initiatieven als de Nationale Numismatische Collectie (NNC) van De Nederlandsche Bank (DNB) en de ingebruikname van het Collectie Centrum Nederland in 2021 worden gezien als uitvloeisels van het denken in samenhangende collecties.

Achtergrond

Kiezen voor kwaliteit. Beleidsnota over de toegankelijkheid en het behoud van het museale erfgoed. 's-Gravenhage, Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, 1990. (Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 21 973, nr. 1-2)

Zie ook

Hoort bij deze thema's

Specialist(en)

U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 19 apr 2025 om 03:04.