Hallehuis - Twents hallehuis
Introductie
De boerderijen in Twente maken deel uit van de hallehuisgroep. Ze zijn herkenbaar aan de steile daken met rode pannen, houten topgevels en/of met baksteen opgevuld vakwerk.
Typologie
Er is nauwe verwantschap met de boerderijbouw in het aangrenzende Westfalen en in de oostelijke Achterhoek. In Twente wordt de hoofdopzet bepaald door de driebeukige indeling. De gebintconstructie bestaat uit een eiken gebintconstructie van ankerbalkgebinten. In de brede middenbeuk bevindt zich de middenlangsdeel, waar gewerkt en gedorst werd. In de zijbeuken stonden de koeien met de kop naar de deel, vanwaar ze werden gevoerd. De deel is bereikbaar via de deeldeuren in het midden van de achtergevel. In sommige plaatsen is het woonhuis iets breder dan de schuur, hetgeen zich ook uit in verschillende hellingshoeken van de dakvlakken. Daarnaast is in veel gevallen sprake van een uitbouw aan het woongedeelte van de boerderij, de zogenaamde endskamer. Deze laatste was bedoeld als onderkomen voor de ouders van de boer in de periode na overname van de boerderij. De uitbouw kan zowel naar voren of naar de zijkant zijn gebouwd. In het laatst geval is de boerderij dan een krukhuisboerderij.
Kenmerken
Een belangrijk kenmerk van de Twentse boerderijbouw vormen de relatief hoge en steile zadeldaken, die vaak met rode pannen zijn gedekt en hier en daar met pannen en riet. Een ander element dat in Twente voorkomt is de houten vakwerkconstructie voor de wanden. In oorsprong waren de vakken gevuld met leem. Dit komt nog af en toe voor. Tegenwoordig zijn de meeste vakken gevuld met baksteen. De deeldeuren bevinden zich meestal in het midden van de achtergevel. Bij sommige boerderijen liggen deze verdiept ten opzichte van de achtermuur, een zogenaamde onderschoer. Typisch Twents zijn de hoge houten topgevels, meestal voorzien van windveren, aan één of beide korte zijden van de boerderij. In het westen van Twente komt de versierde topgevel veel voor. Ook de stiepel, de uitneembare middenstijl van de deeldeuren, is regelmatig versierd. Twentse boerderijen hadden een lemen deelvloer. Een fundering of vloer van zandsteen kan ook voorkomen. Keitjesvloeren worden in het woongedeelte nog af en toe aangetroffen.
Het Twentse erf kent veel bijgebouwen en andere erfonderdelen. Voorbeelden hiervan zijn losstaande schuren, ouderwoningen, mijten, bijenstallen, wagenschuren, bakhuizen, schaapskooien, aardappelkelders, etc.
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema's Begrippenagrarisch, boerderijen, hallenhuizen, hallehuisgroep, hallehuisboerderijen en Twentse schuren
Specialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 6 dec 2024 om 03:02.