Valkenburg - Terrein aan de Castelweg - Praetorium Agrippinae
< RijksmonumentenMonumentnummer: 46140
Introductie
Resten van het castellum Praetorium Agrippinae aan de Castelweg in Valkenburg.
Neder-Germaanse limes
Dit rijksmonument is onderdeel van de Neder-Germaanse limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk. Deze is sinds juli 2021 UNESCO werelderfgoed.
Kenmerken
- Type: castellum
- Datering: Romeinse tijd: 40 tot midden 3e eeuw
- Rijksmonument sinds: 14 juli 1982
- Uitbreiding omvang van de bescherming: 21 januari 2021
Voor de exacte locatie en begrenzing van dit archeologisch rijksmonument: volg de link naar het Monumentenregister rechts bovenaan deze kennisbankpagina, en klik vervolgens daar op het bijbehorende kaartje.
Verhaal over het rijksmonument
Keizer Caligula, die van 37 tot 41 na Chr. over het Romeinse rijk heerste, heeft in de geschiedenisboeken een slechte naam gekregen. Zo dreven Romeinse geschiedschrijvers de spot met de veldtocht die hij hield tegen de Germanen langs de Rijn en zijn plannen om naar Engeland over te steken. Voor ons is die campagne heel interessant, omdat zijn leger in dat kader ook in Nederland heeft geopereerd. Caligula’s troepen verkenden als eerste Romeinen de benedenloop van de Rijn van Utrecht tot de kust. In het jaar 39 gingen ze aan land op de plek waar nu het dorp Valkenburg ligt. Dat was toen een nauwelijks bewoonde streek, niet ver van de wijde monding waarmee de (Oude) Rijn in zee uitmondde. De soldaten sloegen hier letterlijk hun tenten op. In 39-40 na Chr. verrezen verschillende versterkingen op de zuidelijke oever van de Rijn, waaronder een groot legerkamp. Toen het expeditieleger vertrok, bleef een van de versterkingen staan: een fort, door de Romeinen castellum genoemd, op de plek van het huidige Castellumplein. Het bleef meer dan tweehonderd jaar functioneren als onderdeel van de versterkte grenslinie langs de Rijn, de limes. De goed bewaarde resten ervan zijn in de oorlogsjaren 1941-1943 voor een deel opgegraven, en ook later heeft er nog belangrijk archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Valkenburg is nationaal en internationaal een van de bekendste Romeinse forten, vooral vanwege de goede conserveringstoestand van houten bouwmateriaal.
Het castellum, dat vermoedelijk naar Caligula’s moeder Agrippina Praetorium Agrippinae was vernoemd, had min of meer dezelfde opzet en indeling als alle andere grensforten. Langs twee haaks op elkaar lopende 'straten' op het binnenterrein stonden in de beginfase leren tenten opgesteld. Die werden al snel vervangen door houten barakken, stallen, opslagplaatsen en andere voorzieningen. Dit alles werd uitgevoerd door de soldaten zelf, waarvan er zo’n 500 in het fort konden worden ondergebracht. Zij staken de plaggen voor de wallen, kapten het hout in de wijde omgeving en bouwden er hun onderkomens. Twee gebouwen sprongen er in alle opzichten uit: het hoofdkwartier (principia) en de woning van de commandant (praetorium). Die baadde in luxe en ruimte in vergelijking met zijn ondergeschikten, die met acht man een kamer deelden van 12 m².
Die soldaten waren lang niet altijd allemaal tegelijkertijd aanwezig. Ze hoefden zelden te vechten, maar werden wel voortdurend beziggehouden. Zo moesten ze onderhoud plegen aan gebouwen, straten en kades, bouwmaterialen ophalen, patrouilles lopen langs de grens en nog veel meer.
En dat 25 jaar lang, of zo lang ze leefden. Want hoewel de medische verzorging in het leger voor die tijd heel goed was, haalde toch de helft van de soldaten het einde van hun diensttijd niet. Velen kwamen door ziekte of ongeval te overlijden. Ze werden bijgezet op de begraafplaats buiten de wallen van het fort.
Het castellum veranderde meermalen van vorm. Dat kon komen doordat er andere of grotere eenheden werden gelegerd. Uit ingekraste namen op houten plankjes en aardewerk is afgeleid dat in Valkenburg een Gallische en een Thracische eenheid waren ondergebracht. De Galliërs verbleven er maar een paar jaar, de Thraciërs, oorspronkelijk uit Bulgarije afkomstig, bleven er misschien wel twee eeuwen. Tussendoor kwam er ook nog een afdeling ruiterij naar Valkenburg. Al deze troepen stelden hun eigen eisen aan de voorzieningen binnen het fort.
Verder eisten overstromingen of branden hun tol. Het fort was pal aan de oever van de Rijn gebouwd, waardoor het rivierwater soms het fort binnenstroomde. Tijdens de befaamde Bataafse Opstand van 69-70 na Chr. stak het garnizoen van Valkenburg het eigen fort in brand, om het niet in handen van de opstandelingen te laten vallen. Het werd daarna op dezelfde plaats weer opgebouwd.
Na 150 vonden opnieuw grootscheepse verbouwingen plaats. Er werden stenen gebouwen en stenen muren gebouwd. Grote brokstukken ervan kwamen bij de opgravingen naar boven. Die bevinden zich nog steeds onder de kerk en het Castellumplein. Het fort is bij die gelegenheid ook iets groter geworden en bereikte zijn maximale omvang van 1,8 hectare.
Zoals alle castella in het Nederlandse deel van de limes is Praetorium Agrippinae aan het eind van de derde eeuw door het leger ontruimd. Het rijk had zijn troepen elders nodig, en mogelijk was de omgeving onleefbaar geworden door wateroverlast. Bodemvondsten tonen aan dat het leger er van tijd tot tijd naar terugkeerde, maar een permanente bezetting kende het fort niet meer. De restanten waren nog te zien, toen hier in de vroege middeleeuwen Frankische krijgers hun macht in deze streken vestigden. Zij begroeven hun doden op het terrein van het oude fort, en nog weer later bouwde men daar met stenen uit het fort een voorganger van de huidige kerk.
Uitbreiding omvang van de bescherming (2021)
Onder het centrum van Valkenburg bevinden zich de resten van het castellum Praetorium Agrippinae (40 – midden 3e eeuw). In de twintigste eeuw hebben hier opgravingen plaats gevonden waarbij resten van diverse opeenvolgende castella zijn gevonden. Het is een van de best bewaarde en onderzochte castella in dit deel van de Limes.
Sinds 14 juli 1982 zijn de meeste resten, die niet zijn opgegraven, als archeologisch rijksmonument aangewezen. Om verschillende redenen zijn enkele kleine stukjes destijds niet beschermd. Dat wordt met deze bijbescherming geregeld. Bovendien betekent deze bijbescherming een belangrijke informatiebron die een dwarsdoorsnede vormt van het castellum, inclusief binnenbouwing en verdedigingswerken.
De bijbescherming en het bestaande monument maken deel uit van de Neder-Germaanse Limes. Dit is UNESCO Werelderfgoed.
De archeologische resten in Valkenburg zijn niet zichtbaar aan het maaiveld. Alleen de hoogteverschillen herinneren aan de Romeinse geschiedenis. De contouren van het castellum evenals een poortgebouw zijn in het plaveisel zichtbaar gemaakt, terwijl een kunstwerk herinnert aan het Romeinse verleden.
Vrijstellingsdiepte
Bij dit rijksmonument liggen de archeologische resten dieper in de ondergrond waardoor er verschillende vrijstellingsdiepten van 30, 50 of 70 cm onder maaiveld van toepassing zijn (zie p.3 topografisch kaart). Wel is altijd een vergunning vereist voor:
- het verrichten van bouwwerkzaamheden;
- aanbrengen van verhardingen in de openbare ruimte;
- het wijzigen van het grondwaterpeil;
- het dempen/uitdiepen van watergangen of depressies;
- het ophogen, verlagen of egaliseren van het terrein.
Archeologisch rijksmonumentenpaspoort
Nederland kent circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Om eigenaren beter te informeren over 'hun' monument heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2023 per monument een archeologisch rijksmonumentenpaspoort uitgegeven. Het bevat informatie over locatie, ouderdom en het type monument, aangevuld met gegevens over bescherming en zorgvuldig gebruik. Deze pagina is (deels) opgesteld en/of aangevuld op basis van dit paspoort. Het is een aanvulling op de monumentgegevens in het Rijksmonumentenregister.
Bronnen en verwijzingen
- Besluit en motivering officieel besluit van de rijksoverheid tot het bijbeschermen van dit rijksmonument, inclusief toelichting van de redenen (21 januari 2021)
- Hingh, A. de & W. Vos, Romeinen in Valkenburg (ZH). De opgravingsgeschiedenis en het archeologisch onderzoek van Praetorium Agrippinae, Leiden 2005
- Lanzing, J.J. & W. Vos, Archeologisch bureauonderzoek Valkenburg ZH – Centrum, Archeologisch Adviesbureau Lanzing / Vos Archeo, Oosterbeek 2018
- Polak, M., S. Bödecker, L. Berger, M. Zandstra & T. Leene, Frontiers of the Roman Empire - The Lower German Limes. Nomination file for inscription on the UNESCO World Heritage List, Den Haag 2019
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema'sMeer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 28 mrt 2024 om 14:01.