Jan Hoogstad (1930-2018)


Introductie

Jan Hoogstad (Rotterdam 1930 - 2018) werd opgeleid aan de HTS en de Academie van Bouwkunst in Rotterdam. Na enkele jaren ervaring te hebben opgedaan bij de Rotterdamse wederopbouwarchitect Herman Bakker startte hij in 1957 zijn eigen bureau. Vanaf 1973 werkte Hoogstad samen met Wim Schulze en Aat van Tilburg. Met laatstgenoemden en Carel Weeber associeerde hij zich in 1977 onder de naam HWST Architecten. Vanaf 1991 werkte Hoogstad zelfstandig, in 2002 vormde hij met Joost Ector Ector Hoogstad Architecten, waar hij vijf jaar later zijn werkpraktijk beëindigde.
Woongebouw aan het water met schuine gevels, roodbruine metalen bekleding, bakstenen opbouw, lamellen en blauwe balkonhekken.
Afb. 1. Woongebouw Waterverband (1973) in Rotterdam. Foto: Wikimedia Commons / Choinowski
Brutalistisch kantoorgebouw met verticale betonnen ribben en twee hoge torens, naast een moderne brugconstructie.
Afb. 2. Kantoorgebouw Blakeburg (1977) in Rotterdam. Foto: Wikimedia Commons / Tim Bindels
Zwart-witfoto met schotelvormig betonnen gebouw met stalen stijlen en glazen gevel, met ronde toren op de achtergrond.
Afb. 3. Casino (1987) in Breda. Foto: Stadsarchief Breda / Bea Hoeks-de Laat

Rationalisme

Hoogstad zette zich als pleitbezorger van een rationalistische architectuur af tegen de kleinschaligheid van het structuralisme en het organisch bouwen. Zijn ontwerpen voor grootschalige woon- en werkcomplexen kwamen volgens een mathematische systematiek tot stand, waarvoor hij zocht naar een theoretische onderbouwing. Een centraal thema in zijn werk is de interactie tussen ruimte en menselijk gedrag, die hij in zijn publicatie Ruimtetijdbeweging; prolegomena voor de architectuur (1990) trachtte te verklaren. In zijn geometrische ontwerpen legde hij de nadruk op de balans tussen functionaliteit, harmonie en schaal en liet hij zich inspireren door andere disciplines zoals muziek en lichtontwerp. Zelf een gepassioneerd en vaardig pianist, ontwierp Hoogstad enkele ruimtelijke geluidssculpturen.

Dynamisch spel

In de gebouwen van Hoogstad zijn twee soorten ruimtelijke vormen te onderscheiden: lineaire structuren die beweging suggereren, en ruimtelijke indelingen zoals bijvoorbeeld kubussen rond een centraal punt die uitnodigen tot verblijven. Het schakelen van deze ruimten creëerde een dynamisch spel van contrasten, waarin intimiteit en openheid samenkomen en de relatie tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ centraal staat. Dit effect bereikte Hoogstad door de toepassing van vides en zijn kenmerkende ‘serre-concepten’, zoals grote atria. Hij maakte daarbij gebruik van prefabonderdelen en sobere materialen als beton en glas.

Architectuurvisie

Hoogstad streefde naar controle over het volledige ontwerp- en bouwproces. Hij uitte kritiek op de toenemende macht van opdrachtgevers en aannemers en op de groeiende invloed van politiek en sociale wetenschappen op de architectuur. Deze visie kwam sterker tot uiting in de samenwerking met Weeber, al stelde hij zich minder rigide op dan Weeber, die bekendstond om zijn compromisloze modernistische principes. Samen met hem en andere rationalisten, onder wie Wim Quist, gebruikte hij het tijdschrift Plan als platform om analyses en ideeën uit te dragen.

Nevenfuncties en loopbaan

Hoogstad bekleedde diverse nevenfuncties in de architectuurwereld. Hij was vicevoorzitter van de International Academy of Architecture en bestuurslid van de Megacities Foundation. Met Carel Weeber richtte hij de Stichting Hoogbouw op en als medeoprichter van het Architectuur Instituut Rotterdam (AIR) droeg hij bij aan de ontwikkeling van het architectuurdebat en het architectuuronderwijs. Als lid van de Rotterdamse welstandscommissie zette hij zijn expertise in voor de vormgeving van de stad. Na zijn pensionering bleef Hoogstads werk een belangrijk referentiepunt in de architectuur. Het door hem beleden rationalisme is van invloed geweest op de manier waarop stedelijke gebieden worden ontworpen en hoe architectuur sociale interactie kan bevorderen. Dat neemt niet weg dat inmiddels veel van zijn gebouwen zijn gesloopt. Hoogstad werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau en ontving in 1985 de Laurenspenning als blijk van waardering voor zijn inzet voor het culturele en maatschappelijke leven in Rotterdam.

Objecten

  • Woongebouw Waterverband, Rotterdam (1973).
  • Kerk De Olijftak, Zoetermeer (1976).
  • Kantoorgebouw Blakeburg, Rotterdam (1977).
  • Kantoorgebouw Moret & Limperg, Rotterdam (1981). Gesloopt in 2020.
  • Cometon-gebouw, Rotterdam (1984). Nu Thornico Building.
  • Stadhuis Lelystad (1984).
  • Cityplaza, Nieuwegein (1985). Het bijbehorende stadsplein en het Ruimtetheater zijn gesloopt.
  • Bibliotheek en Muziekschool, Zeist (1986).
  • Casino, Breda (1987).
  • Ministerie van VROM, Den Haag (1992).
  • Hoofdkantoor Unilever, Rotterdam (1993).
  • Theater De Veste, Delft (1995).

Bronnenlijst


Dit artikel is geschreven door Eva Villanueva.

Verbeteringen, vragen of opmerkingen?Geef een inhoudelijke verbetering door, stel een vraag of maak een opmerking via het reactieformulier

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 okt 2025 om 02:21.