Huig Maaskant (1907-1977)


Introductie

Huig Aart (Hugh) Maaskant (Rotterdam 1907 - Rotterdam 1977) was een architect van het grote gebaar. Zijn moderne gebouwen waren imposante verschijningen in het stadsbeeld, net zoals zijn eigen, meer dan twee meter lange, gestalte. In Rotterdam, aan de noordelijke kant van de Maas, zijn veel ontwerpen van hem gerealiseerd, met als bekendste het Groothandelsgebouw (1953, i.s.m. Willem van Tijen) en de Euromast (1960, i.s.m. aannemer J.P. van Eesteren). Zijn carrière overspande het interbellum-, de wederopbouw- en de Post 65-periode, waardoor zijn werken door de jaren heen vanuit verschillende invalshoeken in het architectonische debat werden beoordeeld.
Brutalistisch fabrieksgebouw van gewapend beton met lange horizontale vorm, afgeronde hoeken en een uitkragende vleugel op poten boven het water.
Afb. 1. Kantoorgebouw Johnson Wax (1966) in Mijdrecht. Foto: Nationaal Archief / Joost Evers / Anefo
Brutalistisch provinciehuis aan het water, met zware betonnen volumes, een hoge toren, horizontale laagbouw op pijlers en markante opbouwen op het dak.
Afb. 2. Provinciehuis Noord-Brabant (1971) in Den Bosch. Foto: Collectie Nieuwe Instituut / Jan Versnel
Wit kantoorgebouw aan het water, opgebouwd uit enorme, trapsgewijs verspringende blokken met brede horizontale gevelbanden.
Afb. 3. Kantoorgebouw Rivierstaete (1973) in Amsterdam. Foto: Stadsarchief Amsterdam / J.M. Arsath Roïs

Amerikaanse opdrachtgevers

Maaskant had veel Amerikaanse opdrachtgevers en kreeg kritiek van de linkse intelligentsia, die zijn architectuur als ‘kapitalistisch’ en zelfs ‘fascistisch’ bestempelde. Desondanks groeide zijn bureau uit tot een van de grootste architectenfirma’s in Nederland en werd Maaskant een belangrijke speler binnen de naoorlogse architectuur.

Loopbaan

Maaskant volgde na de ambachtsschool de opleiding Architectuur aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam. Vanaf 1934 deed hij praktijkervaring op bij Willem van Tijen, met wie hij van 1937 tot 1955 Architectenbureau Van Tijen en Maaskant vormde. Het bureau werkte vóór de oorlog overwegend aan woningbouwprojecten en ontwierp later vooral bedrijfs- en fabrieksgebouwen. In 1955 richtte Maaskant zijn eigen bureau op, dat na 1959 de naam Architectenbureau Maaskant, Van Drommelen, Kroos en Senf droeg en een succesvolle start had met de Lijnbaanflats in Rotterdam, 15.000 over het hele land verspreide standaard seriewoningen en de Pier van Scheveningen (1961, i.s.m. Dick Apon en Dirk Jan Dijk).

Wederopbouw

Maaskant was een nuchtere, vooruitstrevende wederopbouwarchitect. De welvaart van de jaren zestig, gekenmerkt door productie, massaconsumptie en schaalvergroting, bracht het bureau een grote hoeveelheid opdrachten. Binnen het bureau werd door meerdere architecten ontworpen, maar Maaskant bleef de onbetwiste leider en drijvende kracht van het kantoor.

Cityvorming

Maaskant was een voorstander van cityvorming en sloot in de jaren vijftig en zestig met zijn modernistische ontwerpen aan bij de tendensen van zijn tijd. Zijn werk behoort tot de functionalistische architectuur van Het Nieuwe Bouwen. Hij richtte zich op de doelmatigheid van een gebouw, maar ontwierp wel mensgericht: bedrijfsruimtes moesten comfort bieden aan de arbeiders, met airconditioning, meer licht, en ruimtes voor sociaal contact, zoals kantines.

Metropolitisch

Maaskants oeuvre wordt vaak beschreven als ‘on-Nederlands’, ‘metropolitisch’ en ‘compromisloos’, eigenschappen die een treffende afspiegeling vormen van zijn eigenzinnigheid, heldere visie en professionele zakelijkheid. Zijn ontwerpen worden gekenmerkt door heldere lijnen, zware, massieve vormen, openheid en een sterke nadruk op de constructie, vaak opgetrokken uit beton, staal en glas. Een hoogtepunt in zijn oeuvre is het Provinciehuis Noord-Brabant (1971), een monumentaal brutalistisch complex aan de rand van Den Bosch, gesitueerd aan een grote vijver en met zijn ruim honderd meter hoge toren het hoogste kantoorgebouw van Noord-Brabant.

Menselijke maat

In de jaren zeventig kreeg Maaskant minder opdrachten. De kritiek op het modernistische bouwen bracht een nieuw perspectief met zich mee: de menselijke maat kwam centraal te staan en kleinschaligheid werd het nieuwe ideaal. In de jaren negentig ontstond hernieuwde aandacht voor zijn oeuvre, dat een inspiratiebron vormde voor een nieuwe generatie architecten als Rem Koolhaas, Winy Maas en Willem Jan Neutelings.

Objecten

  • Groothandelsgebouw Rotterdam (1953)
  • Euromast, Rotterdam (1960).
  • Pier Scheveningen (1961).
  • Hilton Hotel Amsterdam (1958 - 1962).
  • Kantoorgebouw Johnson Wax, Mijdrecht (1962-1966).
  • De Bunker, Eindhoven (1969).
  • Provinciehuis Noord-Brabant, Den Bosch (1962-1971).
  • Technicon+Akragon complex, Rotterdam (1955-1971).
  • Academiagebouw, Tilburg (1972).
  • Kantoorgebouw Rivierstaete, Amsterdam (1973). Getransformeerd door MVSA Architects in 2018.

Bronnenlijst

  • Provoost, Michelle, Maaskant, architect van de vooruitgang (Rotterdam 2003).

Dit artikel is geschreven door Eva Villanueva.

Verbeteringen, vragen of opmerkingen?Geef een inhoudelijke verbetering door, stel een vraag of maak een opmerking via het reactieformulier

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 okt 2025 om 02:21.