Tilburg - Stationspassage 5
< Rijksmonumenten
Monumentnummer: 532141
Introductie
Station, bestaande uit stationsgebouw met ontvangsthal, voetgangerstunnel, restaurant, winkels, dienstruimten, twee perrons met wachtruimten, fietsenstalling, keermuren, klokkentoren, seinhuis, busstation, voorplein, voorrijstrook.
Afb. 1. Station Tilburg na de renovatie in 2019 aan de kant van de Spoorlaan. Foto: Gijs Franken via Wikimedia Commons CC BY-SA 4.0

Afb. 2. Gezicht op een gedeelte van het station: klokkentoren met klokkenspel, november 1965. Foto Nederlandse Spoorwegen, Het Utrechts Archief, CC0.
Kenmerken
- Datering: 1957-1965
- Architect: Ir. K. (Koenraad) van der Gaast
- Bouwstijl: Functionalisme, naoorlogs modernisme
- Rijksmonument sinds: 8 april 2016
Geschiedenis
In het stedenbouwkundig ontwerp voor Tilburg dat na de Tweede Wereldoorlog is uitgevoerd, is een oost-westverbinding gerealiseerd om de toegenomen verkeersstromen door de stad te leiden. Het spoor werd verhoogd en kreeg onderdoorgangen, zodat het niet langer een barrière vormde tussen twee delen van de stad. De Spoorlaan werd een brede boulevard binnen de nieuwe cityring. Het oude station maakte plaats voor een nieuw station, op het punt waar de Stationsstraat op de Spoorlaan uitkomt. Er was slechts een smalle strook beschikbaar zodat het station zo dicht mogelijk tegen de spoorbaan aangebouwd werd. Het gebouw werd op een verhoogd emplacement geplaatst. Een deel van het station kwam onder de perrons te liggen. Door het plaatsen van een grote overkapping werden spoor en stad visueel met elkaar verbonden. De opvallend vormgegeven overkapping zorgt voor de goede zichtbaarheid van het gebouw vanaf beide zijden van de Spoorlaan.
Het station bestaat uit een gebouw met aan de linkerzijde een restaurant (op pilotis), winkels, in het midden een ontvangsthal, rechts dienstruimten en een fietsenkelder, en twee perrons. Het geheel wordt overdekt door een grote overkapping. Aan de oostzijde een klokkentoren. Aan de voorzijde een voorrijstrook en een voorplein met winkels. Aan de linkerzijde een busstation, aan de rechterzijde een expeditieterrein voor vrachtwagens en de fietsenstalling, die gelegen is onder het postperron. Vanuit de ontvangsthal loopt een voetgangerstunnel die met trappen en roltrappen toegang biedt tot de perrons. De klokkentoren is opgetrokken in metselwerk met een gedeeltelijke bekleding van natuursteen, en doet tevens dienst als schoorsteen. In de toren is een klokkenspel aangebracht.
Het dak is samengesteld uit twaalf hypparschalen, in twee rijen van zes. De schalen meten elk 21 bij 21 meter en zijn van elkaar gescheiden door lichtstroken van circa 4,20m breed, die de perrons van daglicht voorzien. De schalen zijn bekleed met hout. Het dak wordt gedragen door tien steunpunten, verdeeld over drie rijen. Vier betonnen portalen staan op het eerste perron. Zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van het gebouw staan drie stalen pylonen. Deze pylonen zijn schuin geplaatst en steken door het dak heen. Spankabels verbinden de pylonen met de randbalken van de hypparschalen.
Op het tweede perron staan twee wachtgebouwen. De gebouwen hebben betonnen plinten met daarop een frame van stalen H-balken. Daarbinnen zijn glaspuien aangebracht met staalprofielen. De borstwering is gevuld met groen opaalglas, daarboven zijn grote raamvlakken aangebracht, daarboven een rij bovenlichten. Toegepaste materialen: staal, glas, hout, beton, baksteenmetselwerk.
Het kleurgebruik van de overkapping is roomwit voor het staalconstructie, zwart voor de houten bekleding. Het kleurgebruik voor de gebouwen is omgekeerd: zwart voor de staalconstructie, roomwit voor de invulling met puien.
Interieur
Het interieur bestaat uit een hal over twee verdiepingen, oorspronkelijk waren hier de loketten, tegenwoordig winkels. Vanuit het linkerdeel van de hal bereikt men een tunnel met trappen en roltrappen die naar de twee perrons leiden. Aan de rechterzijde was een snelgoedafdeling en een bagagedepot. Tegenwoordig bevinden zich hier loketten. Als materialen zijn hier gebruikt terrazzo voor de vloeren in de hal en de tunnel, beton voor de fietsenkelder. Betonnen stoeptegels op de perrons (perron 1 is later geasfalteerd), wandtegels (aangebracht in 2002).
Oorspronkelijk bezat het stationsgebouw een zonneterras, dit is gesloopt. De ruimte die is gebouwd als bagageruimte en goederenloods doet dienst als fietsenstalling en fietsenwinkel.
In 1991 is de overkapping gerenoveerd, waarbij in overleg met Van der Gaast de houten delen zwart zijn geschilderd en het staal roomwit.
In 2002 het gebouw gerenoveerd door Box architecten. Hierbij is de ontvangsthal gewijzigd. De loketten aan de achterwand zijn verwijderd en vervangen door winkels. Op de plaats waar oorspronkelijk het bagageloket was, aan de rechterzijde, is een loket aangebracht. De vier kroonluchters uit de bouwtijd zijn verwijderd en vervangen door plafondlampen. Het (schoon) metselwerk van het ontvangstgebouw en de toren zijn geschilderd in een gele kleur. Ook is toen de blauwe kleur aangebracht op de kokerlamellen op de buitenzijde van de eerste verdieping. Op de kokerlamellen zijn nieuwe opschriften en uurwerken aangebracht. Er zijn zonneschermen aangebracht. In de entrees zijn nieuwe automatische schuifdeuren geplaatst.
Aan de rechterzijde ter plaatse van het dienstgedeelte is op de begane grond metselwerk verwijderd om winkelpuien te maken. Er is een bruggetje over de fietstunnel gemaakt. Bij de overstekken boven de uitgang en de tunnel naar fietskelder zijn verlaagde plafonds met verlichting aangebracht.
In de loop der jaren zijn diverse wijzigingen doorgevoerd zoals het plaatsen en vervangen van automaten, bewegwijzering etcetera. Veel vensters zijn dichtgezet of afgeplakt waardoor de transparantie van het gebouw is afgenomen.
Bij de entree van de fietskelder is een betonnen reliëf aangebracht, het oorspronkelijke grijze beton is overgeschilderd en in enkele vakken zijn de kleuren geel, rood en blauw aangebracht.
Kunstwerken
- Piet Buys, Negen panelen met glasmozaïek (polychroom, figuratief) bij de ingang, aan weerszijden van de deuren, voorstellende het komen en gaan van de reizigers.
- Klokkenspel in de klokkentoren (Afb. 2.), geschonken door Comité Herdenking Oorlogsslachtoffers.
Monumentale waarde
Het station is een uitdrukking van de ontwikkeling om spoorlijnen te verhogen, een zogenaamd hoogspoor. Het station is van groot belang als typologisch vernieuwend voorbeeld van een station als doorgangsruimte. In de stationsarchitectuur was het gebruikelijk gesloten gevels te bouwen. Met deze traditie is met dit gebouw gebroken. Van der Gaast ontwikkelde na de Tweede Wereldoorlog het concept van de overkapping als paraplu waaronder transparante gebouwen staan. In station Tilburg is dit concept volledig tot ontplooiing gekomen. De vormgeving van het dak is uniek en ook innovatief qua constructieberekening.
Het station is een zeer vroeg voorbeeld van een high-tech oplossing voor een complexe bouwopgave. Er is gebruikt gemaakt van vernieuwende staalconstructies. Voor het eerst werden hypparschalen in staal gebouwd. Tevens zijn hier voor het eerst in een stationsgebouw bij de bouw roltrappen toegepast, om de perrons vanuit de tunnel toegankelijk te maken. Daarmee vertegenwoordigt het station innovatieve waarde.
Het station vormde een voorbeeld en inspiratie voor stationsarchitectuur in de decennia daarna.
Het gebouw wordt algemeen gezien als het hoogtepunt in het oeuvre van de architect Van der Gaast.
Het station is van belang vanwege de bijzondere samenhang tussen het exterieur en het interieur waarbij binnen en buiten met elkaar zijn verweven door de schikking van transparante volumes onder de overkapping. Hiermee worden doorzichten bereikt van de stad naar het spoor en vanaf het spoor naar de stad.
Het station is met zijn prominente ligging aan de Spoorlaan, waarbij de markante overkapping van weerszijden van de laan goed is te zien, van een bijzondere en beeldbepalende betekenis voor het aanzien van Tilburg en vanwege de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de historisch ruimtelijk context en de daarbij horende infrastructuur.
Advies omgevingsvergunning
Over dit monument is advies uitgebracht:
- Tilburg - Advies 1164550 (26 april 2022)
- Tilburg - Advies 1614202 (17 december 2024)
Adviezen van voor 1 januari 2024 zijn uitgebracht in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Adviezen vanaf 1 januari 2024 zijn uitgebracht in het kader van de Omgevingswet, rijksmonumentenactiviteit.
Bronnen en verwijzingen
- A.Barnhard, “Stations Van der Gaast” in: Forum, 1984, nr 4, pp 152-157
- Beeldbank RCE Meer foto's van dit rijksmonument
- Besluit Officieel besluit van de rijksoverheid tot het aanwijzen van dit rijksmonument.
- Besluitmotivering Toelichting van de redenen voor het aanwijzen van dit rijksmonument.
- C. Douma, Stationsarchitectuur in Nederland 1938-1998, Zutphen 1998 pp 105-109
- Collectie Nieuwe Instituut Spoorwegstation (Tilburg)
- Crimson architectural historians, De Collectie. Cultuurhistorische visie naoorlogse stationsgebouwen. In opdracht van Bureau Spoorbouwmeester, Rotterdam 2006-2007
- Hans Ibelings, Nederlandse architectuur in de twintigste eeuw, 1995, pp 92-95, 110.
- Hurk-van Haagen, T. van den, K. van der Gaast (1923-1993), Transparantie en overhulde constructies. Rotterdam, 2004
- Hurk-van Haagen, T. van den, “Station Tilburg 40 jaar” in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur. 23 (2005) e, pp. 86-92
- J. van Dal, Architectuur langs de rails, Overzicht van stationsarchitectuur in Nederland, 1981 p. 85-110
- K. Brummel, Architectuurgids Tilburg 1850-2001, Tilburg 2002
- K. van der Gaast, “Het nieuwe stationsgebouw te Tilburg, Bouw, 1966 nr 18 pp 648-652
- K. van der Gaast, “Ontwerp stationsgebouw Tilburg”, in: Bouw 1963 nr 28 pp 914-915
- K. van der Gaast, “Stationsoverkapping te Tilburg” in: Bouw, 1964 nr 10 pp 311-312
- Leeuwen, W.R.F. van en H. Romers, Een spoor van verbeelding: 150 jaar monumentale kunst en decoratie aan Nederlandse stationsgebouwen, Amsterdam/Oosterbeek 1988
- M. Kuipers, Toonbeelden van de wederopbouw
- Monumenten in Nederland Ronald Stenvert e.a., Monumenten in Nederland: Noord Brabant - Tilburg, 1997, p. 310
- P. Wilhelm, “Stationsoverkapping te Tilburg”, in TABK, 1964 pp 619-624
- “Stationsoverkapping te Tilburg, Katholiek Bouwblad 1964 pp 620-624
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema's BegrippenModernisme, wederopbouw en Wederopbouwperiode
Meer informatie Meer over het monumentenregister en het rechtsgevolg van de aanwijzing tot rijksmonument is te vinden op cultureelerfgoed.nl/monumenten.
Meer over de omvang en reikwijdte van de bescherming van specifiek dit monument is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister en de leeswijzer.
"
"
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 5 sep 2024 om 02:04.