Gevaarlijke stoffen in collecties


Introductie

Onder gevaarlijke stoffen worden die stoffen verstaan die gevaar kunnen opleveren voor mens en/of milieu. Denk hierbij aan asbest, arsenicum, kwik of radium. Voor het gebruik van dergelijke stoffen is strenge wet- en regelgeving ontwikkeld, en veel stoffen mogen überhaupt niet meer worden gebruikt. In oudere objecten zijn deze stoffen soms wél nog te vinden, als integraal onderdeel van het object of ooit toegevoegd als bestrijdingsmiddel tegen insecten. Juist deze objecten bevinden zich in musea, bibliotheken of in collecties van verzamelaars. Het is goed je daarvan bewust te zijn, zonder in paniek te raken natuurlijk! Met een aantal maatregelen is het mogelijk te zorgen voor zowel het behoud van de objecten als de persoonlijke gezondheid.
Metalen komfoor.
Afb.1. Komfoor met asbest, collectie Nemo Science Museum.
Felgeel drinkglas.
Afb.2. Uraanglas, collectie Teylers Museum.
Groen boek met label met sticker.
Afb.3. Boekband met arsenicum voorzien van een label met sticker volgens het GHS.
Twee paar handen houden twee tegeltableaus omhoog, één met de achterzijde richting de camera.
Afb.4. Tegeltableaus op asbestplaat, voorzien van een coating aangebracht door een asbestsaneerbedrijf.
Verzameling spiegels op een gaasrek voorzien van plastic zakjes aan de onderzijde.
Afb.5. Kwikspiegels in depot voorzien van “kwikluiertjes”.

1. Risico-inventarisatie en -evaluatie

Elke werkgever is verplicht om voor een veilige en gezonde werkplek te zorgen. Daarbij hoort een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) waarin eventuele risico’s in kaart worden gebracht. Daarnaast is elke instelling verplicht een plan van aanpak op te stellen met maatregelen om de risico’s te beheersen. Gevaarlijke stoffen vormen een belangrijk onderdeel van een RI&E. Ook de Arbeidsinspectie focust zich bij het toezicht op veilig werken met gevaarlijke stoffen. Zorg daarom voor een protocol veilig werken en bescherm jezelf goed.

2. Persoonlijke bescherming

Persoonlijke beschermingsmiddelen helpen om jezelf te beschermen tijdens het werken met de collectie. Dat geldt niet alleen als er gevaarlijke stoffen in de collectie zijn aangetroffen, maar ook bij stof, vuil en schimmel is het belangrijk jezelf te beschermen.

  • Draag altijd nitril handschoenen bij het hanteren van objecten en gooi deze direct na gebruik weg. Zorg dat je bij het uittrekken van de handschoenen niet jezelf besmet met de vervuiling op de handschoenen.
  • Als er de mogelijkheid bestaat dat bepaalde stoffen of vezels via de lucht ingeademd kunnen worden, zorg dan voor een mondkapje (FFP3).
  • Bij een groot risico kan het handig zijn een wegwerp overall te dragen. Het dragen van een overall is bijvoorbeeld nodig wanneer er in een ruimte wordt gewerkt waar stoffen zich aan kleding kunnen hechten (denk aan stof en schimmel).
  • Denk verder aan het risico op contaminatie. Raak dingen als deurkrukken, sleutels en telefoons niet aan met de handschoenen die ook objecten met mogelijke gevaarlijke stoffen hebben aangeraakt.
  • Was altijd goed je handen met water en zeep voordat je gaat eten. NB Desinfectiemiddel helpt niet bij het wegspoelen van stoffen.

3. Quickscan en inventarisatie

  • Bepaal door middel van een quickscan welke (groepen) objecten in de collectie de grootste kans hebben dat er een gevaarlijke stof in zit. Kijk ter voorbereiding welke informatie je al hebt in de collectieregistratie: soort object, materiaal, datering, conditiebeschrijving (Zie Afb.1.).
  • Voorbeelden van risicovolle objectsoorten zijn te vinden op websites zoals:
  • Kan het publiek erbij? Doe dan eerst in de expositie een quickscan, daarna in depot. Doe de quickscan altijd met z’n tweeën.
  • Kijk en analyseer eerst wat je ziet, vóórdat het object gehanteerd wordt. Probeer hanteren in eerste instantie zoveel mogelijk te vermijden. Heeft het object bijvoorbeeld een opvallende kleur (Zie Afb.2.)?
  • Open bronnen zijn het meest gevaarlijk. Denk daarbij ook aan beschadigde of kapotte objecten. De fysieke toestand van het object is direct van invloed op risico’s. Check leksporen op potten, gruis/poedervorming, zichtbare vezels.
  • Ook een vreemde geur kan een indicatie zijn van een gevaarlijke stof. De geur kan ook van kunststof objecten komen en is niet per definitie gevaarlijk. (Geur is bijvoorbeeld een indicator bij het identificeren van plastics.) NB Nooit ergens direct aan ruiken als niet duidelijk is waar het om gaat!
  • Schakel indien nodig expertise in om te verifiëren of er daadwerkelijk sprake is van een gevaarlijke stof. Een asbestinventarisatie of een kwikdampmeting kan worden uitgevoerd door een gespecialiseerd bedrijf.

4. Registratie en labeling

  • Zorg voor duidelijke en consequente registratie in het collectieregistratiesysteem waarbij de aangetroffen stof wordt benoemd bij materialen. Als de stof een bestrijdingsmiddel betreft is het goed dit te melden bij de conditiebeschrijving.
  • Neem ook een hanteringsinstructie op in de collectieregistratie.
  • Gebruik voor de stoffen een thesaurus, zodat standaardisering ontstaat en iedereen weet waarover het gaat.
  • Geef het object een fysieke aanduiding mee, bijvoorbeeld via een (gekleurd) label met een waarschuwingssticker (Zie Afb.3.). Zie hiervoor de standaardaanduidingen uit de Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals (GHS). Het GHS geldt voor het gebruik van stoffen en mengsels wereldwijd. Er zijn negen gevarenpictogrammen overeengekomen en een groot aantal standaard aanduidingen voor gevaar.

5. Hanteringsinstructies en calamiteiten

  • Zorg dat er heldere hanteringsinstructies op papier staan voor elk soort stof. Neem hierin op welke persoonlijke beschermingsmiddelen nodig zijn (handschoenen, mondkapje, overall).
  • Het is zoals onder punt 4 is vermeld handig om deze instructies direct in de objectregistratie toe te voegen.
  • Zorg bij vloeistoffen in objecten dat er geen kans is dat objecten breken en de vloeistoffen vrij komen door te zorgen voor genoeg buffers en tussenschotten. Mocht de kans toch bestaan dat het object breekt, zorg er dan voor dat het object is verpakt in een afgesloten krat van het juiste materiaal, zodat er geen lekkage kan optreden door de verpakking heen.
  • Pak indien nodig objecten in, zoals bijvoorbeeld objecten met asbest. Ook kunnen objecten met asbest eventueel van een coating worden voorzien (Zie afb.4.). Raadpleeg daarvoor een restaurator. Er zijn ook asbestsaneringsbedrijven die in containment een coating kunnen aanbrengen.
  • Zorg dat de instructies rondom gevaarlijke stoffen ook zijn opgenomen in een collectiehulpverleningsplan (CHV). Een voorbeeld is lekkage van kwikspiegels. Zorg dat er een kwik spill kit aanwezig is in een CHV-kar. Kwikspiegels in depot kunnen worden voorzien van een plastic zak aan de onderzijde, zodat lekkage direct zichtbaar is (Zie afb.5.)

6. Waardering en eventuele afstoting

  • Alhoewel het afvoeren van de gevaarlijke stoffen een optie is om risico's uit te sluiten kan dat ook betekenen dat waardevolle objecten de collectie verlaten en vernietigd worden. Daarom is het sowieso handig om eerst een waarderingstraject te volgen: is het object belangrijk voor de collectie, lokaal, regionaal, nationaal? Een handig hulpmiddel hiervoor is de publicatie Op de museale weegschaal.
  • Betrek experts bij dit traject en ga te raden bij andere instellingen met vergelijkbare collecties.
  • Kan eventueel alleen dat deel waarin zich de gevaarlijke stof bevindt verwijderd worden?
  • Denk bij het afvoeren van gevaarlijk materiaal aan de regels rondom afvoer chemisch afval! Hier kunnen wel kosten mee gemoeid zijn.

7. Wet- en regelgeving

  • Op Europees niveau geldt de REACH verordening (Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen). De REACH-helpdesk is onderdeel van het RIVM.
  • Zorg voor de benodigde vergunningen. Kijk of je misschien ergens anders kunt opslaan om in een vergunning te delen. Bijvoorbeeld bij een ander museum met vergelijkbare collectie.
  • Let ook op regels rondom vervoer, bruikleen en bezitsoverdracht. Wanneer op een vrachtwagen de speciale sticker voor vervoer gevaarlijke stoffen wordt bevestigd betekent dit dat de wagen aan de kant kan worden gezet en het gebied kan worden afgezet.
  • Er is geen vergunning mogelijk voor het werken met chroomverven. Dit wordt daarom gedoogd.
  • Bij asbest geldt de afweging of het wel of niet opzettelijk is toegevoegd wegens de specifieke eigenschappen van de stof (zoals brandwerendheid). Als eigenaar mag je het object wel verplaatsen, maar niet naar derden (bruiklenen, handel etc.)
  • Voor farmaceutische collecties geldt de Opiumwet.
  • Naast deze wetgeving gelden ook nog de eisen en voorwaarden van de Arbo.

Meer informatie kun je vinden op deze websites:

Werkgroep Gevaarlijke stoffen in collecties

Met ingang van 1 januari 2024 is de werkgroep Gevaarlijke stoffen in collecties van start gegaan. Het doel van de werkgroep is het verzamelen van alle praktische kennis en informatie met betrekking tot gevaarlijke stoffen in collecties van musea en bibliotheken. Deze kennis zal breed gedeeld worden met de erfgoedsector, het museale veld, de bibliotheek- en archiefwereld en alle andere geïnteresseerden. Er wordt een uitgebreid stappenplan op papier gezet, en er wordt gewerkt aan een thesaurus.

De werkgroep bestaat uit:

  • Alexandra van Kleef en Agnes Brokerhof (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
  • Daniëlle Mark (Rijksmuseum/Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
  • Judith van Bezu (Nemo Science Museum)
  • Loet Huisman (Museon-Omniversum)
  • Arco Seton (Nationaal Militair Museum)
  • Lotte Schwillens (Beeld & Geluid)
  • Rosalijn van IJken (Rijksmuseum Boerhaave)
  • Tim de Zeeuw (Teylers Museum)
  • Becky Desjardins en Miriam van der Bij (Naturalis Biodiversity Center)
  • Foekje Boersma en Henk Raap (KB Nationale Bibliotheek)

Neem contact op met iemand uit deze werkgroep voor vragen, en specifieke casussen en voorbeelden uit de praktijk zijn heel welkom om daardoor meer kennis te ontwikkelen.

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema's Begrippen

gevaar, collectiebeheer, risico's, bescherming en calamiteitenplan (activiteit)

Specialist(en)
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 9 okt 2024 om 02:01.