Hallehuis - het Zuid-Hollandse kustgebied

Introductie

De boerderijen in de kuststrook van Zuid-Holland zijn voorbeelden van het hallehuis. Met name rond Wassenaar zijn nog historische voorbeelden aanwezig.

oude boerderij en bomen
Boerderij met verhoogd woongedeelte bij Wassenaar. Foto: beeldbank RCE, G.Th. Delemarre, 1961 CC BY-SA 3.0
boerderij op een erf met heggen
Boerderij Bellesteyn met zijwaartse uitbreiding van het bedrijfsgedeelte bij Wassenaar. Foto: beeldbank RCE, G.J. Dukker, 1964 CC BY-SA 3.0

Geologie en geografie

Het hier omschreven gebied omvat het duingebied langs de Noordzeekust in Zuid-Holland; een smalle strook die van Hillegom in het noordoosten tot aan Hoek van Holland in het zuidwesten loopt en die voor een groot deel uit strandwallen bestaat. De oostgrens loopt langs o.a. het riviertje de Vliet en de Kagerplassen; aldaar ligt veenweidegrond. Het gebied bestaat verder vooral uit oude en – aan de kust – jonge duinen en vruchtbare zandgrond. De meeste bewaard gebleven boerderijen, waarop deze beschrijving betrekking heeft, staan in het grotendeels landelijke gebied tussen Leiden en Den Haag. In het gebied komt van oudsher het gemengde bedrijf voor. De laatste eeuwen ligt het accent op de veehouderij, bloembollenteelt in de Bollenstreek en tuinbouw in het Westland.

Kenmerken

De boerderijen in de kuststreek behoren tot de hallehuisgroep. Het hallehuis, dat in het grootste deel van het midden van ons land voorkomt, heeft een rechthoekige plattegrond en bestaat uit een woongedeelte met daarachter een bedrijfsgedeelte dat meestal meer dan één gebintvak beslaat. De constructie bestaat uit ankerbalkgebinten. De zijgevels zijn doorgaans laag en bevatten weinig vensters. De middelste beuk is breder en hoger dan de beide zijbeuken en bevatte in het bedrijfsgedeelte de deel. In de deel stond het vee in de zijbeuken met de koppen naar de deel gericht. Bovenop een slietenvloer werd de oogst opgeslagen. In de middelste beuk van het woongedeelte werd geleefd en gekookt door het boerengezin. Daar lag ook de stookplaats tegen de brandmuur. De stookplaats diende als verwarming en werd ook gebruikt om het veevoer e.d. te bereiden. In de zijbeuken zaten kleine bedsteden. De gebouwen waren oorspronkelijk uit hout opgetrokken en hadden rieten daken.

Huidige boerderijen

Bedrijfsgedeelte

Gedurende de zeventiende en achttiende eeuw vonden landbouwkundige wijzigingen plaats, die uiteindelijk tot de huidige verschijningsvorm hebben geleid. In die periode vond ook de verstening van de boerderijen plaats. Vanwege het diverse bodemgebruik in de Zuid-Hollandse kuststreek lopen de vormen en indelingen van het bedrijfs- en woongedeelte uiteen. Het meest landinwaarts, langs de Vliet en grenzend aan het Groene Hart, is sprake van veehouderij en komen boerderijen met de Hollandse stal voor: deze hebben grofweg dezelfde indeling als de boerderijen in het veenweidegebied. De middenlangsdeel heeft plaats gemaakt voor een smalle voergang en de zijbeuken zijn juist verbreed. De zolder fungeert als hooizolder en naast of achter de boerderij staat een kapberg. De deeldeuren in de achtergevel zijn door een enkele staldeur vervangen. Naast of tegen een aantal van deze boerderijen staat een uit hout opgetrokken karnhuisje, vaak achthoekig maar soms ook vierkant van vorm. Veel van deze boerderijen hebben een al dan niet vrijstaand zomerhuis: hierin verbleef het boerengezin in het zomerseizoen.

Woongedeelte

Het woongedeelte van de boerderijen in de duinstreek heeft ook forse wijzigingen ondergaan. Een zijwaartse uitbreiding in één richting kwam vaak voor: dan spreken we van een krukhuisboerderij. Ook T-boerderijen komen voor, waarvan het woongedeelte zijdelings in beide richtingen uitbreidde. De gevels kregen een dragende functie en werden over de gehele breedte van het woonhuis hoger opgemetseld. Ook de ruimte achter de brandmuur, veranderde doordat deze een gecombineerde functie van werk- en woonruimte kreeg.

Kenmerkend voor het duingebied zijn langwerpige – al dan niet rechthoekige – boerderijen met hoge zijgevels, waarvan de gevels van het woongedeelte hoger zijn dan die van het bedrijfsgedeelte. De woonhuizen kregen vanwege de welvaart onder de boeren vaak een statige verschijningsvorm en meerdere, gescheiden vertrekken. Boven de melkkelder bevond zich een opkamer, die vaak als pronkkamer dienst deed.

Zijwaartse uitbreidingen

Dichterbij de kust, tegen de duinen, komt het gemengde bedrijf voor. Het driebeukige bedrijfsgedeelte omvat daarbij meestal achter de brandmuur de veestal met voergang. Deze lag in de lengterichting van de boerderij. Dat is ook het deel waarin het achterhuis zich bevindt. In de achterste gebintvakken is ruimte gemaakt voor een werkvloer, dorsvloer en paardenstal met daarboven de oogstopslag. Door deze indeling was het moeilijker om in het bestaande gebouw een uitbreiding van de veestal te realiseren. Noodzakelijke uitbreidingen gingen daarom niet zelden in de zijwaartse richting. Ook hier zijn de zijgevels van de boerderij vaak hoog opgemetseld en hebben ze de dragende functie van het ankerbalkgebint overgenomen. Bovenin de zijgevel bevindt zich een dakkapel met luiken, voor het doorlaten van de oogst. Vanwege het hoogteverschil tussen het woon- en bedrijfsgedeelte hebben de rieten daken soms een golvende noklijn.

Westland

Er zijn ook boerderijen van het gemengde bedrijf, waarin van een omgekeerde indeling van het bedrijfsgedeelte sprake is: de werk- en dorsvloer liggen vooraan en de veestal ligt achteraan in het bedrijfsgedeelte. Bij een dergelijke indeling kon de veestal wel naar achteren worden uitgebreid. Soms leidde zo’n uitbreiding tot een zeer langwerpige boerderij. Dergelijke indelingen kwamen van oudsher in het Westland voor maar daarvan zijn relatief weinig voorbeelden bewaard gebleven. De ruimte boven de middenbeuk van de veestal diende onverminderd als opslagplaats voor het hooi. Boven de dorsvloer was ruimte voor de oogstopslag.

Het woongedeelte van de boerderijen in het Westland en omgeving behield na de ingrijpende wijzigingen meestal de driebeukige opzet, terwijl elders in de kuststreek en in een groot deel van Zuid-Holland sprake was van een eenbeukig voorhuis.

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema's Begrippen

boerderijen en hallenhuizen

Specialist(en)
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 5 dec 2024 om 03:04.