Holle baksteenvloeren
Introductie
Een holle baksteenvloer is een systeemvloer die is opgebouwd uit met een strengpers geproduceerde holle bakstenen. Doordat de stenen hol zijn, is de vloer licht van gewicht in vergelijking met andere systeemvloeren.Holle baksteenvloeren werden doorgaans gemaakt door verticaal opgemetselde muurtjes van holle baksteen in de lintvoegen te voorzien van wapening. Deze muurtjes werden gekanteld en als vloerdeel geplaatst. In de voegen tussen de stroken bracht men specie aan en de vloer werd afgewerkt met een steenachtige dekvloer. Het opmetselen gebeurde vaak op de bouwplaats. Vanaf midden jaren vijftig vond het metselen van de bakstenen tot vloerelementen ook machinaal plaats in de fabrieken van de NEHOBO. Deze systeemvloer was ten opzichte van houten vloeren brandveiliger, duurzamer en beter isolerend. Bovendien waren de vloeren relatief goedkoop en was door de voorbereiding in de fabriek en het ontbreken van bekisting de montage op de bouwplaats kort. Belangrijk daarbij was het feit dat na de Tweede Wereldoorlog op grote schaal moest worden gebouwd en hout schaars was. De holle baksteenvloer was een goed alternatief. Vanaf 1940 werd op grote schaal geadverteerd met deze nieuwe systeemvloeren als vervanger van houten vloeren.
Voorgeschiedenis tot 1940
Uit de tweede helft van de negentiende eeuw zijn bedrijfscatalogi bekend met holle systeemvloeren. Al in 1851 werden in het kader van de Wereldtentoonstelling in Londen modelwoningen gebouwd met vloeren van holle bakstenen. Dat betrof in eerste instantie houten en later stalen liggers met daartussen baksteen gewelfjes. Deze vloeren waren relatief zwaar. Vervolgens verschenen er rechte vloerplaten van baksteen met holle en tapse elementen op houten of stalen liggers. Eind negentiende eeuw maakte men in Engeland en Duitsland gebakken elementen voor gebruik in vloeren. Rond 1900 produceerde de Nederlandse fabrieken v/h Van Helder & Co uit Dokkum en H. Allard uit Geertruidenberg voor het eerst holle gebakken stenen voor dit doel, zogenaamde zolderingsstenen. Er zijn verschillende vroege voorbeelden van vloersystemen met zolderingsstenen, maar ze werden op beperkte schaal toegepast. Het bedrijf van Allard maakte vloeren die zowel met houten balken als met stalen liggers werden uitgevoerd. Ook bestond er een systeem dat speciaal in ziekenhuizen werd toegepast. In meerdere West-Europese landen vonden vergelijkbare ontwikkelingen plaats. Stenen van Uekermans uit Duitsland en Holle-baksteenvloer, Systeem L.V. uit België, werden ook in Nederland voor vloeren gebruikt.
Nederlandse fabrikanten
Scharroo noemt in 1942 vijf Nederlandse holle baksteenvloerproducenten. Hoewel het principe van hun constructies gelijk is, zijn er kleine verschillen in de uitvoering en de afmetingen van de vloerelementen. In 1940 verscheen de RIWA-vloer, vervaardigd door de Eerste Hollandsche Schoorsteenfabriek v/h De Ridder en Co uit Wassenaar. Deze vloer paste men al in het zelfde jaar toe bij de bouw van vijftien wederopbouwboerderijen. Ondertussen richtten ook de dakpannenfabrikanten, verenigd in Nedaco, zich op de fabricage van holle baksteenvloeren. Zo kwam het dat A.C. van Beek, directeur van de Woerdensche Dakpannen- en Steenfabrieken, contact opnam met C. Sweris van de RIWA-vloeren. In overleg met Nedaco werd de NEHOBO (Nederlandsche Holle Bouwsteen) opgericht. Deze verkooporganisatie, gevestigd in Den Haag, bracht op basis van in verschillende fabrieken geproduceerde holle bakstenen de NEHOBO-vloer op de markt. De NEHOBO bestaat nog steeds en maakte nog tot 1984 holle baksteenvloeren. De bij de NEHOBO aangesloten fabrieken produceerden in licentie ook Stalton-vloeren. Deze bestonden uit holle ribben van baksteen, voorzien van voorgespannen wapening, met daartussen holle baksteenelementen.
Steenfabriek Het Noorden uit Veendam maakte Steno-vloeren en liet deze op de markt brengen door de firma’s Kolk & Co uit Leeuwarden en Oosthoek en Zoon uit Alphen aan den Rijn. Steno-vloeren werden op grote schaal als stalzolder toegepast in boerderijen in de Wieringermeer en de Noordoostpolder. Metselsteen, v/h Antoon Geldens uit Nijmegen produceerde Perforavloeren. De holle baksteenelementen hiervan werden ook gebruikt voor schuine dakvlakken, zoals in 1945 in de Sint Willibrordsabdij bij kasteel Slangenburg bij Doetinchem. Bendor-Silica, Technisch Handelsbureau Rijswijk, maakte Bendor-balkenvloeren. Deze waren in 1936 al toegepast in het kantoorgebouw van de Pensioenraad aan de Benoordenhoutseweg in Den Haag, maar verder is over deze systeemvloer weinig bekend.
Toepassing
Holle baksteenvloeren zijn niet alleen veel toegepast in polder- en wederopbouwboerderijen, maar ook in woningbouw, scholen en fabrieken. Zo zijn nog NEHOBO-vloeren aanwezig in Basisschool Het Palet in Alphen aan den Rijn uit 1950 en fabriek Du Crocq aan de IJsselmeerstraat in Huizen uit 1955. De NEHOBO produceerde ook speciale holle bakstenen voor toepassing in silogebouwen.
Tot in de jaren tachtig zijn holle baksteenvloeren gemaakt. In 1980 werd nog een nieuw type holle baksteen geïntroduceerd met drie isolerende kamers, waarvan de middelste was voorzien van steenwol. Strengere eisen voor brandwering, de slechte geluidsisolatie, veranderingen in de baksteenwereld en de komst van de breedplaatvloer maakten echter dat er betere opties waren.
Nog regelmatig treft men keramische holle vloeren aan in gebouwen uit de eerste decennia na de oorlog. Een probleem is dan vaak dat de wapening door corrosie is aangetast. Soms wordt onder de vloer een hulpconstructie geplaatst waardoor de vloer constructief wordt ontlast. Dit is mogelijk in kruipruimtes, maar wanneer zich onder de vloer een verblijfsruimte bevindt is dit lastig. Vaak kiest men er dan voor de vloer te verwijderen en te vervangen door een nieuwe constructie.
Literatuur
- P.W. Scharroo, Bouwmaterialen. Encyclopaedische gids voor theorie en praktijk, Amsterdam 1942.
- T.C. Droogh, 25 jaar NEHOBO NV, Den Haag, Arnhem 1966.
- P. Bot, Vademecum historische bouwmaterialen, installaties en infrastructuur, Alphen aan de Maas 2009, p. 389-392.
- R. Stenvert, Biografie van de Baksteen 1850-2000, Amersfoort/Zwolle 2012.
Dit artikel maakt deel uit van Moderne bouwmaterialen.
Zie Bouwmaterialen 1940 - 1990 Vernieuwing, constructie, toepassing (nai010) voor meer informatie over dit boek.
Zie Bouwmaterialen 1940 - 1990 Vernieuwing, constructie, toepassing (nai010) voor meer informatie over dit boek.
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema's BegrippenSpecialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 14 apr 2025 om 11:51.