Microklimaatdoos

Introductie

Voor het tentoonstellen van schilderijen die gevoelig zijn voor klimaatschommelingen is een speciale zogenoemde microklimaatdoos ontwikkeld. Dit is een soort permanente vitrine waarin je een schilderij toch kunt tonen wanneer de bruikleennemer geen constante conditie van het binnenklimaat kan garanderen.

Bij bruiklenen van vochtgevoelige schilderijen uit de eigen collectie stelt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) meestal als voorwaarde dat deze van een microklimaatdoos worden voorzien. Vochtgevoelig zijn bijvoorbeeld schilderijen op houten drager of voorzien van een stijfseldoublering.

je ziet een houten lijst met hierin een microklimaatdoos.
Een open microklimaatdoos.
je ziet een houten lijst met hierop een microklimaatdoos.
Een gesloten microklimaatdoos.
je ziet een illustratie van een dwarsdoorsnede van een microklimaatdoos.
Detail dwarsdoorsnede microklimaatdoos zonder opbouw.
je ziet een illustratie van een dwarsdoorsnede van een microklimaatdoos met opbouw.
Detail dwarsdoorsnede microklimaatdoos met opbouw.

Invloed van vocht in de lucht

Een zeer belangrijke factor voor het behoud van objecten is het reguleren van de hoeveelheid vocht in de lucht rondom het object. Lucht kan een bepaalde maximale hoeveelheid waterdamp bevatten die afhankelijk is van de temperatuur. Warme lucht kan meer vocht bevatten dan koude lucht. Men duidt de daadwerkelijke hoeveelheid waterdamp in de lucht aan met het begrip ‘relatieve luchtvochtigheid’ (RV). Relatieve luchtvochtigheid is de hoeveelheid waterdamp in de lucht bij een bepaalde temperatuur, als percentage van wat die lucht bij die temperatuur maximaal aan waterdamp kan bevatten. Een RV van 50 procent wil dus zeggen dat bij de heersende temperatuur de lucht de helft van de hoeveelheid waterdamp heeft die hij maximaal kan hebben.

Organische materialen, zoals hout en textiel, nemen vocht op en staan dit ook weer af. Het vochtgehalte van deze materialen is normaal gesproken in evenwicht met de RV van de omgeving. Hierdoor zullen deze materialen meer vocht opnemen bij een hoge RV, waardoor zij zwellen of uitzetten, en bij een lage RV vocht afstaan en daardoor krimpen. Soms bestaat een voorwerp uit verschillende materialen die elk op hun eigen manier reageren op veranderingen in de RV. Verschillen in uitzetting kunnen krachten teweeg brengen die materialen kromtrekken, buigen of zelfs breken. De meeste objecten blijven daarom het best bewaard in een klimaat met een zo constant mogelijke RV en bij een constante temperatuur (T). Als ideale waarden hierbij houdt men meestal een RV tussen de 48 en 55 procent en een T tussen de 16 en 20°C aan. Uitzondering hierop vormen objecten die aan klimaatomstandigheden gewend zijn die we niet als ideaal kunnen classificeren, maar waarin ze zo lang hebben vertoefd dat de materialen hierin een soort evenwicht hebben gevonden en zich hieraan hebben aangepast (de zogenoemde normaalwaarde). Dit soort objecten moet men bij voorkeur zoveel mogelijk in deze omstandigheden houden om niet alsnog ernstig in conditie achteruit te gaan.

Plotselinge veranderingen van de relatieve luchtvochtigheid kan leiden tot vervormingen van materialen of scheuren in objecten.

Hoe werkt de microklimaatdoos?

De werking van de microklimaatdoos berust op het principe dat je binnen de bestaande lijst rondom het schilderij een luchtdichte ruimte creëert. Hierdoor verbreek je de interactie tussen schilderij en (macro-)omgeving en heeft het vochtgehalte van de buitenwereld geen invloed meer op het vochtgehalte van het schilderij. Omdat er slechts een heel klein luchtvolume wordt ingesloten, ontstaat er spoedig een evenwicht tussen het vochtgehalte in het materiaal en in de lucht (micro-omgeving) eromheen.

Echter, voor een object dat op deze manier beschermd is tegen de invloed van RV in de omgevingslucht, geldt wel nog steeds dat infraroodstraling moet worden vermeden. Want vochttransport wordt gedreven door temperatuurverschillen van de materialen in de microklimaatdoos. En hoewel de hygroscopische materialen in de doos de RV kunnen bufferen, heeft een temperatuurverschil tussen de materialen in de doos tot gevolg dat het vochtevenwicht tussen de verschillende materialen verschuift. Wanneer er tussen onderdelen verschillen in T zijn, kan er ook een groot vochtverschil zijn. De invloed van de directe omgeving, zoals een koude buitenmuur, direct opvallend zonlicht, aanwezige verlichting met een infraroodcomponent of lokale verwarming, verdient in dit verband dan ook speciale aandacht.

Hieronder staat een overzicht van de stappen die nodig zijn om een microklimaatdoos binnen de schilderijlijst aan te brengen. De dagelijkse praktijk zal echter telkens weer aanpassingen vereisen die niet in deze beschrijving zijn of kunnen worden opgenomen.

Algemene eisen en technische aspecten

a. De microklimaatdoos werkt alleen optimaal wanneer je de lucht binnenin volledig (‘lekvrij’) afsluit en isoleert van de buitenlucht.

b. Voorzie het schilderij aan de voorkant van UV-werend (gelaagd) glas en aan de achterkant van kanaalplaat. Sluit het schilderij vervolgens luchtdicht af, zodat mogelijke klimaatschommelingen een minimaal effect hebben.

c. Hoe kleiner het ingesloten luchtvolume, hoe geringer het vochttransport binnenin. Een afstand van maximaal vier millimeter tussen glas en schilderij voorkomt hinderlijke spiegeling bij het aanschouwen van het werk. Het schilderij mag uiteraard nooit het glas raken.

d. Gezien de complexiteit van de werkzaamheden heeft degene die de microklimaatdoos aanbrengt ruime ervaring met het hanteren en inlijsten van schilderijen. Hij beschikt bovendien over goed technisch inzicht.

e. Schilderij en lijst verkeren in goede staat, zijn stofvrij gemaakt en voorzien van een recent conditierapport voordat de microklimaatdoos wordt aangebracht.

Benodigde materialen

De materialen die we hier noemen zijn de standaardmaterialen die de RCE gebruikt voor de vervaardiging van klimaatdozen. De afdichtingsmaterialen en de kanaalplaat zijn kant-en-klare, relatief goedkope materialen. Het UV-werende gelaagde glas zal veruit de grootste kostenpost zijn. Uiteraard kan het voorkomen dat een of meer materialen niet voorhanden zijn. Deze kun je dan vervangen door andere, volledig gelijkwaardige materialen, dat wil zeggen dat ze geheel emissievrij, niet-corrosief en onschadelijk voor het object zijn.

  • UV-werend gelaagd glas
  • Zuurvrij (zelfklevend) zwart vilt
  • Aluminium tape
  • Stukjes kurk
  • Reversibele houtlijm, huiden- of vislijm
  • Latten voor raamwerk
  • Kanaalplaat (lexaan, polycarbonaat)
  • Lijstveren, schroeven en ringetjes
  • Zwarte verf op waterbasis

Voorbereidingen

Tref de volgende voorbereidingen:

  • Bestel het UV-werende gelaagde glas op maat (houd wel rekening met een mogelijk lange levertijd). Meet hiertoe de sponning van de lijst op. Doe dit zorgvuldig, want de sponning is zelden haaks. Neem de te bestellen UV-werende ruit, afhankelijk van de haaksheid en de breedte van de sponning, ruim kleiner (circa drie millimeter) dan de kleinste sponningmaat om iedere spanning in het glas te voorkomen.
  • Snij het zwarte vilt in stroken van de juiste breedte (één à twee millimeter smaller dan de voorkant van de sponning) en lengte.
  • Controleer de sponning zorgvuldig op mogelijke lekkage c.q. plaatsen waar eventueel lucht doorheen zou kunnen komen. Let vooral op open hoeken, houtwormgaten, splinters, etc. Wanneer de sponning is aangetast of niet goed sluit, moet je de betreffende plaatsen aan de binnenkant afplakken met aluminium tape.
  • Maak stukjes kurk van circa vijf centimeter lang ongeveer op maat. De exacte breedte en dikte kun je pas bepalen als je het schilderij in de lijst hebt aangebracht.

Opbouw

a. Aanbrengen vilt

Plak eerst stroken zuurvrij vilt in de sponning van de lijst. Maak deze stroken circa één millimeter smaller dan de sponning van de lijst, zodat het vilt vanaf de voorzijde niet zichtbaar is en geen gevaar vormt voor eventuele vergulding.

b. Plaatsen glasplaat

Leg de (smetteloos schone!) plaat UV-werend glas op het vilt.

c. Aanbrengen aluminium tape

Beplak de rand van de glasplaat met aluminiumtape, zodanig dat dit eveneens net binnen de sponning valt en uit het zicht is en reikt tot circa één derde van de hoogte van de sponning. Zo kan de lijst zijn bufferende werking blijven uitoefenen.

d. Aanbrengen stroken vilt

Om het schilderij op afstand van het glas te houden plak je weer smalle stroken vilt rondom, op de aluminium tape op het glas. Dit doe je ook weer zodanig langs de randen dat het vanaf de zichtzijde niet of nauwelijks zichtbaar is.

e. Plaatsen schilderij

Leg nu het schilderij op de vilten stroken en breng het in de juiste positie in de lijst. Om ervoor te zorgen dat het schilderij nog ‘vrij’ kan bewegen zonder ál te los te zitten, maak je afstandhouders van kurk: blokjes van circa vijf centimeter lang en van de juiste breedte, vastgezet in de lijst met reversibele houtlijm.

f. Aanbrengen opbouw

Nu het schilderij op zijn definitieve positie binnen de lijst ligt, zal blijken of er aan de achterzijde al dan niet een hoogteverschil is ontstaan ten opzichte van de achterkant van de lijst.

i. Als de achterkant van het schilderij hoger is dan de lijst, maak je een ophoging achter op de lijst om de lijstveren en de kanaalplaat te kunnen aanbrengen (afbeelding 2). Breng hiertoe latten rondom de sponning aan en maak dit raamwerk iets hoger dan het hoogste punt van de achterzijde van het schilderij en breed genoeg om de kanaalplaat te kunnen bevestigen. Houd er ook rekening mee dat er genoeg plaats op de lijst overblijft voor het ophangsysteem. Wanneer je de juiste positie van het raamwerk hebt bepaald bevestig je dit met huiden- of vislijm in combinatie met (enkele) schroeven.

ii. Wanneer het schilderij niet buiten de lijst uitsteekt, vervalt uiteraard de montage van de ophoging en kan het gehele verdere montageproces rechtstreeks op de lijst plaatsvinden (afbeelding 1).

g. Check glasplaat

Voordat je de microklimaatdoos definitief sluit controleer je de glasplaat nogmaals zorgvuldig op stof en eventuele ‘vingers’. Kijk ook het geheel goed na op per ongeluk achtergebleven montagemateriaal.

h. Aanbrengen lijstveren

Plaats dan de lijstveren, uiteraard niet te strak en zoveel mogelijk in de richting van de houtnerf. Plak ze af met zelfklevend vilt op de plaatsen waar de lijstveren het spieraam of het paneel raken. (In plaats van lijstveren kun je ook blokjes Evazote gebruiken, die door de druk van de vervolgens te plaatsen kanaalplaat het schilderij op de juiste plaats(en) vastklemmen.)

i. Afsluiten achterzijde

Schroef dan de kanaalplaat vast (boor de schroeven eventueel voor en breng ringetjes aan). Breng ten slotte aluminium tape zodanig aan op de achterkant van de kanaalplaat, over de buitenste rand en op het raamwerk of de lijst, dat een luchtdichte afsluiting van het schilderij is gewaarborgd.

Lees verder

  • Ligterink, Frank & Di Pietro, Giovanna: Prediction of the relative humidity response of backboard-protected canvas paintings. Studies in Conservation, 44 (1999) 4, pp. 269-277.
  • Sozzani, Laurent: An economical design for a microclimate vitrine for painting using the picture frame as the primary housing. Journal of the American Institute for Conservation, 2/1997, pp. 95-107.
  • Velsink, Renée: De (on)doorzichtigheid van UV-werende materialen. De voor- en nadelen van verschillende UV-werende materialen bij het inlijsten. Care, nr 8, 1999, pp. 27-31.
  • Wadum, Jorgen: Microclimate boxes for panel paintings. The structural conservation of panel paintings: Proceedings of a symposium at the Paul J. Getty Museum, 1998, pp. 497-524.
  • Wadum, Jorgen: Mikroklimavitrinen ohne Feuchtigkeitspuffer: für feuchtigkeitsempfindliche Holztafeln und leimdoublierte Gemälde. Restauro 2/2000, pp. 96-100.

Zie ook

Hoort bij deze thema's

Specialist(en)

Vragen, verbeteringen of opmerkingen?
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 16 jun 2022 om 02:00.