Arnhem - Markt 12 - Sabelspoort

< Rijksmonumenten


(8351) monumentenregister Monumentnummer: 8351

Introductie

Sabelspoort, voor het eerst vermeld in rekeningen van 1353-1354, bakstenen middeleeuwse stadspoort bestaande uit vierkant poortgebouw met overwelfde doorgang aan beide zijden geflankeerd door een ronde toren en een traptoren aan de stadszijde (na 1440, adviseur; Gisbert Schairt van Bommel). Aan de stadszijde een classicistische, deels natuurstenen gevel (1642, ontwerp Ariën Verhoeff). Gerestaureerd o.l.v. J.J.M. Vegter & C.E. Alexander (1952-'53) na oorlogsschade in september 1944.

Zwart-witfoto van de poort met straat in de voorgrond. Aan beide kanten van de poort staan gebouwen.
De Sabelspoort aan de stadszijde. Foto door G. Th. Delemarre, 1961. Beeldbank RCE, CC BY-SA 3.0


Kenmerken

  • Datering: 1353-1354, verbeterd na 1440, 1642 (natuurstenen gevel), 1952-'53 (restauratie)
  • Architect: Gisbert Schairt van Bommel (na 1440, adviseur), Ariën Verhoeff (gevel stadszijde 1642), J.J.M. Vegter & C.E. Alexander (1952-'53)
  • Beeldhouwwerk: Baron Speyart van Woerden (derde kwart 20ste eeuw)
  • Bouwstijl: middeleeuwse bouwwijze, classicisme (gevel stadszijde)
  • Rijksmonument sinds: 14 oktober 1965

Historische gegevens rijksmonumenten Arnhem

Onderstaande gegevens over dit rijksmonument zijn in 1995 door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) bij elkaar gezet. De opzet van de tekst volgt die van de MIP/MSP 1850-1940 rijksmonumentenregister systematiek. Deze systematiek was in die jaren in zwang. Het monument is echter al vóór die tijd beschermd. Vermoedelijk is het een vingeroefening geweest om oudere monumenten op een zelfde wijze in het register op te nemen. Dit is gedaan voor ca. 50 Arnhemse rijksmonumenten. In de meeste gevallen is de wijziging niet doorgevoerd in het register. De tekst geeft een korte geschiedenis, beschrijving en de monumentale waarden van het monument. Deze gegevens worden nu nog relevant geacht voor de kennisbank.

Heeft u aanvullingen of verbeteringen? U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Geschiedenis

De Sabelspoort is de enige uit de middeleeuwen daterende stadspoort die in Arnhem gespaard is gebleven. De poort staat in de zuidoost hoek van de oude vestingstad en staat gekeerd naar de rivier de Rijn. Uit opgravingen na de Tweede Wereldoorlog is gebleken dat de funderingen (en vrijwel zeker ook een deel van het opgaande werk van de kernbouw!) dateren uit de 14de eeuw. De poort komt voor het eerst in de stukken voor in 1353-'54 en behoort in eerste aanleg bij de tweede omwalling uit de 14de eeuw. Deze omwalling behelsde een herstelling en uitbreiding van de 13de-eeuwse ommuring, aangelegd toen Arnhem in 1233 "civitas" werd. Fragmenten van de 13de-eeuwse ommuring zijn aangetroffen op de huidige Markt enige tientallen meters ten noorden van de Sabelspoort. Bij de bouw van deze poort was dus de grens van de ommuring in zuidelijke richting verschoven. Mogelijk is de poort in haar oorspronkelijke opzet een eenvoudig rechthoekig poortgebouw geweest met doorgang. In de overwelfde doorgang zijn bij nog oorspronkelijk muurwerk baksteenformaten (28-30x13½-14½x7½cm, 10 lagen=90cm) ingemeten die duiden op 14de-eeuws werk. De ronde torens aan veldzijde zijn opgetrokken in een kleiner formaat (26-27x13-13½x5½-6cm, 10 lagen=79cm). Deze torens zijn in hun huidige vorm tot stand gekomen na 1440, toen de poort een grondige verbouwing onderging. In deze periode was de stadsmuur aan de rivierzijde in het westelijke deel inmiddels ook in zuidelijke richting opgeschoven (oorspronkelijk gelegen bij de Oeverstraat?) en liep langs de Langstraat. De hier gevonden stadsmuurfunderingen bleken dan ook te dateren uit de 15de eeuw. Van de verbouwing van de poort zijn enkele belangwekkende berichten en rekeningen bewaard gebleven. Bouwmeester Dirk van Moens en timmerman Nennyngh krijgen in 1440 de opdracht voor de verbouw en worden door het bestuur naar Nijmegen gestuurd om daar de zojuist voltooide Molenpoort te bekijken en te bepalen of de in Nijmegen gekozen oplossing ook geschikt zou zijn voor de Sabelspoort. Van Moens en Nennyngh bleken echter het probleem niet te kunnen oplossen, waarop het stadsbestuur de vermaarde bouwmeester Gisbert Schairt inschakelde voor het geven van adviezen. Het probleem was dat men bij deze opdracht nieuw te maken werk op deugdelijke wijze moest laten aansluiten op ouder werk. Duidelijk is in ieder geval dat, na sloop van de bouwvallige torens op de oude funderingen de huidige ronde torens bij deze verbouwing tot stand zijn gekomen. Men bracht tevens 24 vergulde pinakels aan. Verbouwing en versterking van de poort was mede noodzakelijk geworden door de aanleg van de nieuwe haven vanaf 1430 ten zuiden van deze poort.

Over de naam Sabelspoort bestaan een tweetal theorieën. De eerste gaat er van uit dat de naam "sabel" een verbastering van "Savel" is. Savel was de aanduiding van grof rivierzand, dat in de vorm van een grote zandplaat was gelegen tussen de poort en de Rijn. De feitelijke benaming zou dan "Zandpoort" zijn. De tweede theorie gaat er vanuit dat de naam "Sabel" is afgeleid van de verbastering van Sint Eusebius, welke Sabis of Sebis was. De patroonheilige Eusebius werd echter pas bij de bouw van de nieuwe huidige kerk in 1452 aan de oorspronkelijke patroonheilige Sint Maarten toegevoegd. De poort zelf is echter ruim een eeuw ouder.

Bij de aanleg van nieuwe vestingwerken onder Karel van Gelre in de eerste decennia van de 16de eeuw werd ook de Sabelspoort voorzien van een uitgebreid bolwerk, waaraan in 1619 in opdracht van Prins Maurits weer veranderingen en uitbreidingen naar plannen van Simon Stevin werden toegevoegd, o.a. zichtbaar op de kaart van Joan Blaeu en prenten. Tussen de binnenpoort en het bolwerk stond in die periode een tolhuis en op het gemetselde rondeel een "cijnshuysken". In het rondeel was een overwelfde gang met buitenpoort opgenomen, met een in 1652 tot stand gekomen rondboogdoorgang tussen Ionische halfzuilen, bekroond door een klokgevel met het wapen van Arnhem tussen leeuwen en de namen van drie burgemeesters (naar ontwerp van A. Verhoeff). Van deze buitenpoort is een prent bewaard gebleven.

De poort bezat een ruimte waarin het geschut was opgeslagen (zogenaamd slangenhol) en er was opslag voor buskruit. Daarnaast werden in de poort soms geesteszieken en landlopers opgesloten, wat de poort de bijnaam "Gekkenpoort" opleverde.

De poort raakte gaandeweg aan stadszijde steeds meer ingebouwd en vanwege de ligging aan de Markt was een representatieve gevel aan deze zijde dan ook gewenst. In 1642 kreeg het centrale deel van de poort met de doorgang aan Marktzijde een nieuwe gevel, uitgevoerd deels in baksteen en deels in natuursteen in de strenge vormen van het classicisme, uitgevoerd naar ontwerp van de Arnhemse bouwmeester Ariën Verhoeff. De poort met de diverse aan- en uitbouwen is onder meer op prenten van Jan de Beijer vastgelegd. Gedurende de regeringsperiode van koning Willem I werden de vestingwerken buiten de oude poort gesloopt. Rond 1850 werd aan veldzijde vlak voor de poort een rij herenhuizen gebouwd. Een doorgang tussen twee grote huizenblokken gaf vanuit de Rijnkade toegang tot de poort. De oude prenten van Jan de Beijer maar ook de kaart van Blaeu tonen op de beide torens geen spitsen. Deze zouden pas na de Tweede Wereldoorlog bij de restauratie tot stand komen.

Tijdens de Slag om Arnhem kwam met name het gebied rond de Markt zwaar onder vuur te liggen. De poort overleefde, vanwege het feit dat zij ingebouwd stond, voor een groot deel de beschietingen, maar verloor wel haar kap, terwijl de bebouwing aan de oost- en zuidzijde geheel verloren ging. De poort zelf werd gerestaureerd in de jaren 1952/53, onder leiding van J.J.M. Vegter (die zelf de initiator was van het herstel) en C.E. Alexander (in die tijd stadsarchitect van Arnhem) waarbij ook bodemonderzoek plaats vond. De poort werd uiteindelijk middels een loopbrug verbonden met het nieuwe provinciehuis dat kort daarna aan de oostzijde van de poort verrees, ook naar ontwerp van Vegter. Het nieuwe interieur van de poort werd bekostigd door de provincie, waarbij waarschijnlijk kunstenaars werden ingeschakeld die ook voor het provinciehuis werkten. Thans (1995) is men bezig met het optrokken van een nieuw gebouw aan de westzijde van de poort, dat een bouwwerk uit de jaren '30 vervangt.

Omschrijving

Grotendeels bakstenen poortgebouw met een rechthoekige tweelaags kernbouw met een met leien in Rijndekking gedekt schilddak, waarin de brede overwelfde poortdoorgang is opgenomen, met aan weerszijden van de zuidgevel een forse ronde toren met kantelen en een achtzijdige met leien gedekte spits. De kernbouw heeft tegen de westelijke zijgevel verder een achthoekige traptoren, afgesloten met een met leien gedekte ui-vormige bekroning. Tussen deze traptoren en de westelijke ronde toren is op de verdieping een verbindingslid aanwezig, rustend op een steunboog en afsluitend met een lessenaarsdak.

Ook tegen de oostgevel van de kernbouw staat een ondiepe rechthoekige uitbouw onder lessenaarsdak, terwijl aansluitend hierop tegen de noordzijde van de ronde oosttoren een ondiepe uitbouw onder lessenaarsdak staat. De doorgang heeft aan de zuidzijde (veldzijde) een spitsboogopening met op de verdieping twee kloostervensters met natuurstenen dorpels en een segmentboogvormige ontlastingsboog. De vensters bezitten onder een luik (met daarachter een stalen draairaampje) en boven glas-in-lood. Boven elk van beide vensters is vervolgens een tweede, veel grotere ontlastingsboog in het muurwerk opgenomen. Dit geveldeel sluit af met een uitkragende gereconstrueerde borstwering op een bakstenen bloktand-lijst met bakstenen, afgeronde kraagsteentjes. Deze borstwering bezit bakstenen kantelen met kijk/schiet-spleten en ezelsrugafdekkingen. De beide ronde torens hebben eenzelfde uitkragende borstwering met kantelen. In de westelijke toren zijn onder in de aansluiting op de poort en in beide torens op de verdieping ook (kleinere) kloostervensters opgenomen, van het zelfde type als in de kernbouw. De vensters op de verdieping bezitten segmentboogvormige ontlastingsbogen, welke aanmerkelijk breder zijn dan de eigenlijke vensteropeningen. Onder de vensters op de verdieping bevinden zich natuurstenen blokken met cirkelvormige uitsparingen (oorspronkelijk schietgaten?).

De gevel van de kernbouw aan stadszijde bezit een natuurstenen poort met een doorgang, afgesloten door een korfboog. Deze doorgang wordt aan weerszijden geflankeerd door een natuurstenen pilaster met uitspringende blokken en een Toscaans-dorisch kapiteel. De doorgang sluit af met een natuurstenen hoofdgestel. De verdieping daarboven bezit een bakstenen gevelveld met daarin een natuurstenen kruisvenster, bekroond door een natuurstenen fronton. Dit gevelveld wordt op de hoeken weer geflankeerd door een natuurstenen pilaster, ook weer voorzien van een Toscaans-dorisch kapiteel. Deze kapitelen ondersteunen een klassiek natuurstenen hoofdgestel met in het fries uitgespaard een tekst (namen van burgemeesters) in vergulde kapitalen met boven de kapitelen het jaartal ANNO 1642. De totale tekst luidt: "PNNO - R. VAN ARNHEM ET A. TULLEKEN COSS.- 16421”. Het hoofdgestel wordt bekroond door een natuurstenen fronton met in het tympaan in reliëf het wapen van de stad Arnhem (witte tweekoppige adelaar op blauw veld). Het fronton en de beide hoekeinden van het hoofdgestel worden bekroond door een forse bol met knoppen. De beide zijgevels van de kernbouw zijn blind uitgevoerd en sluiten af met een bakstenen bloktandlijst. De achthoekige traptoren bezit kleine spleetvensters, afgesloten met een zandstenen latei. De romp van de traptoren sluit af met een bloktandlijst met in de strekkenlaag boven de “tanden” biljoenen aan de onderzijde. Hierboven een natuurstenen lijst met hol profiel.

Het “hangende” verbindingslid tussen deze traptoren en de westelijke ronde toren rust op een segmentboogvormig gewelfje en heeft in de gevel een spleetvenster met natuurstenen latei. Dit geveltje sluit af met eenzelfde bakstenen bloktandlijst als de traptoren. De lijst met hol profiel daarboven is echter in tegenstelling tot die van de traptoren in baksteen uitgevoerd. Het schilddak van de kernbouw wordt aan weerszijden geflankeerd door hoge bakstenen schoorstenen, welke afsluiten met een bakstenen ezelsrug. Bij de vrij legging (vanaf 1938 en na WOII) is een groot gedeelte van de onderbouw van beide torens opnieuw van een bakstenen buitenhuid voorzien. De doorgang is aan de zuidzijde overwelfd door een graatgewelf dat aan de noordzijde overgaat in een tongewelf. De spitsboogopening van de doorgang heeft in de dagkant een opening voor een valdeur en aan de binnenzijde duimen voor naar binnen draaiende deuren. In de zijwanden zijn diverse (deels gereconstrueerde) bouwsporen van doorgangen en spaarbogen bewaard gebleven. In de westelijke wand bevindt zich een kleine deuropening.

In het tijdens de restauratie herstelde en aangepaste interieur zijn onder meer van belang; twee boven elkaar geplaatste ruimten, elk afgesloten met een koepelgewelf in beide ronde torens, interieur van zaal boven doorgang met moer- en kinderbalkenplafond met sleutelstukken met gemenageerd peerkraalprofiel (gereconstrueerd na WOII) schouw met granieten latei met gebeeldhouwde fries (derde kwart 20ste eeuw), ontwerp Baron Speyart van Woerden) , oud Hollandse tegels met voorstellingen van mens- en dierfiguren in blauw op wit onder vensters en houten vaste boekenkasten met pilasters met diamantkoppen (derde kwart 20ste eeuw), bakstenen spiltrap met getordeerde spil en trap op schroefgewelf in traptoren.

Waardering

Een goed voorbeeld van een laatmiddeleeuwse bakstenen vestingpoort, waarvan er in ons land maar relatief weinig bewaard zijn gebleven. In Arnhem is de Sabelspoort thans zelfs het enige zichtbare bovengrondse overblijfsel van de gesloopte middeleeuwse ommuring en is derhalve het enige bouwwerk dat de herinnering levend houdt aan de periode dat Arnhem een vestingstad was. Het poorttype (van belang voor het zichtbaar houden van de ontwikkelingen in de vestingbouw) en de sobere classicistische gevel bezitten voorts architectuurhistorische waarde. Markant historisch onderdeel van de Markt, waarvan de historische bebouwing na verwoesting in 1944 op de Waag en Sabelspoort na, niet meer werd hersteld en vervangen is door moderne bebouwing.



Bronnen en verwijzingen

  • C. Hilberdink, "Gelre's Hof. Van Paardestal tot Huis der Provincie", Zutphen 1983, pp. 78-94 over Sabelspoort.

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema's

Meer informatie Meer over het monumentenregister en het rechtsgevolg van de aanwijzing tot rijksmonument is te vinden op cultureelerfgoed.nl/monumenten.

Meer over de omvang en reikwijdte van de bescherming van specifiek dit monument is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister en de leeswijzer.
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 16 jul 2024 om 02:00.