Hertenkampen

Introductie

Een hertenkamp is een kunstmatig afgescheiden terrein met voorzieningen, waardoor herten er lange tijd kunnen verblijven. Nederland telt er ongeveer 250. Tien procent daarvan is aangelegd in de negentiende eeuw. De andere negentig procent dateert uit de twintigste eeuw. Zo’n tien procent van de hertenkampen is als rijksmonument beschermd. Omdat overheden meer en meer moeten bezuinigen en keuzes moeten maken, staan ze meer dan voorheen ter discussie. Hertenkampen vormen waardevolle stukken historisch groen, waar veel bezoekers een aangename tijd doorbrengen. Ze worden echter steeds vaker in hun voortbestaan bedreigd door bezuinigingen.

Op een grasveld naast een sloot staan enkele herten voor een grote boom. Zij staan aan de waterkant. Achter de boom staan een hertenhuisje, bomen en een statig gebouw.
De hertenkamp uit 1812 op de buitenplaats Elswout in Overveen is een van de oudste van Nederland.
Een ingekleurde prent uit 1695 met een grasveld waar veel herten lopen. Het grasveld is afgezet met een rood hek en een slot. Naast de sloot staat een rij met bomen en loopt een weg waar mensen wandelen.
Ingekleurde prent door Gerard Valck uit 1695 van de warande bij paleis Soestdijk. Litho Rijksmuseum, Amsterdam
Ingekleurde ansichtkaart uit 1915 van de hertenkamp in Assen. Een hertenhuisje staat op het gras tussen de bomen. Naast het huisje is een vijver met een bruggetje.
Ingekleurde ansichtkaart uit ongeveer 1915 van de hertenkamp in Assen, aangelegd in1842, met vijver, bruggetje en hertenhuisje.
Een gepleisterd hertenhuisje. Voor het huisje ligt veel gras. Op het gras is een pad aangelegd dat van het huisje naar een hek loopt. Er liggen twee schapen tegen het hek.
Het gepleisterde hertenhuisje uit 1914 in Bergen in Noord-Holland is een designtype.
Een ansichtkaart uit 1941 van een hertenkamp. Het veld waar de herten op lopen is afgesloten met kissing gates. De bezoekers aaien en voeren de herten door dit hek. De ansichtkaart is sepia-kleur en op de kaart staat Zeist geschreven.
Op een ansichtkaart uit 1941 van de hertenkamp in Zeist, aangelegd in 1935, zijn de ‘kissing gates’ te zien waardoor de bezoekers de herten kunnen aaien en voeren.
Rond een hertenkamp is een houten hek schuin geplaatst. Op de hertenkamp staan bomen. Om de hertenkamp loopt een wandelpad. Er staan bankjes waar mensen op zitten. Zij zitten in de zon.
Rond de weide van de hertenkamp uit 1914 in Bergen in Noord-Holland is het houten hek schuin geplaatst
Een meisje voert herten op een hertenkamp door een ijzeren spijlenhek. Vier volwassenen kijken toe. Een vrouw heeft een kindje aan de hand. Er zijn nog een aantal andere kinderen. Op de kaart staat Dordrecht, Hertenkamp Park Merwestein. Het is een ansichtkaart uit ongeveer 1920 in sepia-kleuren.
De hertenkamp in park Merwestein in Dordrecht op een ansichtkaart uit ongeveer 1920. Let op het oude, ijzeren spijlenhek.
Ingekleurde ansichtkaart uit ongeveer 1910 van de hertenkamp in Alkmaar. De kamp, inclusief het hertenhuisje, is een ontwerp uit 1901 van tuinarchitect Leonard Springer.
De hertenkamp uit 1929 in Bloemendaal is ontworpen door Leonard Springer.

Geschiedenis

Middeleeuwen tot negentiende eeuw

In Nederland waren al in de eerste eeuwen van onze jaartelling stukken land omgrensd voor de jacht op wild, zogenoemde wildparken. In de middeleeuwen lagen de meeste in de buurt van kastelen. De koning of keizer had eigen foreesten. Om geen dieren te laten ontsnappen werden deze wildparken voorzien van hekwerken, muren, verhogingen, bosschages of sloten. Ze werden ook wel aangeduid met de woorden wildraster, wildbaan, diergaarde, haag, heeg en warande. Onder een uit 1695 daterende, ingekleurde litho van de hertenkamp bij jachtslot Soestdijk staat bijvoorbeeld ‘Gesigt vande warande daar de herten en ree-n gaan weijden’.

Landbouwgrond

Door de groeiende vraag naar voedsel voor de toenemende bevolking benutte de adel vanaf de zestiende eeuw veel wildparken als landbouwgrond. Bovendien hadden de kastelen in de zestiende eeuw hun verdedigende functie verloren. Veel edellieden veranderden hun kasteel daarom in een buitenplaats, waar zij een aards paradijs nastreefden. Kasteel Twickel, in de buurt van Delden in Overijssel, is hiervan een goed voorbeeld.

Vermaak

In zo’n aards paradijs pasten geen dieren voor de jacht, maar wel voor het vermaak. Zo ontstonden er kleine terreinen met herten, die hertenkamp, hartenkamp of hartskamp werden genoemd. Ze gingen als ‘aankleding’ van het landschap dienen. Verwarrend is dat hertenkampen vanaf hun ontstaan dikwijls aangeduid werden met de oude benamingen voor wildpark.

Negentiende en twintigste eeuw

In de negentiende en twintigste eeuw maakten veel gemeenten met de aanleg van een hertenkamp een bos of een wandelpark aantrekkelijk voor bezoekers. Daarom werd in 1828 in de Haarlemmerhout, in 1901 in stadspark De Hout in Alkmaar en in 1929 in het Bloemendaalse Bos een hertenkamp ingericht.

Werkgelegenheidsproject

Tussen de twee Wereldoorlogen is een aantal parken met hertenkamp aangelegd als werkgelegenheidsproject, onder andere in Zeist, Hilversum en het Groningse Haren. Andere redenen om een openbare hertenkamp te stichten zijn burgerinitiatieven en schenkingen aan de gemeente. Burgemeester Van Reenen schonk in 1914 aan Bergen in Noord-Holland de hertenkamp op de Groencroft, als dank voor het grote feest ter ere van zijn 25-jarige jubileum. Heel anders was het in Assen. Volgens overlevering vormde in 1841 de vangst van een koningshert in de buurt van Gasselternijveen de aanleiding voor de toenmalige burgemeester Hendrik Jan Oosting om aan de rand van het Asser Bos een hertenkamp aan te leggen. Tegenwoordig worden er in Nederland heel af en toe nog nieuwe hertenkampen gesticht. Gemeenten maken met name nieuwbouwwijken met een hertenkamp aantrekkelijker. Door bezuinigingen verdwijnen er soms ook kampen of ze worden getransformeerd tot kinderboerderij.

Cultuurhistorisch belang

De monumentale waarde van een hertenkamp is te bepalen door het terrein op vijf criteria te beoordelen. Deze beoordeling helpt de eigenaar om afgewogen te beslissen of hij zijn hertenkamp aanhoudt of niet. Om de kamp als waardevol te bestempelen hoeft niet elk criterium een positief oordeel te krijgen. Zie voor de criteria ook de Rijksdienst-uitgave Een toekomst voor groen. De vijf criteria:

Cultuurhistorische waarde

Drukt deze hertenkamp op een bijzondere manier een culturele of typologische ontwikkeling uit?

Architectuur- en tuinhistorische waarde

Is deze hertenkamp van belang voor de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur of voor het oeuvre van een tuinarchitect? De esthetische kwaliteiten, de gebruikte materialen en de ornamenten zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. Een groot terrein met veel groen en oude bomen heeft een andere waarde dan een klein terrein zonder bomen.

Situationele en ensemblewaarde

Is deze hertenkamp beeldbepalend voor de omgeving, eventueel als onderdeel van een complex?

Gaafheid en herkenbaarheid

Zijn de originele onderdelen van deze hertenkamp goed bewaard gebleven? En is de oorspronkelijke functie van deze hertenkamp nog steeds herkenbaar?

Zeldzaamheid

Is deze hertenkamp zeldzaam, bijvoorbeeld door zijn ouderdom of unieke bebouwing?

Componenten

Ondergrond

Veel hertenkampen zijn op zanderige grond aangelegd. Een goed afwaterende weide is van belang om de herten gezond te houden. Als de ondergrond langdurig zompig blijft, kan er bijvoorbeeld leverbotziekte uitbreken. Zand levert minder problemen op dan klei. Verder geldt dat hoe groter het terrein is, hoe meer kans de dieren hebben te overleven. Enkele, wat grotere kampen, zijn door een hek in tweeën gesplitst. In deze zogenoemde wisselkampen kan een afgegraasde weide herstellen, terwijl de herten van de andere helft eten.

Bomen

Bomen dragen eraan bij dat de herten op een zo natuurlijk mogelijke manier kunnen leven en bewegen. Zij vormen daarom een belangrijk onderdeel van een hertenkamp. Ze bieden de herten beschutting, schaduw en voedsel in de vorm van eikels. Tegen het opeten van de bast worden bomen beschermd. Dat speelt vooral bij jonge bomen en kleine kampen. Van belang zijn open plekken, waar de dieren in de zon kunnen liggen.

Vijvers en bruggetjes

Vijvers en bruggetjes zijn belangrijke componenten van de hertenkampen die door tuinarchitecten zijn ontworpen. Vijvers, sloten en riviertjes bieden een permanente drinkmogelijkheid aan de dieren. Kunstmatige voorzieningen als drinkbakken hebben het nadeel dat het water snel op kan raken, vooral bij warm weer. Regelmatig toezicht kan dit voorkomen. Waterpartijen trekken vaak ook andere dieren aan. Soms is er voor de herten en verzorgers een bruggetje over de waterpartij aangebracht. Het zijn vaak eenvoudige bouwsels zonder leuning.

Heuvels en rotspartijen

Vaak is de grond die vrij is gekomen bij het graven van een vijver benut om een of meer heuvels aan te leggen. Een vlak terrein kreeg hierdoor meer reliëf, waardoor een weide aantrekkelijker werd voor zowel de herten als de bezoekers. Een enkele ontwerper is verder gegaan door kunstmatige rotsen aan te laten leggen. Onder andere in het Julianapark in Utrecht en op de buitenplaats Zeeduin bij Oostkapelle in Zeeland zijn deze rotsen nog aanwezig.

Hertenhuisje

In een schuurtje op de hertenweide worden voedsel, gereedschap en andere materialen opgeslagen. Het gebouwtje wordt een hertenhuisje of hertenkamphuisje genoemd. De huisjes zijn niet bedoeld om herten op stal te zetten. De aanduidingen stal, verblijf of hok zijn dus onjuist. De herten komen soms wel binnen om even te schuilen en voedsel te zoeken. Vaak weten ze dat ergens in het huisje voedsel ligt opgeslagen.

Bescherming en voedsel

Sommige huisjes hebben een luifel, waar de dieren bij slecht weer onder kunnen schuilen. Bij of aan een hertenhuisje bevindt zich vaak een ruif, waarin hooi wordt aangeboden. De weide zelf biedt doorgaans te weinig voedsel en de herten moeten dus worden bijgevoederd. Een vrijstaande ruif heeft in de meeste gevallen een dak om het hooi droog te houden. Een enkele hertenkamp is voorzien van een hooiberg, maar dat duidt meestal aan dat de functie richting kinderboerderij is verschoven. De materialen en kleuren van de huisjes sluiten zo veel mogelijk bij de natuurlijke omgeving aan en stoten de dieren niet af. De hertenhuisjes vallen te onderscheiden in de volgende typen:

Blokhuttype

Een van oudste typen hertenhuisjes is het blokhuttype. Een dergelijk huisje is hoofdzakelijk opgetrokken uit zwaar rondhout. Dit kan zowel verticaal als horizontaal zijn gedaan. Een voorbeeld is te zien op de buitenplaats Elswout, bij Overveen in Noord-Holland.

Vakwerkbouwtype

Het vakwerkbouwtype is voorzien van stijl- en regelwerk en een steenachtige of leemachtige opvulling van de muurvlakken. Het huisje in de hertenkamp uit 1901 in Alkmaar is hiervan een goede vertegenwoordiger.

Schaapskooitype

Het schaapskooitype heeft een opbouw van houten, gezaagde delen en een rieten dak. Dit type hertenhuisjes staat veel in het oosten van Nederland.

Van Laar-type

Verfijnder gebouwde houten huisjes worden het Van Laar-type genoemd, naar de voorbeelden die Gijsbert van Laar in 1802 in zijn Magazijn van tuin-sieraaden heeft afgebeeld. Het huisje op Fogelsangh State bij Veenklooster in Friesland is hier een voorbeeld van.

Oriëntaals type

Uitzonderlijk zijn de oriëntaalse types, waarvan in de Bloemendaalse hertenkamp nog een exemplaar staat. Het gaat om het Batakhuisje, dat geïnspireerd is op huizen op Noord-Sumatra.

Chalettype

Het chalettype is een hertenhuisje met een flink dakoverstek, zoals het huisje in park Sonsbeek in Arnhem.

Designtype

Geheel stenen huisjes, eventueel gepleisterd en geschilderd, komen onder andere voor in Hilversum en Bergen in Noord-Holland. Ze kunnen het designtype genoemd worden. Ze wijken sterk af van de andere typen hertenhuisjes.

Boerderijtype

Enkele hertenhuisjes hebben de opzet van een kleine boerderij. Dit wordt het boerderijtype genoemd.

Schuurtype

Tot slot zijn er veel eenvoudige hertenhuisjes die louter vanwege hun functie zijn geplaatst en niet vanuit de bedoeling om met hun vormgeving de sfeer van de hertenkampen te verhogen. Zij zijn van het ‘schuurtype’.

Omheining

Bezoekers kunnen de herten meestal vanachter een omheining bekijken, staand, wandelend of zittend op een van de banken. Vaak kunnen zij helemaal om de hertenweide heen lopen. Bij sommige hertenkampen kan het publiek zich slechts langs een of twee kanten begeven. Doorgaans is de beperkte afmeting van het terrein daar de oorzaak van. Maatregelen om vandalisme terug te dringen kunnen hier ook een rol bij spelen. Bij een enkele, zeer ruime hertenkamp, zoals die van Paleis Het Loo bij Apeldoorn, is het toegestaan de weide via een klaphek te betreden om de dieren beter te kunnen bekijken. De verzorgers manen de bezoekers dan wel de herten met rust te laten.

Angstig

Herten zijn angstige en uiterst waakzame dieren en als ze in paniek raken zijn er op een ruime weide voldoende mogelijkheden om de mensen te ontlopen. Een hertenweide heeft een flink hek nodig, want herten zijn hoogspringers. De historische hekken zijn gemaakt van hout, ijzer of beton. In het hekwerk zijn vaak een of meer zogenoemde kissing gates opgenomen, die het aaien en voeren voor kinderen wat makkelijker maken. De hekken werden in de ene hertenkamp rechtop en in de andere schuin geplaatst.

Materialen

Hout

Houten hekwerken bestaan uit spijlen, staanders en liggers, en zijn van oudsher onder een schuine hoek naar binnen geplaatst. Fysiek contact met de herten is voor de bezoekers dan wel lastiger. Vaak is de weide erachter verlaagd, soms in combinatie met een kleine greppel. Dit is bedoeld om de hoogspringers binnen te houden. Rechtopstaand hekwerk is regelmatig gecombineerd met gaas.

IJzer

De oudste ijzeren hekwerken bestaan uit eenvoudig smeedwerk met weinig of geen lassen. De horizontale elementen zijn vaak ronde stangen en de verticale platte staven. Dergelijke hekken hebben doorgaans een geringe hoogte. Jonger hekwerk is meestal opgetrokken uit gaas en profielijzer. In veel kampen zijn vanwege de onderhoudskosten moderne gaashekwerken aangebracht. De staanders met forse hoogten zijn gewoonlijk voorzien van een betonnen voet.

Beton

Al voor de Tweede Wereldoorlog zijn sommige hertenkampen voorzien van gaashekwerken met betonnen staanders, maar hun aantal is tegenwoordig sterk verminderd. Dat geldt ook voor combinaties van beton met andere materialen. Beton past minder goed bij de groene omgeving van een hertenkamp dan hout of smeedijzer.

Haha

In sommige kampen is de omheining een beneden het maaiveld verborgen keermuur, een zogenoemde haha of aha. De herten kunnen met hun kop net boven de muur uit komen. In Steenwijk bij Villa Rams Woerthe is nog een haha aanwezig.

Bekende architecten

In de negentiende eeuw kregen tuinarchitecten vaker dan voorheen opdracht een park met een hertenkamp te ontwerpen. Zo richtte Jan Zocher in 1828 voor de gemeente Haarlem de Haarlemmerhout in met een hertenkamp. In Assen gaf Lucas Roodbaard er in 1842 een vorm aan de rand van het Asser Bos. Naar aanleiding van een prijsvraag ontwierp Leonard Springer in 1901 een hertenkamp in De Alkmaarder Hout. Bovendien creëerde Springer er in 1929 in het Bloemendaalse Bos een met een bijzonder hertenhuisje, een oriëntaals type. En Hendrik Copijn en zijn zoon Lodewijk bedachten in 1908 de hertenkamp in het eerder door hen ontworpen Julianapark in Utrecht. Ook bouwkundige architecten hielden zich soms bezig met het tekenen van een hertenkamp en de bijbehorende bouwwerken. Zo ontwierp Willem Dudok in 1939 het hertenhuisje in de Hilversumse hertenkamp.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 14 mei 2022 om 02:01.