Duurzaam tuinieren in groen erfgoed
Introductie
Het beheer van groen erfgoed kan bijdragen aan een duurzame toekomst. Bij duurzaam tuinieren wordt aandacht besteed aan een betere bodem- en waterkwaliteit, het vermijden van schadelijke stoffen en het stimuleren van biodiversiteit. Daarnaast wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van ecologisch gekweekt plantmateriaal, natuurlijke meststoffen en duurzaam machinegebruik. Duurzaam tuinieren kan bovendien de biodiversiteit van een historische aanleg vergroten.
Dit artikel is een verkorte versie van de brochure Duurzaam tuinieren in Groen erfgoed.Waardevol door ouderdom en variatie
De meeste historische tuinen en parken kennen een grote variatie met open grasvelden, besloten bosjes, hoogteverschillen en vijvers. Regelmatig beheer zorgde ervoor dat de aanwezige bomen en heesters de ruimte en tijd kregen om uit te groeien tot natuurlijke composities en zo werd een rondwandeling een ware belevenis. Het landschap eromheen heeft door bebouwing en grootschalige agrarische activiteiten juist vaak aan biodiversiteit ingeboet.
Biodiversiteit
Het begrip biodiversiteit staat voor de verscheidenheid aan inheemse soorten planten, dieren en kleinere organismen in een bepaald gebied. Hoe meer soorten aanwezig zijn, hoe groter de biodiversiteit. De biodiversiteit in groen erfgoed kan worden vergroot door bijvoorbeeld het laten liggen van dood hout, de aanleg van bloemrijke grasvelden en het planten van inheemse beplanting. Bloeiende (uitheemse) vlinderstruiken trekken veel vlinders aan als dagpauwoog en atalanta die nectar zuigen; voor de voortplanting van deze soorten zijn inheemse planten als brandnetel echter onmisbaar, daar leggen ze hun eitjes op.
Duurzaam onderhoud van wegen en paden
Wegen en paden zijn belangrijk voor de toegankelijkheid en beleving van een groene aanleg. In veel historische parken en tuinen is een duidelijke hiërarchie aangebracht in de structuur van wegen en paden; er zijn brede toegangswegen en smallere wandelpaden.
Wegen en paden vragen regelmatig onderhoud zoals het verwijderen van onkruid en afgevallen blad en het knippen en steken van de kanten. Ook gladheidsbestrijding en bescherming bij evenementen horen bij het onderhoud. Chemische middelen zijn niet meer toegestaan bij bestrijding van onkruid omdat deze schadelijk zijn voor het bodemleven en de waterkwaliteit. Thermische methoden zoals branden, stomen en heet water zijn minder schadelijk maar hebben een hoog energieverbruik als nadeel. Paden van zand en halfverharding kunnen met mechanische methoden zoals schoffelen, harken en slepen op milieuvriendelijke wijze onkruidvrij worden gehouden.
Niet alle onkruid hoeft overigens bestreden te worden. Op sommige plekken, bijvoorbeeld in een terras onder een prieeltje, geven spontaan ingezaaide bloeiende planten zoals brunel, muurbloem of viooltjes juist een vriendelijke aanblik. Ook bij parkeerplaatsen met halfopen bestrating kan het inzaaien van een laagblijvend kruidenrijk mengsel een aantrekkelijk beeld geven.
Duurzaam oever- en waterbeheer
Een stabiel oppervlakte- en grondwaterpeil is van groot belang voor de instandhouding van historische tuinen en parken. Bij een te lage waterstand stagneert de doorstroom van vijvers waardoor algengroei, kroosvorming en extra slijtage aan de oeverranden kan plaatsvinden. Ook nemen boomwortels dan te weinig water op.
Bij een langdurige hoge waterstand blijven boomwortels omringd door water waardoor zij geen zuurstof meer kunnen opnemen en geleidelijk afsterven. Door de waterstand via een peilbuis bij te houden, is te zien of het peilbesluit gehaald wordt en hoe het waterpeil fluctueert. Goed waterschapmanagement vraagt om regelmatig monitoren en goed contact met naburige eigenaren.
Natuurvriendelijke oevers
Vijvers aangelegd in landschapsstijl slingeren als een beek door het park met hier en daar een pluk rijkbloeiende, inheemse oeverbeplanting. Grasvelden liepen oorspronkelijk vloeiend over in de waterlijn om het effect van de spiegelende vijver niet te verstoren. Om de waterlijn in stand te houden werd vaak een beschoeiing van gestapelde graszoden, gevlochten wilgentenen of oude bakstenen en dakpannen aangebracht. De oeverbeplanting maakt het gemakkelijk voor dieren als kikkers, salamanders en wellicht een ringslang om in- en uit het water te kruipen.
Waar het grasveld doorloopt tot aan de vijver, wordt de oeverzone mee gemaaid om het ruimtelijk beeld te behouden. In het ondiepe water langs de waterkant, kunnen inheemse oever- en waterplanten zoals gele lis, waterviolier en waterranonkel geplant worden. Veel uitheemse oever- en waterplanten zoals moerashyacint en watercrassula hebben een invasief karakter en kunnen beter worden geweerd.
Duurzaam herstel van oevers
In de afgelopen decennia zijn bij herstel veelal beschoeiingen met een hoge, rechte kant geplaatst. Als de beschoeiing te hoog boven de waterlijn ligt, is dit niet alleen storend voor het (historisch) beeld maar hindert het ook de fauna. Een eventuele harde beschoeiing wordt net onder het waterpeil geplaatst en kan bestaan uit hout van eigen landgoed, inlands of FSC gekeurd hout.
Een gezonde bodem
Een gezonde bodem is een bodem met een goede grondstructuur, evenwichtige waterhuishouding en een vitaal bodemleven. In tijden van droogte houdt een gezonde bodem meer vocht vast en neemt water beter op bij overvloedige regenval. In de bodem bevindt zich een uitgebreid ondergronds samenwerkingsverband tussen zeer veel organismen als schimmels (paddenstoelen), bacteriën en diersoorten zoals regenwormen. Deze samenwerking zorgt mede voor een gezonde bodem en wordt het bodemvoedselweb genoemd. Ook beplanting maakt deel uit van het web; plantenwortels werken samen met een groot aantal schimmels waardoor de beplanting weerbaarder is tegen ziekten, plagen en grote klimaatwisselingen.
Compostplek
Overtollig organisch materiaal hoeft niet te worden afgevoerd maar kan verwerkt worden op een compostplek op eigen terrein. Het kan worden omgezet door middel van composteren of fermenteren. In een composthoop is de snelle en spontane bacteriegroei verantwoordelijk voor het composteringsproces. Hierbij kan de temperatuur oplopen naar 50 tot 60 graden. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer zaden en wortelstukjes worden gedood.
Bokashi is een van oorsprong Japanse methode waarbij organisch materiaal wordt afgebroken door middel van fermentatie. Dit proces verloopt onder veel lagere temperatuur en het eindproduct bevat dan nog veel onafgebroken organisch materiaal. Compost of bokashi kan als dunne mulchlaag worden toegepast tussen vaste planten, heesters en over grasland en gazon. Mulchen beschermt de bodem tegen verdroging, stimuleert het bodemleven en verbetert op termijn de structuur van de grond. Een bijkomend voordeel is dat de mulch zaadonkruiden onderdrukt. Pas een mulchlaag alleen toe op schone grond, vrij van diep wortelende onkruiden.
Tip: De Stichting Milieu Centraal heeft online de Keurmerkenwijzer opgesteld. Hier kun je bijvoorbeeld potgrond of tuinaarde met het keurmerk MPS of RHP opzoeken, die bevatten grondstoffen die voor een deel duurzaam gewonnen zijn.
Blad, takken en stamhout
Als afgevallen blad, takken en stamhout kan blijven liggen, biedt het onderdak aan verschillende diersoorten en verhoogt zo de natuurwaarde van park en tuin. Ook draagt het bij aan een gezonde bodem. Afgevallen blad kan tussen beplanting blijven liggen en wat op gazons of verharding ligt, kan worden afgevoerd naar de composthoop. Een takkenril, een opgetaste wal van snoeihout en ander dood organisch materiaal, kan het beste buiten de zichtlijnen worden opgebouwd. Dood stamhout verteert langzaam en biedt plaats aan verschillende soorten paddenstoelen en kleine diersoorten. Ook houdt het veel vocht vast en is daarom weinig brandgevoelig.
Ecologisch gekweekt plantmateriaal
Bij ecologische kweek is er meer aandacht voor een gezonde bodem en duurzame meststoffen en wordt de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen beperkt. Duurzaam gekweekt plantmateriaal is verkrijgbaar met diverse keurmerken. Bekende keurmerken zijn On the way to PlanetProof, Groenkeur NL, Greenlabel en het biologische EKO-keurmerk (uitgevoerd door SKAL - een onafhankelijke toezichthouder). Het keurmerk is vaak op de afleverbon en het etiket terug te vinden. Plantmateriaal kan worden ingekocht maar ook zelf worden vermeerderd. Op die manier blijven specifieke, historische of landgoed gebonden soorten behouden en is er controle op het gebruik van mest en andere middelen. Het oude genetisch materiaal blijft zo bewaard voor de toekomst.
Meststoffen
Kunstmest bestaat enkel uit voedingszouten die door de plant direct opneembaar zijn, maar kort werken. Bij veel regen spoelen de zouten snel uit naar het oppervlaktewater. Door kunstmest wordt het bodemleven onvoldoende geactiveerd. Daarnaast scoren kunstmestfabrieken zeer hoog als het om uitstoot van ammoniak en CO2 gaat. Samengestelde organische meststoffen bevatten voedingsstoffen die met hulp van het bodemleven langzaam vrijgemaakt worden. De plant beschikt hierdoor langdurig over voeding. Meststoffen op ecologische basis zijn verkrijgbaar onder diverse duurzaamheidskeurmerken. Hierbij worden kwaliteitseisen gesteld aan de herkomst van de basisstoffen en aan een duurzame productie. Voor duidelijkheid over welke soort ecologische meststof passend is, kan het handig zijn om eerst een grondonderzoek te laten uitvoeren.
Inheemse en uitheemse beplanting
In historische tuinen en parken werden van oudsher veel inheemse soorten toegepast. Lanen werden ingeplant met zomereik of beuk en rondom de moestuin en boomgaard plantte men hazelaar, gele kornoelje en meidoorn. Inheemse planten zijn onmisbaar voor het behoud van de biodiversiteit. Vlinders en andere insecten gebruiken ze als voedselbron en voor de voortplanting. In het najaar dragen veel soorten zaden, bessen, vruchten en noten, voedsel voor vogels en kleine (zoog)dieren. Plantensoorten uit andere landen, noemt men uitheemse planten of exoten. Bekende uitheemse planten in groen erfgoed zijn rododendron, prachtframboos, en tulpenboom. Enkele soorten vertonen steeds vaker invasief gedrag en dragen over het algemeen minder bij aan behoud van biodiversiteit.
Autochtoon plantmateriaal
Het zogenoemde autochtoon plantmateriaal bestaat uit inheemse planten waarvan het kweekmateriaal oorspronkelijk uit de Nederlandse natuur afkomstig is. Deze populaties hebben zich generaties lang aangepast aan de Nederlandse groeiomstandigheden. Ze zijn vaak sterker en passen optimaal bij de levenscyclus van de hier levende planten- en dieren. De ‘Rassenlijst Bomen’ van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) geeft onder meer informatie over boomsoorten van autochtone herkomst.
Bloemrijk gazon en grasland
Gazons en graslanden vormen belangrijke open ruimten en doorzichten in historische tuinen en parken. In de Landschapsstijl van vroeger werden open plekken ingezaaid met zaad van witte klaver of ‘hooizaad’, afkomstig van bloemrijk grasland, en waardeerde men de bloeiende graslanden. Later is men gewend geraakt aan het beeld van kort gemaaid gras o.a. door de komst van de mechanische maaier. Tegenwoordig worden grotere stukken gazon weer steeds vaker omgevormd naar bloemrijk grasland. Het verhoogt de natuurwaarde, doet recht aan het historisch beeld en levert een fraaie aanblik op. Door minder frequent te maaien, twee keer per jaar is voldoende, wordt bovendien het insectenleven gespaard.
Beheer bloemrijk gazon
Met een aangepast beheer kan er een bloemrijk gazon tot stand worden gebracht. De eerste maaibeurt verschuift naar eind juni wanneer de vroegbloeiende (stinzen) planten hun zaden hebben verspreid. Vervolgens wordt de rest van het seizoen frequent gemaaid. Een dunne laag van compost in de winter geeft een langdurig bemestingseffect en stimuleert het bodemleven. Kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden niet toegepast. Een bloemrijk gazon is beter bestand tegen langdurige droogte, onder andere door de diepe worteling van kruiden en diversiteit aan bodemdieren.
Omvorming naar bloemrijk grasland
De omvorming naar bloemrijk grasland vraagt om een zorgvuldige voorbereiding. Onderzoek naar de grondsoort, voedselrijkdom en het vochtgehalte is belangrijk evenals het opstellen van een beheerplan. Neem de medewerkers die maaien, mee in het hele proces van omvormen; een geslaagde omvorming is grotendeels afhankelijk van hun inzet.
Gerichte inzaai van inheemse, meerjarige bloemenmengsels is een goede mogelijkheid om grasland bloemrijk te maken. Inheemse zaadmengsels worden grotendeels op ecologische wijze gekweekt.
Stinzenplanten
Stinzenplanten zijn sierplanten waarmee in het verleden op bewoonde plekken is getuinierd en die zich tot op heden hebben gehandhaafd en uitgebreid. Bekende stinzenplanten zijn boerenkrokus, sneeuwklokje en bostulp. Oude populaties zijn genetisch waardevol, plant hier liever geen nieuwe soorten bij.
Meer informatie
- Duurzaam tuinieren in Groen erfgoed
- ERM-uitvoeringsrichtlijn Hovenierswerk Historische tuinen en parken
- Toekomst voor groen
- Soil4U
- Keurmerkenwijzer (stichting Milieu Centraal)
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema's Begrippengroen erfgoed, biodiversiteit en duurzaamheid
Specialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 25 apr 2025 om 12:14.