Hallehuis - Maaslands hallehuis

Introductie

De boerderijen in het Maasland behoren gedeeltelijk tot de hallehuisgroep. De ontwikkeling van dit boerderijtype verliep onder invloed van de boerderijen in de noordelijker gelegen rivierengebieden.

grote boerderij met fors woonhuis aan een straat
T-boerderij in Teeffelen. Foto: beeldbank RCE, A.J. van der Wal, 2001 CC BY-SA 3.0
grote langgevelboerderij naast een kerk
Grote langgevelboerderij in Berghem. Foto: beeldbank RCE, IJ.Th. Heins, 1997 CC BY-SA 3.0

Geografie

Het Maasland omvat in deze beschrijving het gebied in het noordoosten van de provincie Noord-Brabant. Het gebied is een vrij smalle strook rivierklei langs de rivier de Maas. Het westelijk deel reikt tot aan ’s-Hertogenbosch en stroomopwaarts loopt het gebied door tot aan de grens met Limburg bij Maashees. De loop van de rivier heeft de bewonings- en ontginningsgeschiedenis in dit gebied bepaald. De oudste dorpen en steden liggen aan de dijk, alwaar ook veel historische boerderijen staan. De ontginningen ten zuiden van de dijk zijn veelal later begonnen. In het zuiden grenst het gebied aan de Brabantse zandgrond. Vanwege de aanwezigheid van vruchtbare rivierklei en de rivier heeft het Maasland een rijke ontginningsgeschiedenis, waarbij het gemengde bedrijf veel voorkwam.

Kenmerken

De boerderijen in dit rivierkleigebied vertonen overeenkomsten met de boerderijen in de aangrenzende regio’s. Het veelvoorkomende hallehuis is vooral beïnvloed vanuit de noordelijker streken, terwijl de – daaruit ontstane – langgevelboerderij uit de Brabantse zandgebieden ook in het Maasland is te vinden. Het Maasland is dus qua boerderijtypologie een overgangsgebied.

Het veelvoorkomende hallehuis in het Maasland is van oorsprong een driebeukige boerderij met een woongedeelte in de voorste travee en daarachter aansluitend het bedrijfsgedeelte. De constructie bestaat uit ankerbalkgebinten. In het bedrijfsgedeelte was de middenbeuk in gebruik als dorsvloer. De zijbeuken dienden deels als potstal voor rundvee maar ook voor varkens. Boven de middenbeuk lag een vloer met slieten, waarboven de oogst werd opgeslagen.

Huidige boerderijen

Bedrijfsgedeelte

Vanwege ontwikkelingen in de agrarische bedrijfsvoering is het bedrijfsgedeelte in de Maaslandse boerderij bij een aantal boerderijen gewijzigd. De middendeel werd o.a. als rundveestal in gebruik genomen, terwijl de werkruimte opschoof. Hierdoor ontstond een dwarsdeel met de deeldeuren in de zijgevel. De achterste travee van het bedrijfsgedeelte werd bijvoorbeeld als (jongvee)stal in gebruik genomen. De middelste travee was de werkruimte, welke zowel aan het woongedeelte als de stal grensde. Hier bevonden zich vaak ook de keuken en wasruimte, ook wel voorstal genaamd. Er zijn ook boerderijen waarin de deeldeuren als vanouds in de achtergevel zitten.

Woongedeelte

Het woongedeelte in de voorste travee onderging gedurende de achttiende en negentiende eeuw bij meerdere boerderijen ingrijpende wijzigingen vanwege toenemende behoefte aan wooncomfort en privacy. Dit leidde tot een uitbreiding aan één of beide zijden in de breedte. De buitengevels heeft men opgehoogd, waardoor een verdieping ontstond met extra (slaap)kamers en tasruimte. De noklijn van het woonhuis lag dan haaks op de noklijn van het bedrijfsgedeelte, waardoor de T-boerderij ontstond. Een zijwaarste uitbreiding in een richting kwam ook voor – resulterend in een krukhuisboerderij. Door de ophoging van het woongedeelte ontstond vaak ook ruimte voor een melkkelder met daarboven een opkamer, hetgeen in dit gebied vermoedelijk meer een bijkomstigheid was.

U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 6 dec 2024 om 03:03.