Groenlo - Winterswijkseweg 49 - Stoomhoutzagerij Nahuis

< Rijksmonumenten

(475967) monumentenregisterMonumentnummer: 475967

Introductie

Een door stoomkracht aangedreven houtzagerij zoals die in Groenlo nog functioneert, is een levende getuige uit het industriële verleden. De stoom-, zaag- en trekmachines en hun machinisten spelen de hoofdrol.

Foto van de zaag in het houten interieur.
Horizontale zaag van stoomhoutzagerij Nahuis. Foto door Wouter van der Sar, 2017. Beeldbank RCE, CC BY-SA 3.0
Foto van de stoomhoutzagerij met bakstenen bijgebouwen en hoge schoorsteen. In de voorgrond liggen stapels boomstammen.
Stoomhoutzagerij Nahuis. Foto door Wouter van der Sar, 2017. Beeldbank RCE, CC BY-SA 3.0

Kenmerken

  • Datering: vanaf 1850
  • Rijksmonument sinds: 24 april 1995

Auteur: Jeroen Westerman

Deze tekst is afkomstig van de niet meer bestaande website Monumentale Interieurs (monumentaleinterieurs.nl) en dateert uit circa 2019. Het platform Monumentale Interieurs was onderdeel van het Programma Interieurs (2015-2019) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Heeft u aanvullingen of verbeteringen? U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Wagenwielmakerij

Aan de uitvalsweg van Groenlo naar Winterswijk, waarlangs later de spoorlijn Winterswijk-Enschede wordt aangelegd, begint Jan Nahuis omstreeks 1850 met een wagenwielmakerij. Niet veel later breidt het bedrijf uit met een traditionele handzagerij. Een grote stap wordt gezet rond de Eerste Wereldoorlog: de firma Nahuis bouwt een stoomhoutzagerij. Nieuwe gebouwen verrijzen op het terrein om het samengestelde machinepark in onder te brengen.

Logistieke indeling

De opzet van het gebouwencomplex wordt geheel bepaald door de logistiek van de bedrijfsvoering. In het ene deel, opgetrokken in baksteen en van de rest afgescheiden door een hoge brandmuur, bevinden zich het ketelhuis en de machinekamer. De fabrieksschoorsteen verheft zich ruim 25 m hoog, zodat rook en asdeeltjes ver van de houten gebouwen uitgestoten worden. Het andere deel is grotendeels in hout opgetrokken en huisvest de eigenlijke zagerij. Achter de machinekamer bevindt zich de slijperij.

Stoomkracht

In het ketelhuis wordt de met gewichtsveiligheidskleppen gezekerde stoomketel uit de Machinefabriek Breda gestookt op hout als restproduct van de houtzagerij. De Cornwall-ketel is een waterketel met één vuurgang en een groot waterreservoir waarin stoom wordt ontwikkeld door al het ketelwater (15.000 liter) te verhitten tot 150 graden. De stoom voorziet zowel de stoommachine als de generator in de aangrenzende machineloods van energie. De zeldzame liggende stoommachine (1897) van de Gebr. Mheer uit Mönchengladbach zet via drijfriemen de zaagmachines in beweging. De stoomaangedreven Marshall-generator (1896) zorgt voor de opwekking van elektriciteit (110 volt gelijkstroom) voor het bedrijf. Het driedelige schakelpaneel regelt de eigen stroomvoorziening.

Mariabeeld

In het aan de machineloods grenzende deel, aan de andere kant van de brandmuur, bevindt zich de zaagvloer met twee in 1918 gekochte zaagmachines: de een met verticaal raam, van de firma Kirchner uit Leipzig, en de ander met horizontaal raam, van het merk Fleck uit Berlijn, beide voorzien van een zaagslede.

Naast de machines, stapels hout, vele zaagbladen en spanhoutjes om de afstanden ertussen te fixeren, zijn er allerhande oude gereedschappen en hulpmiddelen, van oliekannetjes en steeksleutels tot voorlopers van de zaklamp voor het moment dat de eigen stroomvoorziening buiten gebruik is. Om onheil te keren, hangen her en der ‘brandemmers’ en staat in de machinekamer in een nis een beeld van Maria met kind, wat laat zien dat de familie Nahuis katholiek was.

Werkend museum

De houtzagerij van Nahuis ondergaat na de introductie van de stoommachine nauwelijks enige vernieuwing. Doordat opvolging ontbreekt, wordt weinig geïnvesteerd in verdere mechanisering van het productieproces. In 1977 volgt bedrijfssluiting. Kort daarna ontfermen enkele liefhebbers zich over de stoomhoutzagerij, die nog altijd ongeveer zo is als vlak na de Eerste Wereldoorlog. Hier is de weinig spectaculaire architectuur ‘slechts’ een omhulsel voor de machines, de echte hoofdrolspelers van de zagerij. Met hulp van de familie Nahuis lukt het om het bedrijf als werkend museum voort te zetten. Regelmatig wordt er nog gezaagd, vaak ten behoeve van de monumentenzorg. Op gezette tijden is de zagerij publiek toegankelijk.

Tastbaar

Houtzagerij Nahuis toont hoe het werkproces in een stoomhoutzagerij verloopt, dankzij de vrijwel complete inventaris aan historische machines met authentiek drijfwerk, werktuigen en hulpapparaten en alle noodzakelijke gereedschappen. Op draaidagen is in de houtzagerij de industriële geschiedenis tastbaar door de raspende zagen, de snerpende stoomfluit, het geurende zaagsel, de sissende machines met hun vette olie en de noeste inspanning van de vrijwillige werklieden. Op die momenten kun je op de zaagvloer van Nahuis het verleden zien, voelen, ruiken en horen.


Bronnen en verwijzingen

  • Bibliotheek RCE Bos, J.M. (1978). Houtzagen. In P. Nijhof (red.). Monumenten van bedrijf en techniek. Industriële archeologie in Nederland (pp. 89-107). Zutphen: Walburg Pers.
  • Bibliotheek RCE Kleijn, H.C.M. (red.) (2001). Interieurs belicht. Jaarboek Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Zwolle: Waanders.

Meer informatie
Meer over het monumentenregister en de pagina's in deze kennisbank is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister.
Meer over wat er is beschermd is te vinden in de leeswijzer.

U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.


Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 4 jul 2024 om 03:01.