Hydrologie - omgaan met droogte op landgoederen en buitenplaatsen

Introductie

In recente jaren (2018, 2020, 2022) hebben zich extreem grote neerslagtekorten voorgedaan (>250 mm). Zulke grote neerslagtekorten die worden gemeten tijdens het groeiseizoen (van 1 april tot 1 oktober) zijn voor Nederland vrij uitzonderlijk, en zijn tussen 1906 en 2018 slecht 5 keer eerder voorgekomen [1].

Voor de toekomst verwacht de KNMI op basis van verschillende klimaatscenario’s een verdere toename van deze neerslagtekorten. Waarbij in de afgelopen dertig jaar al een toename in het neerslagtekort zichtbaar was van 11 procent per decennium. Daarbij is het neerslagtekort wat wordt waargenomen in de lentemaanden (april-mei) met 13 procent zelfs nog iets verder gestegen [2].

flow chart met oorzaken van droogte
Afb. 1 Oorzaken van droogte
flow chart met schade door droogte aan gebouwen
Afb. 2 Schade door droogte aan gebouwen
flow chart met mogelijke aanvoerpaden van water
Afb. 3 Droogte oplossingen - wateraanvoer

De oorzaak van deze toename in neerslagtekorten tijdens het groeiseizoen wordt vooral veroorzaakt door een afname in neerslaghoeveelheden en een toename in de hoeveelheid verdamping (veroorzaakt door een combinatie van meer zonneschijn en hogere temperaturen) [3]. Dit terwijl over het gehele jaar gemeten er juist een opgaande trend zichtbaar is in neerslaghoeveelheden: in de winter is er een toename in neerslag ten opzichte van voorheen [2]. De duur en doorwerking van de droogte tijdens het groeiseizoen zijn mede afhankelijk van in hoeverre de grondwatervoorraad in de winter aangevuld wordt. Als water afkomstig van neerslag goed kan worden vastgehouden en kan infiltreren, kunnen grondwaterniveaus zich herstellen en kan zodoende een buffer worden gecreëerd voor de daaropvolgende droge perioden. Als de gevallen neerslag (vooral de neerslag in de winter) niet goed wordt opgevangen en dus niet kan infiltreren in de bodem, maar in plaats daarvan snel wordt afgevoerd, kan dit ertoe leiden dat grondwaterniveaus minder goed herstellen. Dit kan de effecten van een meteorologische droogte versterken in daaropvolgende perioden van minder neerslag (m.a.w. een daaropvolgend droog groeiseizoen). Daarnaast zijn perioden van weinig neerslag niet alleen verantwoordelijk voor droogte. Incidentiele weersextremen en menselijke invloeden kunnen ook een rol van betekenis spelen (afb. 1)

Lage grondwaterstanden en/of verdroging van de bodem kan daarbij schadelijke gevolgen hebben voor zowel het groen en gebouwd erfgoed. Lage bodemvochtgehaltes en lage grondwaterstanden zorgen voor een beperkte waterbeschikbaarheid voor de beplanting, dat kan leiden tot verdroging van het groen. Aan de andere kant kan verdroging van de bodem tot gevolg hebben dat er zettingen plaatsvinden (vooral bij kleibodems) waarbij de bodem (ongelijkmatig) daalt. Dit kan scheurvorming opleveren in panden, vooral wanneer deze ondiep zijn gefundeerd (op staal). Gebouwen met diepere houten paal funderingen kunnen schade ondervinden indien deze palen door uitzakkende grondwaterstanden droog komen te staan en gaan rotten. Een schematisch overzicht hiervan is weergegeven in afb. 2.

Onderstaand bevindt zich een overzicht met enkele locaties waar problemen spelen met droogte – vooral met droge grachten/oppervlaktewateren en lage bodemvocht/grondwaterstanden – op landgoederen en buitenplaatsen. Dit overzicht dient als doel om enkele verschillende praktijkvoorbeelden uit te lichten, en zo mogelijk ideeën aan te reiken voor andere locaties waar soortgelijke problemen plaatshebben. Voordat deze locaties in meer detail worden besproken, worden er eerst enkele algemeen, veelvoorkomende maatregelen en algemene aandachtspunten benoemd.

Algemeen: vaak getroffen maatregelen en nadelen daarvan

Een veel voorkomende maatregel die getroffen wordt om oppervlaktewateren op landgoederen en buitenplaatsen watervoerend te houden, is het dichtsmeren van deze watergangen met een afsluitende leemlaag. Een andere mogelijkheid is het eventueel afdekken van de watergangen met behulp van een folie. Deze methoden zorgen ervoor dat water vanuit deze watergangen niet weg kan lekken naar de diepere ondergrond. Dit zou namelijk het geval zijn indien er geen afsluitende laag aanwezig is: het waterpeil in de watergangen zal in dat geval meebewegen met de grondwaterstanden. Als in een droge periode de grondwaterstanden (diep) wegzakken, zal de watergang dus droog komen te staan. Door de afsluitende laag wordt dit dus voorkomen. Echter, mede door verdamping en mogelijke onttrekkingen, zou er op termijn alsnog water moeten worden aangevoerd om het peil inderdaad op niveau te kunnen houden.

Een van de methoden om water aan te voeren, en dus het waterpeil op niveau te houden, kan worden bereikt door het oppompen van grondwater. Deze methode wordt momenteel veel toegepast, bijvoorbeeld bij Geldersch Landschap & Kasteelen. Zij gebruiken grondwaterpompen bij ongeveer de helft van de kastelen en buitenplaatsen in hun beheer. Deze methode is echter niet duurzaam: water wordt onttrokken uit het grondwater dat kan zorgen voor een eventuele verdere verlaging van het lokale grondwaterpeil. Daarbij kan het (continue) pompen een behoorlijke kostenpost opleveren door het hoge energieverbruik.

In tijden van droogte is het in de toekomst wellicht niet altijd meer mogelijk om grondwater op te pompen. Waterschappen kunnen onttrekkingsverboden instellen om zo verdere verdroging te voorkomen. Dit naast de vraag of deze methode überhaupt gewenst is gezien de kosten die het pompen met zich mee kan brengen. Daarom kan het van belang zijn om te kijken naar andere oplossingen die breder en verder kijken. Hierbij kan gekeken worden naar een groter gebied, door middel van een gebiedsbiografie, om te kijken hoe een gebied functioneert, om zo te kijken of water via een andere manier kan worden aangevoerd. Hierbij kan worden gekeken naar hoe de aanvoer van water was ten tijde van de aanleg. Kunnen oude systemen eventueel hersteld worden of deels hergebruikt worden? Is dit haalbaar, of zijn er in de loop der tijd andere belangen bij gekomen (bv. landbouw, nabijgelegen woonwijken) in het gebied die dit verhinderen? Of zijn er mogelijkheden om bijvoorbeeld waterlopen (weer) door een grachtensysteem te laten lopen, of landgoederen en buitenplaatsen een eigen peilniveau te geven of wellicht (lokaal) grondwaterstanden te verhogen?

Een overzicht van mogelijke oplossingen zijn ook weergegeven in afb. 3, met daarbij enkele voor- en nadelen van deze mogelijkheden.

Algemeen: mogelijke knelpunten en aandachtspunten

  • Als grachten/oppervlaktewateren zijn bekleed met een leemlaag: check of deze laag nog intact is, zodat water niet zomaar weglekt. Is deze laag bijvoorbeeld ooit aangetast tijdens baggeren? Of aangetast door vegetatie?
  • Van waar en hoe vaak mag en kan water worden onttrokken (af te stemmen met o.a. het waterschap).
    • Continue oppompen van grondwater
      • Kosten, vaak continue water gepompt
      • Duurzaamheidsbezwaren
        • Vorming van onttrekkingskegel onder gebied (lokale verlaging grondwaterstand)
        • Mag dit ten tijde van droogte van het waterschap (onttrekkingsverbod mogelijk)
        • IJzerrijk grondwater, niet goed voor waterkwaliteit (bv. de ecologie in de oppervlaktewateren)
    • Wat is de waterkwaliteit van in te laten/op te pompen oppervlaktewater
      • Door meststoffen vanuit landbouwgebied
      • Door pesticiden vanuit landbouw en tuinbouw gebieden
      • Waterbeschikbaarheid tijdens droogte (i.e., mag je nog steeds water onttrekken wanneer het meeste nodig is?)
        • Afspraken nodig om ook tijdens een onttrekkingsverbod eventueel toch water te mogen onttrekken/alternatieve oplossingen paraat hebben indien onttrekken niet meer mag.
  • Kijk naar hoe de watersystemen op landgoederen en buitenplaatsen oorspronkelijk zijn aangelegd (hydrologische systeemanalyse, gebiedsbiografie). Kunnen hieruit elementen worden gebruikt of hersteld die de huidige problemen zouden verhelpen? En hoe zit het grotere watersysteem in elkaar (kijken op stroomgebiedsniveau), en welke kansen zijn hier.

Overzicht van te bespreken locaties

  1. Kasteelruïne Asten, Asten
  2. Menkemaborg, Uithuizen
  3. Kasteel Marquette, Heemskerk
  4. Kasteel Geldrop, Geldrop
  5. Kasteel d’Erp, Baarlo
  6. Huis Appeltern, Appeltern
  7. Landgoederenzone Baakse Beek, Ruurlo – Vorden
  8. Koetshuis voormalig Kasteel Liesveld, Groot Ammers

Uitwerkingen locaties

1. Kasteelruïne Asten, Asten

Introductie

Om de kasteelruïne van Asten bevindt zich een dubbele gracht. De kasteelruïne ligt hierbij hoger ten opzichte van de directe omgeving. De grachten worden daardoor dus gevoed door middel van regenwater. Het waterpeil in de grachten zakt snel in de zomer. Om het peil op niveau te houden, werd er daarom een sluis geëxploiteerd. Hiermee kon het waterpeil in de nabijgelegen Broekloop worden opgestuwd, en kon het water vervolgens naar de grachten stromen. Deze methode was op termijn niet meer wenselijk vanwege het belang van de agrariërs in de omgeving. Daarop adviseerde het waterschap om in plaats daarvan een grondwaterpomp te gebruiken. Water werd zo vanuit het grondwater in de gracht gepompt om het niveau op peil te houden. Echter, sinds 2019 is deze pomp defect geraakt, en is de grondwaterput dichtgeslibd.

De stichting kasteelruïne Asten stelt echter dat door het uitzakken van het water in de gracht, scheuren in de muur ontstaan. Met het uitzakken van het grondwater valt de tegendruk weg. Hierdoor wordt de instandhouding van de ruïne bedreigd.

Tijdens het uitbaggeren van de gracht, voor het laatst tijdens werkzaamheden in 1988, is er op gelet dat de leemlaag niet zou worden aangetast. Het is onduidelijk of dit gelukt is. Er is verder een indicatie dat de vele bomen langs de gracht veel water opnemen, wat dus bij kan dragen aan het lage waterpeil (en een indicatie kan geven dat de leemlaag niet overal nog afdoende functioneert.

Methoden

Het waterschap heeft dus aangegeven dat zij het sluisje niet meer wilden gebruiken. Vanwege dus de belangen vanuit de agrariërs, met daarbij dat deze methode vrij arbeidsintensief was. Nadat de grondwaterpomp het in 2020 begaf is er niet voor gekozen een nieuwe pomp aan te schaffen. Er werd gekozen om op zoek te gaan naar een duurzamere oplossing. Een mogelijke methode hierbij kan zijn om toch water op een of andere manier vanuit de nabijgelegen Broekloop richting de gracht te krijgen.

Toekomst

Bij het zoeken naar een oplossing, is het goed om eerst te weten te komen of tijdens het baggeren van de gracht de onderliggende, ondoorlatende leemlaag, inderdaad niet is aangetast. Dit is belangrijk, voor welke oplossing die uiteindelijk ook wordt gekozen, om te verhinderen dat water dat naar de grachten toe is gebracht, vervolgens simpelweg weer weglekt.

Verder moet er worden gekeken naar de waterkwaliteit van de toekomstige waterbron. Naast dat het gebruik van grondwater als niet duurzaam werd geacht, is dit water ook zeer ijzerrijk. Dit zou slecht geacht zijn voor de ecologie in de gracht. Daarbij moet ook gekeken worden naar de waterkwaliteit van het water in de Broekloop. Dit water stroomt door agrarisch gebied en langs kassen. Het is daarom aan te bevelen om te bekijken of dit water wel van een dusdanige kwaliteit is om je grachtensysteem te hebben. Water dat rijk is aan nutriënten kan bijvoorbeeld leiden tot excessieve algengroei.

2. Menkemaborg, Uithuizen

Introductie

De Menkemaborg is gebouwd op een kwelderwal, een hoger gelegen deel in het kwelderlandschap. De Menkemaborg staat op een terrein dat dubbel omgracht is. Deze grachten staan via ondergrondse buizen met elkaar in verbinding. De grachten zijn dichtgesmeerd met een leemlaag, waardoor deze waterdicht zouden moeten zijn. Vanwege de hogere ligging van het borgterrein ten opzichte van de directe omgeving, wordt het water in de grachten met name op peil gehouden door regenval.

In de afgelopen decennia is het waterpeil in de directe omgeving drastische verlaagd, om zo de omringende landbouwgronden beter te kunnen ontwateren. Daarbij komt dat tijdens de recente droge zomers (2018, 2020) er geen aanvoer meer plaats vond van water door regen. Dit in combinatie met een sterkere verdamping zorgde voor het (deels) droogvallen van de grachten.

Methoden

Om het droogvallen van de grachten te voorkomen, liggen er plannen voor de aanleg van een persleidingtracé. Dit tracé pompt dat water op vanuit een nabijgelegen waterloop. Van hieruit wordt het water doorgepompt via een deels open, deels via buizen aangelegd tracé. Dit brengt het water naar de binnenste gracht, vanwaar het via overstorten naar de buitenste gracht kan doorstromen. Via een overstort en een duiker kan het water vanuit deze buitenste gracht doorstromen via een traject dat door een woonwijk stroomt, en weer terug afwatert op het nabijgelegen oppervlaktewater. Zodoende vormt dit een circulair tracé, waarin water dus wordt rondgepompt door het grachtensysteem van de borg en een nieuw aan te leggen tracé door een woonwijk. Door het continue pompen door dit tracé zouden risico’s omtrent waterkwaliteit enigszins verminderd kunnen worden doordat, ondanks dat er in het oppervlaktewater verontreinigingen/voedingstoffen kunnen zitten, er continue doorgepompt wordt en water dus blijft stromen.

3. Kasteel Marquette, Heemskerk

Introductie

Kasteel Marquette is gelegen aan de rand van de duinen, op de overgang van het hogere naar het lager gelegen gebied achter de duinen. Via watertjes die ontspringen in deze duinen, alsmede door kwelbronnen aan de flanken van de duinen, kunnen de grachten rondom het kasteel worden gevoed. Het kasteel heeft echter een probleem in zowel droge als natte perioden. Tijdens droge perioden zakt het waterpeil in de grachten en heeft het groen last van verdroging. Dit door een lagere aanvoer van water vanuit de duinen tijdens droge perioden, en omdat het kasteelterrein net iets hoger light dan het omliggende land. Tijdens natte perioden is er juist sprake van wateroverlast in het kasteel, waarbij de kelder onder water kan komen te staan. Hier zou water vanuit de grachten dan sneller geloosd moeten worden om het omliggende oppervlaktewater.

Uit metingen van de grondwaterstand uit het eerste watervoerende pakket blijkt dat er in de zomer verlagingen worden gemeten die van nature niet voor zouden moeten komen. Deze terugkerende fluctuatie in de grondwaterstanden lijkt het gevolg te zijn van (lokale) grondwateronttrekkingen. Vermoedelijk veroorzaakt vanuit het tuindersgebied.

Methoden

Het watersysteem wordt voornamelijk beïnvloed door een tweetal beken (Noorddorperbeek en Bollanderbeek), met daarnaast nog opkwellend grondwater.

De stuwen die het peil van het landgoed hoger houden dan de omgeving lijken niet optimaal te functioneren. Deze lekstroom is dan ook, naast de verdamping en de wegzijging naar het grondwater, een van de redenen dat het waterpeil in de grachten afneemt tijdens droge perioden. Het verbeteren van de kunstwerken in het watersysteem zou daarom kunnen bijdragen aan het tegengaan van uitzakkende waterpeilen.

Tijdens natte perioden in de winter stroomt het overschot aan kwel en regenwater naar het lager gelegen polderpeil. Wateroverlast wordt ervaren, ondanks dat de stuwen worden open gezet. Dit lijkt voort te komen uit het feit dat er in het watersysteem weinig bergingscapaciteit aanwezig is.

De bodem van de sloten is overwegend zandig. Dit betekent dat de grachten en sloten sterk beïnvloed worden door de grondwaterstanden. In de zomer zal deze grondwaterstand wat uitzakken, dat zal leiden tot uitzakking van het oppervlaktewaterpeil. Daarnaast is er in de zomer een afname van de kwel, dat zelfs naar wegzijging kan omdraaien. Kwelwater is dus niet voldoende aanwezig om in de droge perioden het oppervlaktewaterpeil te kunnen handhaven. De waterkwaliteit van de beken in de zomerperiode is onvoldoende inzichtelijk, en daarmee is het dus niet zeker of dit water gebruikt kan worden om in te laten in het grachtensysteem (stroomt door tuinbouwgebied, hoge concentraties van bepaalde stoffen gemeten).

Toekomst

Andere mogelijke oplossingen die onderzocht (kunnen) worden zijn:

  • Hoe kunnen kunstwerken watersysteem verbeterd worden?
  • Herzien van gewenste peilen in de grachten. Valt hier iets mee te winnen?
  • Is het oppervlaktewater vanuit de beken van voldoende kwaliteit en kwantiteit om te kunnen inlaten?
  • Kan grondwater (eventueel uit een diepere laag door middel van een artesische bron) gebruikt worden voor het op peil houden van het waterniveau? Is er voor deze bron voldoende druk aanwezig?
  • Kan de “bron” met kwelwater verplaatst worden, zodat er het gehele jaar water kan worden aangevoerd richting de grachten?

4. Kasteel Geldrop, Geldrop

Introductie

Het watersysteem in het park van kasteel Geldrop ondervindt meerdere problemen. Er zijn problemen met stilstaand water, te weinig water in de gracht, en het droogvallen van waterlopen in de zomermaanden. Daar komt bij dat het groen in het park in de zomer last heeft van de droogte, terwijl in de winter een deel van het park (vooral paden en grasvelden) onder water komen te staan. Maar incidenteel ook grotere delen van het park, waarbij het water tuinmuren kan bedreigen. Het kasteel zelf staat hoger dan het park, en heeft zodoende een iets minder hoog dreigingsniveau.

Er dienen dus oplossingen te worden gezocht om vooral in het voorjaar en zomer water langer vast te kunnen houden. Dit terwijl er voor de wintersituatie juist moet worden gezocht naar oplossingen om de wateroverlast zoveel mogelijk te beperken. Daarbij rekening houdend met dat het feit dat het park een waterbergingsgebied is.

Methoden

Oplossingen voor de ondervonden problemen worden gezocht in het inlaten van water van buiten het park. Dit water is afkomstig vanuit omliggend gemeentegrond en zou van voldoende kwaliteit zijn. Dit water kan dan in de droge zomermaanden zorgen voor de nodige wateraanvoer, om zo droogval van de gracht en watergangen te voorkomen. Naast regenval is momenteel namelijk de enige ander bron van water wat lichte kwel in de sloten langs het park en in een hoek van de gracht om het kasteel. Dit is echter van onvoldoende kwantiteit. Aanvoer vanuit andere bronnen is daarom essentieel. Daarnaast wordt er een aanleg gecreëerd met duikers om de waterlopen met elkaar te verbinden, en stuwen en drempels aangelegd om het waterpeil beter te kunnen reguleren. Daarbij wordt ook gedacht aan het plaatsen van kleppen in de duikers die voor de wateraanvoer van buitenaf naar het park moeten zorgen. Op deze manier kan er worden voorkomen dat via deze verbinding, die juist in tijden van droogte water naar het park moet brengen, een teveel aan water via deze aanvoersloten buiten het park om richting de Kleine Dommel wordt afgevoerd.

5. Kasteel d’Erp, Baarlo

Introductie

Het kasteelpark van kasteel d’Erp bevindt zich op een locatie waar twee beken samenkomen: de Kwistbeek en de Bosbeek. De Bosbeek bevindt zich in een oude stroomgeul van de Maas, stromende op een lager niveau dan het kasteelpark. De Kwistbeek stroomt op een hoger niveau, aan de voet van het hoge terras waarop het dorp ligt. Op de Kwistbeek bevindt zich, aan de rand van het kasteelpark, een watermolen. Beide beken komen samen benedenstrooms van het park.

Het water in de grachten van het kasteelpark is afkomstig vanuit de Kwistbeek. Dit wordt aangevuld met opgepompt grondwater.

Methoden

Er is behoefte aan een andere manier om de grachten watervoerend te houden. Het oppompen van het grondwater blijkt, na onderzoek, bij te dragen aan de verdroging van het park door het lokaal verlagen van de grondwaterstand. Dit in combinatie met een goed doorlatende zandgrond, waardoor water in het park snel wegzakt in de bodem richting het grondwater. Hierbij zorgt de verlaagde grondwaterstand er voor dat de beplanting, en vooral oudere bomen, te lijden hebben.

In de plannen voor het herstel van het park, wordt gesproken over het toepassen van een andere methode om water naar het grachtensysteem te krijgen. Ten behoeve van de watermolen wordt er elke week nog gestuwd voor voldoende waterkracht. Tijdens dit stuwen, met dus een hoger opgestuwd waterpeil voor de watermolen, zou water onder vrij verval ingelaten kunnen worden in het grachtensysteem. Dit is mogelijk door het openzetten van twee schuifkleppen die al aanwezig is. In de zomer zal dit minder goed werken, de beek is meer een “winterbeek”. Mogelijkheden hangen hierbij dus af van het debiet in de zomermaanden. Dit zal verder moeten worden onderzocht, om te bepalen over er wellicht naast het stuwen andere methoden in parallel noodzakelijk zijn om een bepaald waterniveau na te kunnen streven.

Daarnaast zouden de waterpartijen in het park door middel van een ondoorlatende kleilaag watervoerend moeten blijven. Het lijkt er echter op dat niet overal de kleilaag nog even goed in tact is gebleven in de loop der tijd. Herstel kan daarom bijdragen aan het op peil houden van het waterniveau.

6. Huis Appeltern, Appeltern

Introductie

Huis Appeltern staat op het terrein van het voormalige kasteel Appeltern. Het huis is gebouwd op houten palen, wat leidt tot zorgen bij de bewoner over het eventueel droog vallen van deze palen door een uitzakkende grondwaterstand tijdens droge perioden. Daarnaast zijn er op het landgoed zorgen over verdroging van het groen, met name het doodgaan van de bomen langs de laan.

Verder spelen hier zorgen omtrent ingrepen in de nabije omgeving, in de uiterwaarde de Lymen, over de gevolgen voor grondwaterstandontwikkelingen. De uiterwaard is nu in gebruik als landbouwgebied, maar wordt in de toekomst ingericht als natuurgebied. Hierbij kan het gebied, als onderdeel van de uiterwaarde van de Maas, weer vrij overstromen en zal de grondwaterstand toenemen. De omgeving zou hierbij in theorie gevrijwaard moeten blijven van veranderingen in de grondwaterstand. Een hogere grondwaterstand zou daarbij in principe vooral tijdens droge perioden juist goed kunnen zijn, maar te veel variatie vraagt ook weer veel van het groen. Vooral oude bomen kunnen zo’n variatie in grondwaterstanden niet goed verwerken.

Methoden

Kijkend naar het verleden lijkt het er op dat er vanuit de Nieuwe Wetering, gelegen aan de andere kant van de weg, een verbinding was met de gracht door middel van een duiker. Om onbekende redenen is deze verbinding niet in stand gehouden. De toevoer van water naar de gracht is daarom momenteel volledig afhankelijk van grondwater en regenwater.

De bewoner heeft niet duidelijk in beeld tot welke diepte de grondwaterstand kan uitzakken voordat er eventueel schade kan ontstaan aan de houten palen fundering. Onderzoek hierna is essentieel, en kan daarbij dus inzichten verschaffen in de eventuele noodzaak van aanvullende maatregelen omtrent het op peil houden van het waterniveau in de gracht.

Toekomst

Er wordt gekeken of er door middel van het oppompen van grondwater kan worden voldaan aan het op peil houden van de gracht. Dit zou dan gaan om grondwater vanuit diepere lagen (om verdroging van het terrein, door het oppompen van ondiep grondwater uit het eerste watervoerende pakket, te voorkomen). Dit oppompen uit diepere lagen brengt wel hogere kosten mee bij de aanleg van de put en aanschaf van de pomp. Daarnaast werd er gepleit voor een ander peilbeheer, waarbij het landgoed een eigen peil zou moeten krijgen. Dit om, niet alleen de gracht op peil te houden, maar zo ook de verdroging van het groen tegen te gaan. De haalbaarheid en effecten hiervan dienen echter verder onderzocht te worden.

Voor het eventuele herstel van de verbinding met de Nieuwe Wetering, als dit al mogelijk zou zijn (hierover was tot dan toe nog geen contact met het waterschap), zijn enkele moeilijkheden voorzien. Deze wetering loopt door landbouwgebied, met mogelijke pesticiden en meststoffen/voedingstoffen in het water. Als dit water in de gracht komt, zou dit de waterkwaliteit sterk kunnen veranderen, en de huidige flora en fauna in de gracht negatief kunnen beïnvloeden. Daarbij met de kans op bijvoorbeeld hevige algengroei. Tijdens het bezoek in de zomer van 2023 leek het water heel schoon en helder, en was er duidelijk veel leven aanwezig in de gracht (onder andere kikkers, verschillende watervogels).

7. Landgoederenzone Baakse Beek, Ruurlo – Vorden

Introductie

Deze landgoederenzone kenmerkt zich door een serie aan landgoederen die gelegen zijn in het beekdal van de Baakse Beek. Kastelen werden hier gebouwd vanwege de voldoende beschikbaarheid van water om de grachten te kunnen voeden. Verder was dit water van belang voor de aandrijving van watermolens, het mede mogelijk maken van weidebevloeiing en de aanleg van waterpartijen in de tuinen en parken. De wateren, laagten en moerassen werden door het graven van watergangen met elkaar verbonden, van waaruit de Baakse Beek ontstond omstreeks 1750.

In de 19e eeuw werden de in het gebied gelegen broek- en veengebieden ontgonnen ten behoeve van de landbouw. In de 20e eeuw werden tijdens de ruilverkaveling watergangen verdiept, verbreed en rechtgetrokken. Dit om te zorgen voor een verdere verbetering van de ontwatering in het gebied en om overtollig water zo snel en efficiënt mogelijk af te kunnen voeren.

Aan het eind van de 20e eeuw komt er langzaamaan oog voor een meer integraal waterbeheer. Er trad erkenning op dat overgebleven (vaak kleine) natuurgebieden te lijden hadden onder een te lage grondwaterstand door de ontwaterende werking van de (diepe) beek. Hierbij werd het belang van de beken als drager van natuurnetwerken verder benadrukt. Verder speelde er mee dat de landgoederen zelf ook steeds verder aan het verdrogen zijn, en dat water niet meer altijd vanzelfsprekend is in dit ooit zo natte gebied.

Methoden

In de plannen, die als deels uitgevoerd zijn of momenteel in uitvoering zijn, wordt de Baakse Beek drastisch aangepakt. De gegraven Baakse Beek, die werd aangelegd ter ontginning van de broek- en veengebieden, wordt niet meer als hoofdwaterloop gebruikt. Dit, omdat in het huidige watersysteem het water te snel wordt afgevoerd. Hierdoor is er weinig waterbuffering voor droge perioden, en valt de bovenloop droog. Om dit te voorkomen, en om te voorkomen dat het gebied dusdanig wordt ontwaterd en grondwaterstanden eigenlijk permanent te laag zijn, wordt in plaats van de gegraven beek gekeken naar het verplaatsen van de beekloop naar de natuurlijke laagtes in het gebied. Deze natuurlijke laagtes worden dan vervolgens gebruikt als hoofdloop, waarbij deze licht worden uitgegraven. Hierdoor ontstaat een brede, ondiepe loop (slenk). Hierbij wordt het gebied minder diep ontwaterd, waardoor water beter wordt vastgehouden en er minder verdroging optreedt in het gebied ten tijde van weinig neerslag. Tevens zorgen de ingrepen ervoor dat het gebied beter kan omgaan met extreme regenbuien door een toename in buffercapaciteit.

8. Koetshuis voormalig Kasteel Liesveld, Groot-Ammers

Introductie

Het koetshuis van het voormalig Kasteel Liesveld ondervindt al enige jaren (vanaf omstreeks het jaar 2000) last van scheurvorming in de muren. Het koetshuis is gelegen op een hoger gedeelte (donk, of rivierduin), dat zich 2 a 3 meter hoogte boven de omgeving bevindt.

Deze casus wijkt iets af van de bovengenoemde casussen. Bij deze locatie speelt met name dat er vermoedelijke problemen spelen met vooral het grondwaterpeil. In het verleden (rond het jaar 2000), heeft er nabij het kasteelterrein een dijkversterking plaatsgevonden. Deze dijkversterking hield in dat er een kwelscherm werd geplaatst. Dit om de waterstroming onder de dijk door te stoppen. Hierdoor stroomt er minder water door deze, veelal zandige (en dus waterdoorlatende) rivierduin richting de achtergelegen polder. Hierdoor is er vermoedelijk een verlaging de van de grondwaterstand gerealiseerd. Afhankelijk van de ondergrond, wellicht zitten er in de voornamelijk zanderige ondergrond klei en/of veenlagen, kunnen er zakkingen plaatsvinden. Deze casus geeft dus weer dat veranderingen door de mens, in dit geval om te zorgen voor een betere algemene waterveiligheid, voor specifieke locaties juist negatieve gevolgen kan hebben.

Methoden

Een voorbeeld van een toegepaste regel zou kunnen zijn om in sloten/watergangen rondom het object (deze zijn hier al aanwezig), een vast waterpeil te kunnen handhaven. Hierbij is het dan van belang dat de bodem van deze watergangen in direct contact staat met het zand van de rivierduin. Hierdoor kan het water dan vanuit deze watergangen infiltreren in de zandige ondergrond, en op die manier het grondwater op peil houden.

Om vervolgens inzichten te krijgen in hoe je grondwaterstanden variëren, en of de infiltratie vanuit de omliggende watergangen zijn werk goed doet, is het aan te raden om peilbuizen te installeren. Deze kunnen dan regelmatig inzichten geven in de grondwaterstanden (via automatische registratie of handmatig aflezen). Daarnaast kunnen goede inzichten in de bodemopbouw antwoorden geven op welke diepte bepaalde lagen zitten. Op welke diepte zitten bijvoorbeeld bodemlagen die gevoelig zijn voor eventuele zettingen?

U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 31 jul 2024 om 18:43.