Arnhem - Rijnstraat 71 - St. Petersgasthuis
< Rijksmonumenten
Monumentnummer: 8361
Introductie
Fors bakstenen huis met voor- en achterzaal, met verschillende verdiepingshoogten, gescheiden door brandmuur (zeer waarschijnlijk gebouwd 1354-'55) met deels gereconstrueerde gotische voorgevel met tuitgevel met arkeltorens, weergang boven zijgevels, traptoren (1354-'55) met klokkengeleding met galmgaten (begin 15de eeuw), achtergevel met trapgevel (1354-'55) en deels jonger (eerste helft 19de eeuw) en lager achterhuis met gepleisterde gevels. Voorts op scheiding achterzaal en achterhuis aan westzijde jonge uitbouw onder plat, waarin gietijzeren wenteltrap (derde kwart 19de eeuw). In het pand oude balklagen, met muurstijlen, korbelen, sleutelstukken en gebeeldhouwde kraagstenen en kapconstructies (hout 1354 gekapt). Onder het geheel een fors keldercomplex uit bouwtijd (14de eeuw 2de/3de kwart).
Kenmerken
- Datering: vanaf 1354-'55 (woonhuis), met 15de-eeuwse wijzigingen (gasthuis)
- Architect: niet bekend/onderzocht, R.R. Viervant (interieurplan 1806 uitgevoerd?) J.G.A. Heineman (restauratie 1954-'55)
- Bouwstijl: middeleeuwse bouwwijze, gotiek, neogotiek
- Beeldhouwwerk: E. Baron Speyart van Woerden tufstenen Petrusbeeld op de topgevel (restauratie 1954-'55).
- Rijksmonument sinds: 14 oktober 1965
Historische gegevens rijksmonumenten Arnhem
Onderstaande gegevens over dit rijksmonument zijn in 1995 door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) bij elkaar gezet. De opzet van de tekst volgt die van de MIP/MSP 1850-1940 rijksmonumentenregister systematiek. Deze systematiek was in die jaren in zwang. Het monument is echter al vóór die tijd beschermd. Vermoedelijk is het een vingeroefening geweest om oudere monumenten op een zelfde wijze in het register op te nemen. Dit is gedaan voor ca. 50 Arnhemse rijksmonumenten. In de meeste gevallen is de wijziging niet doorgevoerd in het register. De tekst geeft een korte geschiedenis, beschrijving en de monumentale waarden van het monument. Deze gegevens worden nu nog relevant geacht voor de kennisbank.
Heeft u aanvullingen of verbeteringen? U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.
Geschiedenis
Het huis werd onder de naam "Die Munte" of "Altmeynte" in twee fasen (deels in 1380 en de rest in 1383) aangekocht door Johan Woltersz van Arnhem, vicaris en later kanunnik van het Sint Pieterskapittel te Utrecht van "Henric Bruno die Munter". Van Arnhem nam het huis op in testament uit 1401, waarin hij het huis "die alde Munte" schenkt ten behoeve van een "hospitael ende geestelijck huys voor die ermen ende die siecken te ontvangen en te vueden". In 1407 door Utrechtse wijbisschop ingewijd als Sint Peters-gasthuis. Voor de nieuwe functie zijn enige verbouwingen en reparaties uitgevoerd (toevoegen van klokkenverdieping met galmgaten op de traptoren, wijzigen middengedeelte voorgevel, plaatsen van een beeld van Sint Petrus op de topgevel).
In 1993 is door D.J. de Vries dendrochronologisch onderzoek gedaan naar het hout van de kappen van het voor- en achterhuis. verschillende monsters leverden een datering op van 1354. Het huis is opgetrokken in een groot formaat baksteen (31-32x15x7cm, 10 lagen= 84cm), wat binnen de Arnhemse context deze datering ondersteunt. Uit onderzoek van het Monumenten Advies Bureau (MAB) bleek dat de klokkenverdieping is opgetrokken in kleinere baksteen (27x6½-7x13½-14cm, 10 lagen= 77cm) waarschijnlijk daterend uit de vroege 15de eeuw (gasthuisverbouwing uit 1401-1407).
In de grote hoge voorzaal van het Gasthuis werd een kerkruimte ingericht, waardoor het Petersgasthuis tevens bekend werd als Pieterskerk. Het gebouw had een leien dak, in 1729 vervangen door "blaauwe pannen". Aan het einde van de 18de eeuw en begin 19de eeuw vinden diverse reparaties plaats. Stadsbouwmeester R.R. Viervant (1755-1819) maakte in 1806 een plan voor het meubileren van de "vergaedercamer van de heren huismrn" (vermoedelijk in achterhuis), waarbij een nieuw plafond, schouw en nieuwe ramen moesten worden aangebracht.
Restauratie in 1850, gericht op "versterking van het gotische karakter", uitgevoerd in vroeg-neogotische stijl (gietijzeren spitsboogramen met traceringen in hoog-gotische vormen, gietijzeren pinakelvormige bekroningen met hogels en kruisbloem op arkeltorens. In 1898 werd de onderbouw van de voorgevel weggebroken ten behoeve van een winkelpui van de antiekzaak firma De Klark. De instelling de Drie Gasthuizen kocht het huis in 1932 terug en liet in 1954/55 een restauratie o.l.v. J.G.A. Heineman uit Velp uitvoeren, die leidde tot reconstructie van onderpui en de in trachiet uitgevoerde kruisvensters van voorgevel. De beeldhouwer E. Baron Speyart van Woerden vervaardigde een nieuw tufstenen Petrusbeeld voor op de topgevel.
Omschrijving
De representatieve voorgevel van het St. Petersgasthuis is opgenomen in de aaneengesloten zuidelijke gevelwand van de Rijnstraat. Het geheel bestaat thans uit een hoog bakstenen middeleeuws gebouw met een voor- en achterzaal van gelijke hoogte met op de scheiding aan westzijde een traptoren met gemakuitbouw aan kleine binnenplaats. Tegen achtergevel achterzaal een lager achterhuis met grote binnenplaats. Op scheiding achterzaal en achterhuis aan westzijde vlak gedekte L-vormige tweelaags uitbouw. Het geheel onderkelderde hoofdgebouw bezit een rechthoekige plattegrond, licht geknikte westelijke zijgevel, een voorzaal van vijf balkvakken diep en twee hoge bouwlagen met hoge zolderverdieping met hoog opgetrokken borstwering, en een achterzaal van drie balkvakken met drie lagere bouwlagen en zolderverdieping. De voorzaal is gescheiden van achterzaal door zware brandmuur, bekroond door een zware bakstenen schoorsteen (voor een gekoppeld rookkanaal van het voorhuis en het achterhuis) . voorzaal en achterzaal onder een gezamenlijk zadeldak, gedekt met moderne gesmoorde quasi oud Hollandse pannen en lood op nok. Het dak sluit aan de voorgevelzijde aan op een tuitgevel, met arkeltorens op de hoeken en bij de achtergevel van het achterhuis op een trapgevel. De zijmuren bezitten gemetselde weergangen. De traptoren heeft een klokkenverdieping met spits-boogvormige gekoppelde galmgaten, bekroond met een vierzijdige spits, gedekt met leien en in de gevels een spitsboogfries en kleine vensters.
Voorgevel voorhuis bezit vier traveeën en heeft natuurstenen plint, bakstenen muurwerk en kruisvensters van trachiet, geplaatst in hoge spitsboognissen. Vensters eerste bouwlaag bezitten zes lichtopeningen en in tweede bouwlaag vier. De onderste openingen zijn voorzien van naar binnen draaiende luiken, de bovenste openingen bevatten glas-in-lood ramen. In boogtrommels van de spitsboognissen bevinden zich ontlastingsbogen. In derde nis van links gezien bevindt zich in de eerste bouwlaag de hoofdingang. Boven deze ingang, met natuurstenen dagkanten en latei, bevindt zich een natuurstenen kruiskozijn met glas-in-lood ramen als bovenlicht. Eerste en tweede bouwlaag zijn gescheiden door cordonlijst van profielsteen en afzaatlijst.
De topgevel, aan weerszijden geflankeerd door een bakstenen zeshoekig arkeltorentje, is van onderbouw gescheiden door een spitsboogfries en afzaatlijst, welke tevens zijn doorgezet op de onderbouw van de arkeltorens. Deze kragen trapgewijs uit en onder de onderbouw bezitten ze een natuurstenen (sterk verweerde) gebeeldhouwde console met daarop een overhoeks geplaatste pinakel en een bloktandlijst op uitkraging. De torentjes sluiten af met bakstenen spitsen met natuurstenen gestileerde piron (rest. 1955). In topgevel in middengedeelte twee vensternissen afsluitend met twee gekoppelde spitsbogen, met in de boogvelden gepleisterde oculi. In de nissen een kruiskozijn (trachiet). In rechter nis verder houten hijsbalk. Op de beide hoeken van de topgevel een lagere spitsboognis met luikopening met natuurstenen latei en onderdorpel en boogtrommel met toog. De schuine geveleinden zijn afgedekt met een tufstenen deklijst, met ongeveer ter halver hoogte een uitspringend blokje (herinnerend aan de aanzet van vermoedelijk vroeger aanwezige pinakels, weergegeven op oude afbeeldingen). De top van de gevel wordt bekroond door een tufstenen beeld van St. Petrus.
De hoog opgaande middeleeuwse zijgevels zijn grotendeels blind uitgevoerd en eindigen aan de bovenzijde met weergangen. De rechter zijgevel bezit alleen in het gedeelte van de achterzaal in elke bouwlaag een eenvoudig rechthoekig venster, voorzien van gereconstrueerd veelruits schuifraam (32-ruits onder, en 20-ruits in bouwlagen daarboven). Van de linker zijgevel is alleen het gedeelte van de achterzaal grotendeels zichtbaar (m.u.v. eerste bouwlaag) . De tweede bouwlaag is gepleisterd en vertoont sporen van twee dichtgemetselde vensters. Daarboven springt de gevel uit en heeft onder de uitkraging een bloktandlijst. Dit gedeelte is niet gepleisterd en bezit twee kleine vensters met 6-ruits ramen. In de zijgevels oude X-, Y- en staafankers. De achtergevel van het achterzaal bezit in de derde bouwlaag een klein venster met 6-ruits raam en direct onder de trapgevel twee kleine segmentboogvensters met eenvoudig 4-ruits raam.
Het deels onderkelderde, lagere achterhuis heeft gepleisterde gevels, twee bouwlagen met souterrain en een mansardedak, met gesmoorde oud Hollandse pannen en zinken roevendak, dat aan de zuidzijde overgaat in een schilddak met gesmoorde oud Hollandse pannen en lood op nok en kepers. In westelijke schild van mansardedak een door de gootlijst heenbrekende dakkapel met dubbele luikdeuren met 2-ruits ramen en een hijsbalk, afgesloten met gedrukt zinken zadeldakje. De achtergevel (zuidgevel) van dit achterhuis is schuin geplaatst. De westelijke gevel aan binnenplaats is representatief uitgevoerd in neoclassicistische stijl met pleisterwerk in blokverband en vroeg 19de-eeuwse 7- (oorspronkelijk 8-ruits) en 6-ruits schuiframen, deur met gietijzeren rooster en tuindeuren met panelen. In deze gevel onder bordes de huidige toegang tot keldercomplex.
Belangwekkende interieurelementen: drie forse, in het verlengde van elkaar gelegen tongewelfkelders, met scheidingswanden met doorgangen met driepasboog, kaarsnissen en forse trap bij voorgevel, moer- en kinderbalkenplafonds in voor- en achterzaal met sleutelstukken, gebogen korbelen en muurstijlen op kraagstenen (in voorzaal beneden met middeleeuwse sculptuur (Centaurachtige wezens), oude kapconstructies met dekbalkjukken waarop driehoekspanten, hijsrad, gotische binnendeuren, schouw in gotische vormen in achterzaal (1955), 19de-eeuwse schouw en stucplafond in tweede achterhuis en gietijzeren rijk gedecoreerde wenteltrap in uitbouw.
Waardering
Het thans als winkelpand in gebruik zijnde voormalige Petersgasthuis, met belangwekkend middeleeuws casco met kelders, muurwerk, balklagen en kappen uit de periode 1350-'55 en een fraaie deels gereconstrueerde gotische voorgevel met arkeltorens is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde. Het complexe huis heeft een interessante en afleesbare bouwgeschiedenis (uitstrekkend van 14de - 20ste eeuw), van belang voor de architectuur-/bouwhistorische wetenschap. Voorts van stedenbouwkundig belang vanwege de ligging in één van de belangrijkste historische straten in de middeleeuwse stad, waar de zeer representatieve en fraaie voorgevel en het forse casco in hoge mate het beeld bepalen. Voorts cultuurhistorische waarde vanwege de bijzondere functie in het verleden als gasthuis, met kapel en kunsthistorische waarde (middeleeuwse gebeeldhouwde kraagstenen in hoge benedenruimte voorzaal).
Bronnen en verwijzingen
- C.J.B.P. Frank & F.A.C. Haans (MAB), "Inventarisatie en waardebepaling binnenstad”, Korenmarkt en Rijnstraat en omgeving", 3 dln, Grave, jan. 1994.
- C.L Temminck Groll, "Het Sint Petersgasthuis te Arnhem" in Bulletin KNOB, jrg. 1957, kol. 193-212.
- C.L. Verkerk, "Coulissen van de macht. Een sociaal-institutionele studie betreffende de samenstelling van het bestuur van Arnhem in de middeleeuwen en een bijdrage tot de studie van stedelijke elitevorming", Hilversum 1992
- D.J. de Vries, "Bouwen in de late middeleeuwen. stedelijke architectuur in het voormalige Over- en Nedersticht", Utrecht 1994, pags. 283, 303, 314.
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema'sMeer informatie Meer over het monumentenregister en het rechtsgevolg van de aanwijzing tot rijksmonument is te vinden op cultureelerfgoed.nl/monumenten.
Meer over de omvang en reikwijdte van de bescherming van specifiek dit monument is te vinden in Monumenten - Rijksmonumentenregister en de leeswijzer.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 jul 2024 om 02:01.