Kerkrade - Pannesheiderstraat 71 A - Klooster der Broeders Franciscanen

< Rijksmonumenten


(513755) monumentenregister Monumentnummer: 513755

Introductie

Met invloed van neogotiek in 1891 naar een ontwerp van de Franciscaner broeder M. Klein gebouwde kloosterkapel en kloostervleugel.
Foto van het orgel boven kerkbanken.
Het orgel. Foto door K. Roderburg en P. van Galen, 2009/2010. Beeldbank RCE, CC BY-SA 3.0


Kenmerken

  • Datering: 1891
  • Bouwstijl: neogotiek
  • Rijksmonument sinds: 27 juni 2001

Orgel

  • Datering: 1904
  • Stijl: elektro-pneumatisch kegelladen orgel in een mengvorm van traditionele stijl (Delftse School) en nieuwe zakelijkheid
  • Orgelbouwer: P.J. Vermeulen & Zoon.
  • Herstel en restauratie:
    • L. Verschueren 1954
    • Romanus Seiffert & Sohn (Kevelaer) 1977
    • Schoonmaak 1994
  • Rijksmonument sinds: 11 oktober 1966

Kennis in monumentenregister

Kennis over dit monument is momenteel (ook) nog terug te vinden in het monumentenregister: rijksmonument 513755.

De kloosterkapel maakt deel uit van het L-vormige kloostercomplex van de Broeders Franciscanen. Het betreft een zogenoemd Kulturkampfklooster. De kloosterkapel bevindt zich in lengterichting aan de straatzijde, de kloostervleugel staat haaks op de linkerzijgevel van de kloosterkapel.

Naast de oprit naar het klooster staat een Sint Jozefbeeld uit 1906 met hieromheen een drietal rode beuken.

Van het INTERIEUR is onder meer van belang: het schip afgedekt met kruisribgewelven, voorzien van ribben en kraagstenen. De absis heeft een vijfhoekig kalot, eveneens met ribben. Paneeldeuren met rijk houtsnijwerk. In de achterwand van de kapel zijn de authentieke houten communiebanken herplaatst: rijk houtsnijwerk met diverse Bijbelse voorstellingen. Oxaal met houten balustrade met rijk houtsnijwerk met o.a. twee musicerende engelen. Op het oxaal een kerkorgel uit 1908 vervaardigd door de firma Stahlhut uit Aken.

Orgelkast met rijk houtsnijwerk met o.a. twee musicerende engelen.

Orgel

De fraai bewerkte, neogotische KAS heeft een blinde lange zijde. Het pijpwerk bevindt zich aan de korte zijde en wordt omlijst door fraaie inkassingen. De linkerlijst wordt op de hoek bekroond door een pinakel met hogels en een kruisbloem. Binnen dit lijstwerk bevindt zich een wimberg rustend op twee smalle halfzuilen. De wimberg omvat een gotische driepas en draagt eveneens een bekroning van een pinakel met hogels en een kruisbloem. Het veld is aan de bovenzijde versierd met rijk traceerwerk bestaande uit een drietal tootbogen, twee driepassen en een vierpas. Aan de korte zijde is tevens de speeltafel aangebracht. Deze is aan weerszijden versierd met een ingelaste tootboog. De lessenaar kent een opengewerkt fries van tootbogen. Deze zijde, tevens frontzijde, van de kas is van eiken, de lange zijkant is uit grenenhout vervaardigd.

De lange zijde van de orgelkas kent een opbouw van eenvoudige briefpanelen met daarboven twee in elkaar doorlopende boogfriezen die aan de achterzijde met doek zijn bespannen. Ook hier een versiering van vierpassen en een reeks van tootbogen die bovenaan en op de middenas van het boogfries worden gespiegeld. Een kanteellijst die doorloopt tot in de schouders van de wimberg aan korte zijde, sluit de lange zijde af.

Het instrument zelf bestaat uit een Hoofdwerk met Positief en aangehangen pedaal.

Bij de realisatie van het bestaande ORGEL in 1904 zijn de windvoorziening, de windladen en een deel van het pijpwerk van zijn voorloper uit de oude kerk hergebruikt (1873, gebr. Müller). Blijkens Kerkgebouwen in Limburg ging dit orgel in 1890 vrijwel geheel verloren vanwege 'ondeskundige opslag' tijdens de verbouw van de kerk. Een deel van de mechanieken, de lade en een deel van het pijpwerk stammen uit 1904. In 1954 werd bij de schoonmaak en herstel van het orgel door L. Verschueren onder andere Octaaf 2’ geplaatst, afkomstig uit de voorraad van de orgelbouwer zelf. Daarbij werd ook de Sesquialter als nieuw register geplaatst. Bij een restauratie van het orgel in 1977 door de firma Romanus Seiffert & Sohn uit Kevelaer zijn de houten frontpijpen vervangen door nieuwe metalen pijpen, de houten binnenpijpen door eikenhouten en is de frontstok vernieuwd. Ook zijn de windvoorziening, de walsen en een deel van de registermechaniek vernieuwd.


Hoe om te gaan met historisch waardevolle orgels?

Een historisch orgel is een waardevol en kwetsbaar instrument. Ook relatief eenvoudige of gangbare onderhoudswerkzaamheden aan een (kerk)gebouw kunnen het orgel ernstige schade toebrengen.

Gaat u binnenkort verbouwen of wordt de kerk, kapel of andere locatie waar het orgel staat geschilderd of gerenoveerd, schakel dan zo spoedig mogelijk een orgeladviseur in of vraag advies bij de orgelspecialist van de RCE. U kunt contact opnemen via info@cultureelerfgoed.nl.

Zie ook: Orgels in Nederland


Advies omgevings­vergunning

Over dit monument is advies uitgebracht:

Adviezen van voor 1 januari 2024 zijn uitgebracht in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Adviezen vanaf 1 januari 2024 zijn uitgebracht in het kader van de Omgevingswet, rijksmonumentenactiviteit.



Bronnen en verwijzingen

  • De Orgelsite P.J. Vermeulen & Zonen
  • De Orgelsite Kerk van de Heilige Eligius
  • Het Historische Orgel, in Nederland, 1902 - 1910, Utrecht/Antwerpen, NIVO 2010. p. 284 - 285
  • Kerkgebouwen in Limburg Kloosterkapel Broeders Franciscanen, thans Kerk St. Maria ter Engelen
  • Reliwiki Kloosterkapel Franciscanen
  • Wikipedia Orgelpijp (orgel)
  • Wikipedia Sint Eligiuskerk (Schinveld)

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema's Begrippen

kloosters, kloosterkapellen, neogotiek en Traditionalisme

Meer informatie Meer over het monumentenregister en het rechtsgevolg van de aanwijzing tot rijksmonument is te vinden op cultureelerfgoed.nl/monumenten.

Meer over de omvang en reikwijdte van de bescherming van specifiek dit monument is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister en de leeswijzer.
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.




Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 4 feb 2025 om 03:01.