Luidklokken en beiaarden
Introductie
Binnen het cultureel erfgoed nemen de muziekinstrumenten een bijzondere plaats in. Hun betekenis ontlenen ze doorgaans niet in de eerste plaats aan hun uiterlijk, maar aan de klank die ermee voortgebracht kan worden. De zin van hun behoud hangt daarom sterk samen met het gebruik.
Geschiedenis
De oudste klokken in ons land dateren uit de vroege middeleeuwen. Een geschreven bron over het gieten van klokken komen we tegen in het begin van de 11de eeuw bij de Benedictijner monnik Theophilus. In zijn verhandeling over verschillende kunsten is één hoofdstuk ervan gewijd aan het gieten van klokken.
De functie van de luidklokken was tweeledig: ten behoeve van het religieuze leven konden de luidklokken de verschillende kerkelijke vieringen en ‘getijden’ aangeven. Daarnaast kregen de klokken bij de opkomst van de steden een maatschappelijke functie, waarbij het gelui belangrijke gebeurtenissen aankondigde. Veel benamingen van klokken herinneren daar nog aan: brandklok, papklok, poortersklok, raadsklok, etc.
Bij het tot klinken brengen van deze laatste klokken werd veelal gebeierd of geklept. Bij het beieren wordt de klepel door een daaraan bevestigd touw in een ritmisch klankspel tegen de stilhangende klok getrokken. Het kleppen is een vorm van luiden waarbij een exact aantal slagen kan worden gegeven. De klok wordt hierbij door middel van het luidtouw telkens naar dezelfde kant getrokken, zodat de klepel steeds op één plaats tegen de klokkenwand valt. Een voorbeeld is het kleppen van de ‘angelus’klok waarbij drie keer drie slagen worden gegeven. Vanwege het gewicht van de klok kan het kleppen alleen bij kleinere klokken plaatsvinden.
De eerste klokkenspelen waren in feite niet meer dan een uitgebreide ‘voorslag’ voor de tijdsaanduiding. Een reeks klokken op toonhoogte werd verbonden met een uurwerk. Als waarschuwing voorafgaand aan het uurslag bracht het uurwerk een automaat in werking waardoor een melodie tot klinken kon worden gebracht.
Het oudste ons bekende automatische spel dateert uit de 14de eeuw. In de 15de eeuw moet het zogenaamde ‘handspel’ zijn ontstaan. In die tijd spreekt men van ‘stokken’ om beiertouwen aan te trekken. Deze stokken kunnen worden gezien als de voorlopers van de latere beiaardklavieren. In de loop van de 16de eeuw verbreidde het stokkenklavier zich snel.
De oudste nog (be)speelbare beiaard in ons land is te vinden in de Speeltoren te Monnickendam. In deze toren installeerde Peeter van den Ghein in 1596 een beiaard die thans nog in gebruik is. De klokken van deze beiaard zijn nog op primitieve wijze gestemd door het uithakken van klokkenbrons aan de binnenzijde van de klok.
De gebroeders Hemony ontwikkelden in het midden van de 17de eeuw een doeltreffender manier om de klokken te stemmen. Op mechanische wijze werden de klokken aan de binnenzijde uitgedraaid en zo op stemming gebracht.
Onderhoud en restauratie
Onderhoud
Voor een goede instandhouding en ter voorkoming van kostbare restauraties is het van belang dat regelmatig onderhoud wordt verricht. Bij luidklokken en beiaarden verstaat de RCE onder onderhoud: het smeren van bewegende delen; het vastzetten van ophangconstructies en kleine werkzaamheden aan klepel-ogen.
Luidinstallaties en slagwerk
Bij luidinstallaties en slagwerken: het smeren van bewegende delen; het afregelen van luidmotoren en het afstellen van slaghamers.
Speelmechanieken en speeltrommels
Bij speelmechanieken en speeltrommels: het herstellen van draadverbindingen; het afregelen van tractuur; het smeren van speeltrommellagers en het afstellen van de slag van de speelhamers.
Klokkenstoelen
Bij klokkenstoelen: het vastzetten van pen- en gatverbindingen; het bestrijden van houtaantastingen en conserveren van het houtwerk; het ontroesten en conserveren van ijzeren klokkenstoelen en het smeren van de luidas-lagers.
Restauratie
Onder restauratie vallen alle overige werkzaamheden, waaronder: reparaties aan de klokken zelf, zoals het lassen van scheuren en het herstel van kronen en stemmingscorrecties; vervanging van moderne ophangconstructies en luidbalken door klassieke constructies; het vervangen van luidinstallaties en werkzaamheden aan klaviatuur, speelmechanieken en aan speeltrommels van beiaarden.
Achtergronden bij het restaureren
Bedacht moet worden dat luidklokken, klokkenstoelen en alle historische beiaarden soms meer dan eens gerestaureerd of gewijzigd zijn. In de meeste gevallen werd daarbij en in het bijzonder bij de beiaarden, de oorspronkelijke aanleg in zeer sterke mate gewijzigd. In vrijwel alle gevallen werd de klaviatuur vervangen door een op een hedendaagse standaard gebaseerd klavier. De opstelling van klokken in vensters werd vervangen door een opstelling in een klokkenstoel in de toren en het klassieke broeksysteem met het netwerk van trekdraden werd vervangen door een tuimelaarsysteem met draaiende assen en winkelhaken.
Uitgangspunt bij iedere restauratie is het handhaven van de bestaande toestand. Latere wijzigingen van een oorspronkelijke toestand horen immers ook bij de geschiedenis van het object en kunnen inmiddels monumentale waarde hebben. Er kunnen echter redenen zijn om een eerdere bouwfase te herstellen door het ongedaan maken van latere wijzigingen. Latere ingrepen kunnen in sommige gevallen aantoonbaar de klank van de luidklok of de beiaard nadelig beïnvloeden en soms, zoals bijvoorbeeld bij te zware of te harde moderne klepels van luidklokken, een bedreiging vormen voor de instandhouding. In het restauratieplan wordt door middel van gedegen onderzoek onderbouwd wat de redenen zijn om te kiezen voor een eerdere bouwfase. De te wijzigen bestaande toestand dient zo goed mogelijk te worden gedocumenteerd.
Restauratiewerkzaamheden
Werkzaamheden aan luidbalken
Een voorbeeld van een situatie waarbij het wijzigen van een bestaande toestand onder voorwaarden in het belang van de instandhouding kan zijn is het vervangen van krukluidassen door rechte balken. De aanslag wordt bij klokken aan rechte balken, waarbij de klok ‘vliegend’ luidt, gekenmerkt door een korte contacttijd tussen klepel en klok. Hierdoor kan de klok optimaal tot klinken komen, waarbij de korte contacttijd bovendien de kans op scheurvorming van de klok verkleint. Een rechte luidbalk garandeert in hoge mate het historisch luidtempo, waarbij het zogenaamde ‘bim-bam’-effect optimaal tot ontwikkeling kan komen. Wanneer er redenen zijn om de krukluidas door een rechte luidbalk te vervangen moet worden onderzocht of de extra reactiekrachten op toren en klokkenstoel voldoende kunnen worden opgevangen.
Bijzondere aandacht verdienen de luidbalk-lagers. De vroeger aanwezige open bronzen lagers zijn vrijwel alle verdwenen. Er dient gestreefd te worden naar het terugbrengen van de oorspronkelijke toestand op een zo verantwoord mogelijke wijze.
Werkzaamheden bij klepels
Het behouden of opnieuw plaatsen van smeedijzeren klepels en slaghamers levert een belangrijke bijdrage aan het behoud of herstel van het historische timbre van de klok. Van non-ferro slaglichamen is bekend dat deze na verloop van jaren dusdanig verstevigen dat schade aan de klok kan ontstaan. Voor zover mogelijk dient de oorspronkelijke klepelbevestiging te worden nagestreefd.
Lassen van klokken
Nog niet zo lang geleden werden gescheurde klokken simpelweg vervangen door een nieuwe klok. Het oude exemplaar kreeg in het gunstigste geval een museale opstelling. Met de ontwikkeling van nieuwe lastechnieken is de mogelijkheid tegenwoordig aanwezig een gescheurde of beschadigde klok op verantwoorde wijze te herstellen. Hierdoor kan de klok haar klank weer terugkrijgen en haar aanvankelijke functie weer uitoefenen. Het aanlassen van een uitgesleten slagvlak dient alleen dan te worden overwogen als de schade aan de slagrand mogelijke scheurvorming in de hand werkt. Herstel om visuele redenen dient achterwege te blijven.
Herstemmen van klokken
Een al lang bestaande controverse betreft het (her)stemmen van klokken. Vast staat dat eenmaal uitgedraaid materiaal niet meer opnieuw aan te brengen is. Over de mate waarin weersinvloeden het oorspronkelijke klankbeeld aantasten, bestaat geen overeenstemming. Wel staat vast dat de luchtverontreiniging in de tijd dat nog met kolen werd gestookt een nadelige invloed had. Aangezien onmogelijk kan worden aangetoond hoe zuiver de klokken na het gieten gestemd werden, blijft het een moeilijke zaak te spreken over een ‘originele’ stemming. Juist in het geval van klokken die van ver gehoord worden, is de tolerantie waarbinnen de luisteraar het geluid als zuiver ervaart, groot. Vanwege het niet-reversibele karakter van een herstemmingsingreep is een dergelijke ingreep alleen in uitzonderingsgevallen te overwegen.
Beiaardinrichting
De hernieuwde belangstelling voor oude speelwijzen leidde tot een herbezinning op de oude beiaardinrichtingen. Er is meer aandacht gekomen voor het oude tractuursysteem (broeksysteem) en de opstelling van de klokken in vensters. Ook de constructie en vormgeving van het klavier is onderwerp geworden van studie. Al deze elementen bepalen niet alleen de klank van het instrument, maar ook de wijze waarop een beiaard bespeeld kan worden. In voorkomende gevallen kan het van belang zijn latere wijzigingen aan het tractuursysteem en de opstelling van de klokken ongedaan te maken en een eerdere bouwfase te herstellen. Deze keuze dient goed onderbouwd te zijn en gedegen archief- en bouwhistorisch onderzoek zijn essentieel. Van belang is dat de cultuurhistorische waarde van de aangetroffen toestand objectief wordt geduid en dat de bestaande aanleg goed wordt gedocumenteerd.
Naast aandacht voor het handspel dient ook aandacht geschonken te worden aan de historische speeltrommels. Als geen ander onderdeel laten juist deze trommels ons kennis nemen van het enorme vakmanschap en de precisie waarmee de beiaardinrichters in het verleden deze automaten vervaardigden en installeerden. Te gemakkelijk wordt in deze tijd de speeltrommel, als niet meer van deze tijd zijnde, opzij geschoven en vervangen door een band- of computerspeelwerk. Afgezien van de korte levensduur van deze apparaten, in vergelijking met die van de speeltrommels, getuigen dergelijke ingrepen niet van veel respect voor onze rijke beiaardhistorie. In de meeste gevallen is een verantwoord en duurzaam herstel van de speeltrommel mogelijk.
Werkzaamheden aan klokkenstoelen
Klokkenstoelen komen in een grote verscheidenheid voor. Zij zijn te herleiden tot een aantal basistypen. Zo kennen wij de vrijstaande houten klokkenstoelen, houten of stenen klokhuizen en klokkenstoelgebinten die in een stenen toren zijn opgenomen. In Friesland, en in geringere mate ook in Groningen, Drenthe en de kop van Overijssel zijn de vrijstaande klokkenstoelen veelvuldig geplaatst op begraafplaatsen.
Onderhoud van de klokkenstoel zal vooral betrekking hebben op herstel van houtverbindingen, bestrijding van houtaantastingen, conserveren van het houtwerk en onderhoud en herstel aan de luidbalken en luidwielen.
Vergunning en subsidie
Voor restauratie (werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor herstel) van beschermde monumenten is een omgevingsvergunning vereist. Voor normaal onderhoud (noodzakelijke reguliere werkzaamheden die gericht zijn op het behoud van monumentale waarde) is niet altijd een vergunning vereist. Voor gemeentelijke monumenten of provinciale monumenten kunt u contact opnemen met de gemeente. Voor werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding van een rijksmonument kan de eigenaar in veel gevallen subsidie aanvragen.
Zie ook
Artikelen- Mechanische torenuurwerken
- Mechanische torenuurwerken - onderhoud (Let op: pagina bestaat niet.)
Specialist(en)
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 27 okt 2022 om 03:01.