Leien in Rijndekking

Introductie

Wanneer er schubvormige leien op het dak liggen, spreken we van Rijndekking. Deze wijze van dekken paste men van oudsher veel toe in het oosten en noorden van ons land, omdat men schubvormige leien via de Rijn aanvoerde.

Beschadigd Rijndak op de Geertekerk in Utrecht

Geschiedenis

Uit opgravingen is bekend dat de Romeinen in Xanten en Keulen hun gebouwen al dekten met leien. Deze waren zeshoekig. Als men vanaf de twaalfde eeuw in ons land leien toepast als dakbedekking, geeft men de voorkeur aan andere vormen: rechthoekig en schubvormig. Deze twee hoofdvormen blijven tot in onze tijd in zwang. Bij rechthoekige leien spreken we over Maasdekking. Deze leien voerde men aanvankelijk aan via de Maas, wat de naam verklaart. Vanaf de middeleeuwen voerde men overigens ook al rechthoekige leien als ballast aan uit het zuiden van Engeland. Maasdekking paste men van oudsher veel toe in het zuiden en westen van ons land. Wanneer men schubvormige leien gebruikt, spreekt men van Rijndekking, aangevoerd via de Rijn. Deze wijze van dekken paste men veel toe in het oosten en noorden van ons land. De reden waarom men ertoe kwam leien in groeves rechthoekig of schubvormig te maken, is gelegen in de structuur van de leisteen. Een rechtdradige structuur is geschikter voor het produceren van rechthoekige leien, een kromdadige structuur voor schubvormige leien.

Twintigste eeuw

In het begin van de twintigste eeuw liep niet alleen de kwaliteit van de leien terug, maar ook het vakmanschap. Bij herstelwerkzaamheden na de Tweede Wereldoorlog kwam het gelukkig tot een herwaardering van het vakmanschap, al was het door gebrek aan goede leien nog nodig om veel minder goed materiaal te gebruiken. Helaas gingen er ook groeves dicht die goede leien leverden voor Rijndekking. Het aantal uit de historie bekende groeves in Europa is op deze wijze de afgelopen jaren dramatisch geslonken. Veel materiaal voor leien komt tegenwoordig uit Spanje. Soms vervoert men dit als ruw materiaal naar Duitsland, waar men het verder verwerkt tot schubleien.

Meerwaarde

Een leien dak is in Nederland iets uitzonderlijks. Leien liggen dan ook vooral op historisch belangrijke gebouwen, zoals kerken en stadhuizen. Men moest lei van ver halen. Opdrachtgevers maakten zeer bewust een keuze voor dit materiaal om hun gebouw een zekere meerwaarde te geven. Die meerwaarde willen we graag behouden.

Duurzaamheid en herstel

Maar leibedekking is ook kostbaar. Voor een maximale levensduur is - zeker bij een Rijndak - regelmatig onderhoud noodzakelijk. Bij vervanging van de leien is een zorgvuldig opgesteld plan van groot belang voor het verkrijgen van een monumentenvergunning en eventueel subsidie. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) streeft bij het vernieuwen van leibedekking naar duurzaamheid en het herstellen van het oorspronkelijke beeld, met de juiste aansluitdetails. De kwaliteit van de lei, het vakmanschap waarmee de leien zijn aangebracht, de wijze van bevestigen en de onderliggende constructie bepalen in sterke mate de duurzaamheid van een met natuurleien gedekt monumentaal dak. Voor Rijndekking geldt een aantal uitgangspunten voor een duurzaam en op de goede wijze uitgevoerd dak, dat weer minstens tachtig jaar moet meegaan. Voor de manier waarop je de kwaliteit van leien bepaalt, verwijzen we naar het artikel ‘Leien in Rijndekking – werkzaamheden’.

Bouwhistorisch onderzoek

De RCE streeft naar het behoud van oorspronkelijk bouwmateriaal. Veel daken hebben echter al enige generaties leibedekking gedragen. Het is niet altijd duidelijk of de huidige leibedekking historisch gezien de juiste bedekking is. Soms is bouwhistorisch onderzoek nodig om de historische verschijningsvorm vast te stellen. In het algemeen geldt dat we de huidige verschijningsvorm handhaven, tenzij hier sterke argumenten tegen pleiten. Het is belangrijk dat een gekwalificeerd leidekkersbedrijf de leibedekking uitvoert volgens de Uitvoeringsrichtlijn URL 4010 van de ERM.

Vergunning en subsidie

Voor restauratie (werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor herstel) van beschermde monumenten is een omgevingsvergunning vereist. Voor normaal onderhoud (noodzakelijke reguliere werkzaamheden die gericht zijn op het behoud van monumentale waarde) is niet altijd een vergunning vereist. Voor gemeentelijke monumenten of provinciale monumenten kunt u contact opnemen met de gemeente. Voor werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding van een rijksmonument kan de eigenaar in veel gevallen subsidie aanvragen.

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 27 okt 2022 om 02:01.