Eigenschap:Introductie

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Bevat de introductietekst van het kennisitem (op deze tekst vindt annotatie plaats)
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 20 pages using this property.
2
De collectie 20e eeuwse beeldende kunst bevat een kleine collectie experimentele film (circa 40 stuks) en videowerken (circa 250 stuks). Deze deelcollectie omvat autonome films, videowerken, multimedia-installaties, registraties van performances en documentair videowerk (bijvoorbeeld interviews met kunstenaars of educatieve begeleiding bij tentoonstellingen).  +
A
Met aardkundig erfgoed worden gebieden bedoeld die als aardkundig waardevol zijn aangemerkt (aardkundige waarden). Het gaat hierbij om de fraaiste voorbeelden van kenmerkende landvormen, van bodems, of van een typische geologie. Aardkundig erfgoed vertelt het verhaal achter de natuurlijke vorming van het landschap, vaak ook in samenspel met de mens. Het reliëf en de waterhuishouding zijn immers altijd sterk bepalend geweest voor de locaties van nederzettingen, wegen en het landgebruik door alle archeologische periodes heen. Veel aardkundig erfgoed is ook (indirect) het gevolg van menselijk handelen. Voorbeelden hiervan zijn stuifduinen op de Veluwe, ontstaan door bodemuitputting of getij-inbraken in Zeeland als gevolg van Romeinse veenontginningen. Om water en bodem weer sturend te laten worden is kennis van aardkundig erfgoed daarom van groot belang. Hoewel door ontginning en bedijking veel aardkundige processen gestopt zijn, speelt de aardkundige context nog steeds een prominente rol in het cultuurlandschap. Aardkundige fenomenen dragen immers bij aan het unieke karakter en aan de identiteit van gebieden, ze zijn van belang voor gebiedsbeheer, grondgebruik en natuurinrichting. Aardkundig erfgoed omvat de meest illustratieve voorbeelden voor de ontstaansgeschiedenis van het land, en leent zich daarom uitstekend voor educatieve doelen, zowel voor publieksparticipatie als voor wetenschappelijk onderzoek.  +
Manifesteren, de trend waar je tegenwoordig in zogenoemde “lifestyle boeken” niet meer omheen kunt. Het wordt ook wel de kunst om je dromen waar te maken genoemd. Bespreek je wensen en dan worden ze vervuld. In de kunstgeschiedenis is het begrip “manifest” een eeuw geleden ontstaan onder het nom van verklaringen van kunstenaars over de zingeving van kunst. Aan het begin van de twintigste eeuw bestormden groepen kunstenaars de straten om hun manifesten schreeuwend te verkondigen. Een manifest hoeft echter niet altijd schreeuwend en revolutionair te zijn. Adine Engelman vergeleek haar minimalistische sculpturen met een manifest dat innerlijke expressie tot uiting brengt. Ze noemde deze expressie de ‘uniekheid’ van een mens en experimenteerde hiermee in haar kunst door de verwerking van geometrische abstracte vormen in zowel schilderijen als in metershoge sculpturen.  +
Dat we maar heel weinig weten over Adriana Spilberg is helaas geen uitzondering voor een zeventiende-eeuwse kunstenares. Over haar geboortedatum wordt getwist en haar sterfdatum is onbekend. Zoals veel van haar vrouwelijke collega’s had Spilberg toegang tot een opleiding en training als schilder via de kunstenaarsfamilie waarin zij geboren werd. Als schilder volgde zij in de voetsporen van haar vader en grootvader, respectievelijk bekend als schilders Johann Spilberg II en I. Johan II, die een deel van zijn opleiding kreeg in het Amsterdamse atelier van Govert Flinck, was een succesvol portret- en historieschilder en werkte in Düsseldorf als hofschilder voor verschillende keurvorsten van de Palts.  +
Het portret van Adya (Adriana Catharina) van Rees-Dutilh (1876-1959) is in 1909 geschilderd door Otto van Rees (1884-1957). Een elegante dame met een zwarte hoed in een groene schouderloze jurk met een zwarte kanten brede sjaal om de schouders geslagen zittend op een fauteuil. De beide handen houdt zij op een op haar schoot. Otto schilderde het portret in een decoratieve vereenvoudigde vlakke tweedimensionale stijl. Adya is in 1909 33 jaar. Het is het jaar dat zij met Otto voor de wet trouwt.  +
De 6300 affiches in de collectie dateren uit de late 19e en de 20e eeuw.  +
=== Een stukje geschiedenis === In 2007 zorgde het toenmalige Instituut Collectie Nederland (ICN, sinds 2012 onderdeel van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) voor een primeur door een groot aantal kunstwerken aan te bieden via de veilingsite eBay. Het betrof een selectie van werken in de Rijkscollectie die niet langer voldeden aan kwaliteitsnormen en andere criteria die het ICN voor collectiebeleid hanteerde. Na consultatie bleek ook bij musea geen belangstelling te zijn voor de kunstwerken. Dat betekende dat volgens de Leidraad voor het afstoten van museale objecten (LAMO) de objecten konden worden verkocht. De veiling werd als potentieel verkoopkanaal gezien.  +
De Rijksdienst bezit ruim 600 tekeningen van Albert August Plasschaert (1866-1941, niet te verwarren met zijn bekendere neef, kunstcriticus A.C.A. Plasschaert (1874-1941)).  +
Monumenten die aan de buitenlucht zijn blootgesteld kunnen na verloop van tijd begroeid raken met algen, mossen en korstmossen. Het zijn organismen met verschillende levensvormen die elk op hun wijze van invloed zijn op stenen onderdelen van monumenten. Ze dragen in grote mate bij aan de monumentale uitstraling, maar sommige organismen kunnen schadelijk zijn. Verwijdering dan wel bestrijding ervan is dan noodzakelijk.  +
De Hervormde kerk aan de Dorpsstraat in Almen is uitgevoerd in baksteen. *Datering: in de kern 14e eeuw *Uitbreiding: in 1849 is het schip aan de noordzijde uitgebouwd *Restauratie: 1915-1916  +
Het Burgerweeshuis is het eerste gebouw in Nederland in de stijl van het structuralisme. Het is een laag gebouw, bestaande uit verschillende bouwdelen in een doolhofachtige vorm. De tuin is onderdeel van het rijksmonument. ===Kenmerken=== <table border="1" cellpadding="2" cellspacing="0" width="100%"> <tr> <td>Datering</td> <td>ontwerp 1955-1957, bouwperiode 1958-1960</td> </tr> <tr> <td>Architect</td> <td> Aldo van Eyck </td> </tr> <tr> <td>Bouwstijl</td> <td> Structuralisme </td> </tr> <tr> <td>Rijksmonument sinds</td> <td>14 november 2014</td> </tr> </table>  +
In 1848-1849 werd in Nieuwendam een nieuwe kerk gebouwd. Het kerkhof ernaast kwam in 1829 in handen van de gemeente Nieuwendam. ===Kenmerken kerk=== <table border="1" cellpadding="2" cellspacing="0" width="100%"> <tr> <td>Datering</td> <td> 1848-1849 </td> </tr> <tr> <td>Bouwstijl</td> <td>Eclecticisme</td> </tr> <tr> <td>Architect</td> <td>Onbekend </td> </tr> <tr> <td>Rijksmonument sinds</td> <td>28 januari 1998</td> </table> ===Kenmerken kerkhof=== <table border="1" cellpadding="2" cellspacing="0" width="100%"> <tr> <td>Datering</td> <td>1829</td> </tr> <tr> <td>Rijksmonument sinds</td> <td>28 januari 1998</td> </table>  +
Net als haar zuster Anna Rosina (1713-1783) en haar broer Christoph Friedrich (1725-1794) kreeg Anna Dorothea haar eerste schilderlessen van haar vader, de portretschilder Georg (Jerzy) Lisiewski (1674-1750). Anna Dorothea kreeg daarna vermoedelijk ook nog enkele lessen van de in Berlijn gevestigde, Franse schilder Antoine Pesne. Zij trouwde in 1742 met Ernst Friedrich Terbusch, advocaat, amateurschilder en waard van de Berlijnse herberg de Weissen Taube. Ze kregen zeven kinderen, waarvan er vijf overleefden. In die eerste huwelijksjaren had Anna Dorothea nauwelijks tijd om te schilderen. Pas in 1760 kon zij zich weer richten op haar carrière; eerst aan het hof in Stuttgart, daarna aan dat in Mannheim.  +
Anna Pieternella Verschuure werd in 1935 in Rotterdam geboren als jongste van twee dochters. Anna bracht haar kinderjaren door in Goes, tot het gezin in 1951 weer terugverhuisden naar Rotterdam. Omdat haar vader wilde dat ze een degelijk vak leerde, rondde ze een opleiding tot kleuterjuf af. Eenmaal als juf aan het werk, bleef het verlangen naar de kunstwereld zo groot, dat ze zich op eenentwintigjarige leeftijd alsnog inschreef voor de avondopleiding op de afdeling Decoratieve Nijverheid.  +
De IJkbasis is een landmeetkundig instrument op de Zilvense heide bij Apeldoorn waarmee meetkundige instrumenten konden worden geijkt. De IJkbasis is aangewezen als rijksmonument omdat het een uniek toonbeeld is van de landmeetkunde in Nederland. ==Kenmerken== <table border="1" cellpadding="2" cellspacing="0" width="100%"> <tr> <td>Oorspronkelijke functie</td> <td> IJkbasis </td> </tr> <tr> <td>Ontwerper</td> <td> Yrjö Väisälä </td> </tr> <tr> <td>Opdrachtgever</td> <td> Rijkscommissie voor geodesie </td> </tr> <tr> <td>Datering</td> <td>1957</td> </tr> <tr> <td>Rijksmonument sinds</td> <td>6 juni 2017</td> </tr> </table>  +
De Molukse kerk (ook Eben Haëzer) in Appingedam is een zaalkerk met dakruiter. Het gebouw bevindt zich in de Molukse wijk van Appingedam en is de oudste Molukse kerk in Nederland. De kerk werd in 2014 als voorbeeld van wederopbouwarchitectuur erkend als rijksmonument, opgenomen in het Beschermingsprogramma Wederopbouw 1959-1965'"`UNIQ--ref-0000108D-QINU`"' en overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken. In 2017 werd de kerk gerestaureerd. ===Kenmerken=== <table border="1" cellpadding="2" cellspacing="0" width="100%"> <tr> <td>Datering</td> <td>1960</td> </tr> <tr> <td>Bouwstijl</td> <td>Onbekend</td> </tr> <tr> <td>Architect</td> <td>Jan Martini</td> </tr> <tr> <td>Rijksmonument sinds</td> <td>25 juli 2014</td> </tr> </table>  +
Archeologisch onderzoek naar hout richt zich op het verzamelen v an technische gegevens en het interpreteren van de oorspronkelijke functie van houten objecten in het verleden. Daarnaast kan hout gebruikt worden voor dendrochronologisch onderzoek en C14-dateringen. <h3>In het kort</h3> <div class="kader"> <strong>Doel</strong>: reconstructie van houtgebruik en leefomgeving.<br/><strong>Bruikbaar voor</strong>: onderzoek naar bouwwijze van constructies, van de functie, de maakwijze en de typologie van houten objecten, de exploitatie van houtbestanden in de leefomgeving en het uitvoeren van oorspronganalyse om productiecentra en handelsnetwerken te achterhalen.<br/>Aanvullend op: [[Dendrochronologie|dendrochronologisch onderzoek]] en [[C14-datering|C14-dateringsonderzoek]].<br/><strong>Nodig</strong>: Voor bouwhout: volledige documentatie van houten structuren in het veld, doelgerichte bemonstering voor datering en houtsoortbepaling, en bewerking- en gebruiksspooranalyse.<br/>Voor gebruiksvoorwerpen: volledige documentatie in het veld, gecontroleerde berging, gedetailleerde documentatie onder laboratoriumomstandigheden, inclusief foto’s en/of tekeningen, houtsoortbepaling.</div>  +
Hout was in het verleden een van de belangrijkste brandstoffen en houtskool was het afvalproduct daarvan. <h3>In het kort</h3> <div class="kader"> <strong>Doel</strong>: het bestuderen van houtskoolresten uit grondmonsters en zeefresiduen.<br/><strong>Bruikbaar voor</strong>: het detecteren van vindplaatsen tijdens vooronderzoek; het onderzoeken van brandstofgebruik in huishoudens, bij ambachtelijke activiteiten en crematies; het reconstrueren van bossen en struwelen in de leefomgeving; 14C-dateringsonderzoek.<br/><strong>Nodig</strong>: grondmonsters van 5-10 liter uit haarden, graven en andere houtskoolrijke archeologische sporen; zeefresiduen, van zeven met maaswijdten 10 en 2 mm, uit met name mesolithische en neolithische vondstlagen. Handmatig geselecteerd materiaal voldoet in principe niet.</div>  +
Botanische macroresten zoals zaden, vruchten, wortels, knollen, stengels, bladeren en knoppen kunnen met behulp van een microscoop tot op soort gedetermineerd worden. <h3>In het kort</h3> <div class="kader"><strong>Doel</strong>: reconstructie voedingsmiddelen-spectrum, agrarische economie, ambachtelijke activiteiten, vegetatie en leefmilieu; verzamelen van materiaal voor C14-dateringsonderzoek.<br/><strong>Bruikbaar voor</strong>: het verkrijgen van inzicht in de variëteit van botanische macroresten binnen de opgraving en de reden van hun aanwezigheid binnen de nederzettingscontext.<br/><strong>Nodig</strong>: grondmonsters van 5 tot 10 liter uit kansrijke sporen zoals beerputten, waterputten, waterkuilen, greppels, grachten, vondst- en afvallagen, afvalkuilen, mestkuilen, voorraadkuilen, haardkuilen, paalkuilen en sporen van verbrande structuren.</div>  +
Palynologisch onderzoek (of pollenonderzoek) richt zich op het onderzoek naar pollen (stuifmeel), sporen (voortplantingscellen van o.a. varens, mossen en schimmels) en andere non-pollen palynomorfen (NPP) als algen, eitjes van darmparasieten, thecamoebae en microscopische plantaardige resten. <h3>In het kort</h3> <div class="kader"><strong>Doel</strong>: vegetatiereconstructie (natuurlijk en cultuurlandschap), voedseleconomie en dieetreconstructie, vaststelling kwaliteit bodemarchief.<br/><strong>Bruikbaar voor</strong>: het verkrijgen van inzicht in de variatie in de vegetatie.<br/><strong>Nodig</strong>: een grondmonster uit een boring, pollenbak of algemeen botanisch monster (ABM) genomen uit natuurlijke lagen of archeologische sporen zoals een waterput, beerput, afvalkuil, grachtvulling, akkerlaag, plaggendek. Monsters uit sporen onder de grondwaterspiegel zijn kansrijker dan die boven de grondwaterspiegel zijn komen te liggen.</div>  +

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 12 feb 2020 om 16:23.