Stavoren - Bij Havenweg 26
< Rijksmonumenten
Monumentnummer: 513619
Introductie
Aan de westzijde van de twee oost-west gericht havendammen van de haven van Stavoren staan twee rolpalen. De houten rolpalen zijn ongeveer anderhalf meter hoog. Een metalen ring verstevigt de onder en bovenzijde. De meeste rolpalen worden aangetroffen langs vaarten. In een haven geplaatst is uitzonderlijk. De palen zijn gereconstrueerd.
Een van de rolpalen in de haven van Stavoren. Baykedevries, CC BY-SA 3.0 NL https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/nl/deed.en, via Wikimedia Commons
Kenmerken
- Datering: in oorsprong vermoedelijk 1880-1884, tweede helft 20ste eeuw reconstructie.
- Rijksmonument sinds: 13 oktober 1999
Aanleiding voor de bescherming
De beide rolpalen zijn ingeschreven in het rijksmonumentenregister in het kader van het Monumenten Inventarisatie en Selectie Project (MIP/MSP 1850-1940). Zij maken onderdeel uit van een complex. Tot dit complex horen ook twee havenlichten ('lage lichten'), een peilschaalhuis en een lichtopstand ('hoge licht').
Volgens de inventarisatie van het Museum aan de A (zie hieronder) is er een derde rolpaal. Deze is niet beschermd.
Geschiedenis vaarten en rolpalen
Rolpalen of jaagpalen worden meestal aangetroffen langs vaarten. Het fenomeen trekvaart ontstond in de 17de eeuw in de Republiek. Om het toenemende handelsverkeer in de eerste helft van de 17e eeuw in goede banen te leiden, werd behalve doorgaande handelsroutes over land een uitgebreid netwerk van trekvaarten gegraven. Het ging om zo veel mogelijk rechte, directe verbindingen tussen steden; de 17e-eeuwse equivalent van de 20e-eeuwse snelweg. Ook hier was de infrastructuur over water en land nauw met elkaar verbonden. Gelijktijdig werden immers de parallel gelegen jaagpaden aangelegd. De eerste trekvaart in Nederland was de Haarlemmertrekvaart (1634) die een route vormde tussen Amsterdam en Haarlem. Naast goederen vervoer ook betrouwbaar en comfortabel personen vervoer De passagiersboten werden voortbewogen door paardenkracht. Het paard liep met een begeleider op het jaagpad en trok de schuit voort. Dit voorttrekken wordt ‘jagen’ genaamd. Overigens werd het voorttrekken ook wel door mensen gedaan. Bij het passeren van een bocht moesten paard en schuit extra begeleid worden. Daarom werd op dat punt één of meerdere rolpalen geplaatst. Een ijzeren of houten houder is voorzien van een tussen twee draaipunten geplaatste houten of ijzeren verticaal draaiende paal. Hierlangs liep de jaaglijn.
Tot ver in de 19de eeuw was het vervoer over water het makkelijkste en meest comfortabel. Zowel Napoleon als koning Willem I zetten nog grootscheepse kanalenplannen op. Dit gaf Willem I de bijnaam ‘Kanalenkoning. Het Noordhollandsch kanaal van Amsterdam naar Den Helder (1819-1824) en de Zuid-Willemsvaart van Maastricht naar Den Bosch (1822-1826) zijn de bekendste voorbeelden. Kanalenplannen ontstonden ook in andere provincies, zoals Overijssel en Drenthe. In laatstgenoemde provincie waren de kanalen van cruciaal belang om het eindeloze veenland open te leggen, turf te winnen en af te voeren. Ook de turfvaart werd door middel van jagen verzorgd.
Einde van de trekvaart
Langzamerhand verdrongen andere vormen van personenvervoer het gebruik van trekschuiten. Het wegenstelsel op land verbeterde en werd uitgebreid. De paardentram deed zijn intrede. De eerste paardentram in Nederland reed in 1864 tussen Den Haag en Scheveningen. Dit werd een populair vervoersmiddel op lokaal niveau.
Een geduchte concurrent ontstond met de aanleg van de spoorwegen. De eerste spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem opende in 1839 en lag naast de trekvaart. Verdere mechanisatie van het vervoer maakt de door pk’s aangedreven trekschuiten (maar ook de paardentram) uiteindelijk overbodig. Hoewel de kanalen nog gebruikt kunnen worden voor de pleziervaart of kleinere vrachtschepen, zijn de jaagpalen geheel overbodig geworden. Zij staan werkeloos langs het kanaal als herinnering aan vroeger tijden. Het zijn objecten die gevoelig zijn voor verval, zeker houten exemplaren. Zorgvuldig beheer en onderhoud kunnen deze kleine monumenten in het landschap behouden.
Inventarisatie
Her en der verspreid door Nederland worden nog rolpalen aangetroffen, maar zij zijn zeldzaam geworden. Het museum aan de A in Groningen, opvolger van het Noordelijk Scheepvaartmuseum, beheert een database met door hen geïnventariseerde rolpalen De RCE verwijst graag naar dit soort initiatieven.
Bescherming en kaartmateriaal
In het register van rijksmonumenten staan zes rolpalen ingeschreven.
Naast deze kennisbank ontsluit de RCE ook veel verschillende bronnen en kaarten over landschap, archeologie, gebouwd erfgoed en roerend erfgoed. Deze zijn digitaal raadpleegbaar. Voor het onderwerp trekvaarten en rolpalen is de Atlas historische infrastructuur en mobiel erfgoed een goede aanvulling.
Onderdeel van complex
Dit monument is onderdeel van rijksmonumentencomplex 513615.
Bronnen en verwijzingen
Zie ook
Monumenten- Feerwerd - Bij Mentaweg 1
- Feerwerd - Bij Mentaweg 1
- Leens - Bij Leenstertillen 2
- Stavoren - Bij Havenweg 26 - Het Rode Vuur en Het Groene Vuur
- Stavoren - Havenweg 26 - Peilschaalhuis
- Stavoren - Havenweg 26 - Complex Haven
- Warffum - Bij Onderdendamsterweg 18
- Zuidwolde - Boterdiep bij WZ 43
Meer informatie Meer over het monumentenregister en het rechtsgevolg van de aanwijzing tot rijksmonument is te vinden op cultureelerfgoed.nl/monumenten.
Meer over de omvang en reikwijdte van de bescherming van specifiek dit monument is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister en de leeswijzer.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 mei 2024 om 03:02.