Arnhem - Bakkerstraat 3A-4

< Rijksmonumenten


(8294) monumentenregister Monumentnummer: 8294

Introductie

Een laat-middeleeuws dwarshuis met achterhuis van omstreeks 1600. Latere wijzigingen.

Zwart-witfoto van de straat met geparkeerde auto's.
De voorgevel. Foto door G. Th. Delemarre, 1961. Beeldbank RCE, CC BY-SA 3.0.


Kenmerken

  • Datering: laat 14de- of vroeg 15de- eeuw (voorhuis), ca. 1600 (achterhuis), latere wijzigingen
  • Architect: niet bekend/onderzocht
  • Bouwstijl: Laat middeleeuwse bouwwijze, latere stijlkenmerken
  • Rijksmonument sinds: 14 oktober 1965

Historische gegevens rijksmonumenten Arnhem

Onderstaande gegevens over dit rijksmonument zijn in 1995 door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) bij elkaar gezet. De opzet van de tekst volgt die van de MIP/MSP 1850-1940 rijksmonumentenregister systematiek. Deze systematiek was in die jaren in zwang. Het monument is echter al vóór die tijd beschermd. Vermoedelijk is het een vingeroefening geweest om oudere monumenten op een zelfde wijze in het register op te nemen. Dit is gedaan voor ca. 50 Arnhemse rijksmonumenten. In de meeste gevallen is de wijziging niet doorgevoerd in het register. De tekst geeft een korte geschiedenis, beschrijving en de monumentale waarden van het monument. Deze gegevens worden nu nog relevant geacht voor de kennisbank.

Heeft u aanvullingen of verbeteringen? U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Bakkerstraat 3a/4 is een laat-middeleeuws dwarshuis (laatste kwart 14de eeuw - midden 15de eeuw) met niet toegankelijke kelder met tongewelf en boven de korte zijgevels trapgevels met ezelsruggen en verder oude balklagen, deels met sleutelstukken en oude kap, haaks hierop geplaatst achterhuis (ca. 1600) met recent gerestaureerde achtergevel met tuitgevel met vlechtingen, waarin onder meer nog twee oorspronkelijke kloostervensters met natuurstenen dorpels en kalf en restanten van kruisvensters (natuurstenen lateien met ontlastingsbogen) en kapconstructie uit de bouwtijd.

Kelder onder het achterhuis (ook dwars geplaatst met tongewelf) behoort thans bij buurpand (Bakkerstraat 3) en is gemeentelijk monument.

Het aan de straat gelegen dwarshuis kan in oorsprong nog dateren uit de late 14de- of vroege 15de eeuw. Een aanwijziging hiervoor is ondermeer het feit dat de moerbalken van het plafond op de verdieping nog sporen vertonen van een (verdwenen) constructie van muurstijlen met korbelen en sleutelstukken (rapport Berends) . Het baksteenformaat (274x136x7cm) aangetroffen op de begane grond bij een muur met kaarsnis (thans door nieuwe wandafwerking niet meer zichtbaar) past in de Arnhemse context bij een datering in de late 14de- en vroege 15de eeuw. De moerbalken van de verdiepingsvloer bezitten mogelijk nog hun oorspronkelijke sleutelstukken. In ieder geval is er één bewaard gebleven, die zich bevindt ten zuiden van de doorgang tussen voor- en achterhuis op de verdieping. Het pand was in deze oorspronkelijke opzet ook al een dwarshuis met trapgevels boven de zijgevels.

In een later stadium is dit pand verhoogd, waarbij mogelijk de kapconstructie werd hergebruikt (de constructie met stapeljukken is middels telmerken genummerd van 1 tot 3 en de onderste jukken zijn thans van zuid naar noord in de volgorde 2, 3 en 1 genummerd en vermoedelijk dus gedemonteerd en in verkeerde volgorde weer herplaatst) . Deze kapconstructie met gekraste merken (rechte strepen aan oostzijde en gebroken strepen aan westzijde) kan nog zeer wel uit de vroege 15de eeuw dateren. De verhoging tekent zich duidelijk af in de zijgevels op de zolder zowel in de zuid- als noordmuur.

Bij de verhoging van deze trapgevel is aan de zuidzijde wederom een symmetrische trapgevel toegepast met ezelsruggen op de trappen (opmeting in Restauratie Vademecum) waarvan thans alleen het vernieuwde deel aan de westzijde nog voorhanden is. De noordelijke gevel kreeg bij de verhoging een asymmetrische trapgevel, waarvan nog belangwekkende restanten voorhanden zijn. Met betrekking tot de zuidelijke trapgevel in haar lagere vorm (dus van voor de verhoging) is nog een vondst van belang gedaan in Bakkerstraat 5 (op de zolder, MAB-documentatie Bakkerstraat 5, 9-9-1994) . Hier werd een nog gaaf bewaarde nissendecoratie aangetroffen, oorspronkelijk behorende bij de eerste trapgevel van Bakkerstraat 4, die dus aan deze zijde een tijd in het zicht heeft gelegen en derhalve ook werd gedecoreerd.

Haaks tegen de achtergevel van het dwarshuis is vermoedelijk omstreeks 1600 een breed en ondiep achterhuis toegevoegd, met aan de oostzijde een hoge tuitgevel en verder een kapconstructie met twee stapeljukken met gehakte merken (strepen) en met guts gesneden gaatjes.

Tijdens een recente restauratie werd de achtergevel van dit achterhuis ontpleisterd en kwamen restanten van de kruisvensters en kloostervensters, met natuurstenen lateien, kalf en onderdorpels en bakstenen dagkanten aan het licht.

Het voorhuis onderging vermoedelijk tegelijkertijd met de bouw van het achterhuis een opsmukbeurt, waarbij in ieder geval op de verdieping de muurstijlen en korbelen werden verwijderd en onder de moerbalken fraaie eiken, voluutvormige renaissance-consoles werden aangebracht. Vermoedelijk kreeg de noordgevel toen tevens een stookplaats met rookkanaal, waarvoor de noordelijke strijkbalk deels moest worden weggezaagd. Het overgebleven gedeelte ving men op met een console van een vroeg 17de eeuws type (van het zelfde type als in eerste bouwlaag achtervleugel van Presickhaeffs Huys, door Temminck Groll 1550 gedateerd, maar volgens Berends vroeg 17de eeuws).

In een later stadium (met name in de 19de eeuw) onderging het pand diverse wijzigingen. De voorgevel werd gepleisterd en kreeg 19de eeuwse vensters en deurpartij met klassieke omlijsting, welke mogelijk zelfs nog uit de 18de eeuw kan dateren. Ook de achtergevel van het achterhuis werd gepleisterd en voorzien van vensters met zware kozijnen en 6-ruits schuiframen. In het interieur werden de balkenplafonds voorzien van stucplafonds, waarvan vermoedelijk alleen die van de begane grond nog boven het verlaagde plafond bewaard is gebleven. De 19de-eeuwse pui is inmiddels weer verdwenen en tijdens de restauratie van de achtergevel is de pleisterlaag verwijderd en zijn de 19de-eeuwse vensters hersteld. In het verder op de verdiepingen nog kale interieur zijn nog sporen te zien van oude venster- en deuropeningen (soms nog met houten latei) in de achtergevel van het voorhuis en in de zuidgevel (vroegere doorgang naar buurpand?) opmerkelijk is verder het feit dat het pand is gebouwd op een kavel dat aan de achterzijde doorloopt tot aan de Wielakkerstraat (O-690). Deze situatie was al zo in 1832 toen een zekere Hester Buijink het geheel in bezit had. Het achterste deel aan de wielakkerstraat was ook toen al bebouwd, met verbindingsgangen vanuit het achterhuis van Bakkerstraat 3a/4.

Omschrijving

Een aan de Bakkerstraat gelegen tweelaags dwarshuis met zadeldak (met zolder en vliering) tussen boven de korte zijgevels geplaatste (bovendaks gepleisterde) trapgevels deels nog afgedekt met ezelsruggen. Op nagenoeg de gehele achtergevel sluit haaks een iets lager breed, tweelaags achterhuis aan met een zadeldak (ook met zolder en vliering), dat aan de westzijde aansluit op de kap van het voorhuis en aan de oostzijde op een tuitgevel met vlechtingen. De daken zijn gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen en de beide trapgevels van het voorhuis bezitten schoorstenen. In de zuidelijke oksel tussen voor- en achterhuis bevindt zich een hoog opgetrokken bakstenen schoorsteen. De noordelijke trapgevel bezit nog haar oorspronkelijke trappen (ezelsruggen zijn grotendeels verdwenen) . Deze trapgevel is asymmetrisch van opzet, de trappen van de oostelijke helft zijn niet op dezelfde hoogten gesitueerd als die van de westzijde. De zuidelijke trapgevel is nog maar voor de helft aanwezig (westzijde) en tijdens herstel herbouwd met gepleisterde trappen en bakstenen ezelsruggen.

De voorgevel heeft thans een geheel moderne, niet monumentale winkelpui in de eerste bouwlaag. Daarboven bevindt zich nog een geprofileerde cordonlijst. De tweede bouwlaag is gepleisterd en telt vier vensters met stolp-(draai-)ramen en enkelruits bovenlichten. De gevel sluit af met een gepleisterd klassiek hoofdgestel met houten geprofileerde kroonlijst.

In het dakschild boven de voorgevel bevindt zich links en rechts een dakkapel met plat dak, houten kroonlijst, 4-ruits schuifraam en zinken wangen. De houten klauwstukken zijn verdwenen.

De achtergevel van het voorhuis is slechts aan weerszijden boven het dakvlak van het achterhuis zichtbaar. Het zuidelijke deel is gepleisterd. Het noordelijke deel is uitgevoerd in een groot formaat baksteen met een verhoging in baksteen van een l8de eeuws karakter. Rechts bevindt zich nog de uitkragingen van de aanzet van de trapgevel met restant van een bloktandlijst.

De achtergevel van het achterhuis met tuitgevel is uitgevoerd in oude baksteen, ten dele in kruisverband. De eerste bouwlaag wordt aan het zicht onttrokken door een aanbouw met plat dak. De tweede bouwlaag heeft vier assen met in drie vensters met zwaar kozijn en 6-ruits schuifraam en in de tweede as van links een deur met ramen en 2-ruits bovenlicht. De openingen sluiten onder en boven af met een rollaag. Boven tussen de tweede en derde as bevindt zich in het metselwerk nog een rond-boogvormige oude ontlastingsboog. De zolderverdieping heeft drie vensterassen met vensters met 4-ruits stolpramen. Het middenvenster is smaller dan de beide hoek-vensters en wordt bekroond door een oude rondboogvormige ontlastingsboog. Boven de beide hoekvensters bevinden zich restanten van een kruisvenster, bestaande uit naden van de dagkanten, een natuurstenen bovendorpel en een segmentboogvormige ontlastingsboog. De vlieringopeningen in het bovendeel van de topgevel zijn nog in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Hier bevinden zich onder twee kloostervensters met natuurstenen onder- en bovendorpel en kalf, bekroond door een bijna rondboog-vormige ontlastingsboog. Het glas-in-lood en de luiken in de onderlichten zijn reconstructies. Boven deze twee kloostervensters bevindt zich een luikopening met natuurstenen latei en vlak onder de hals van de tuitgevel een oculus met afgeschuinde dagkant en glas-in-lood. In de gevel staafankers, tussen beide kloostervensters een S-anker en op de hals een X-anker. De zijgevels van het achterhuis zijn moeilijk zichtbaar en zijn blind uitgevoerd.

In het interieur zijn onder meer van belang: Balklagen in voor- en achterhuis, deels in voorhuis nog met sleutelstukken en renaissance-consoles (15de en eerste kwart 17de eeuw), kapconstructie voorhuis met drie stapeljukken en gekraste tel-merken (vermoedelijk 15de eeuw), kapconstructie achterhuis met twee stapeljukken met gehakte merken (eerste kwart 17de eeuw), tongewelf-kelder voorhuis (thans niet toegankelijk) en de nissengeleding van zuidelijke topgevel (zichtbaar in zolder van Bakkerstraat 5). Deze nis heeft in het centrum een gepleisterd rookkanaal (behorend bij pand Bakkerstraat 3a/4), aan weerszijden geflankeerd door een nis met een getrapte rechthoekige omlijsting en kwartronde binnenbogen.

Waardering

Het pand heeft als laat middeleeuws dwarshuis met trapgevels en vroeg 17de eeuws achterhuis met fraaie tuitgevel architectuurhistorische waarde. Voorts bezit het pand een complexe, nog grotendeels in het pand afleesbare bouwgeschiedenis van belang voor de bouwhistorische wetenschap en verder bezit de voorgevel met topgevel-trappen beeldwaarde voor het nog grotendeels historische beeld van de Bakkerstraat.



Bronnen en verwijzingen

  • C.J.B.P. Frank & F.A.C. Haans, "Arnhem. Bouwhistorische verkenningen in de middeleeuwse stad" in: "Nieuwsbrief Stichting Bouwhistorie Nederland" nr. 10, juni 1994, pp. 2-22.
  • G. Berends, RDMZ bouwhistorisch verslag Bakkerstraat 4, panddossier dd. 4-11-1991 en C.J. Frank & F. Haans, MAB verslag bouwhistorische verkenning Bakkerstraat 3a/4, febr. 1995
  • Verslag bouwhistorische verkenning Bakkerstraat 5 van het MAB, 9-9-1994 van belang, gezien de onderlinge relatie tussen beide panden (nissengevel)

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema's

Meer informatie Meer over het monumentenregister en het rechtsgevolg van de aanwijzing tot rijksmonument is te vinden op cultureelerfgoed.nl/monumenten.

Meer over de omvang en reikwijdte van de bescherming van specifiek dit monument is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister en de leeswijzer.
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.


Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 10 jul 2024 om 02:01.