Omgevingsplan - stappenplan voor borging van cultuurlandschappen
Introductie
Gemeenten moeten in hun omgevingsplan rekening houden met het belang van het behoud van cultureel erfgoed. Deze instructie is opgenomen in artikel 5.130 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Om gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van het omgevingsplan hebben de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een set met voorbeeldregels opgesteld. De voorbeeldregels zijn bedoeld ter inspiratie. Op basis van de voorbeeldregels wil RCE en VNG laten zien hoe het behoud van cultureel erfgoed via beschermende regels in het omgevingsplan kan worden gerealiseerd. De voorbeeldregels hebben betrekking op:
- Monumenten
- Archeologische monumenten
- Stads- en dorpsgezichten
- Cultuurlandschappen
In dit kader worden cultuurlandschappen omschreven als een bijzondere vorm van landschappen waarbij cultuurhistorische en landschappelijke waarden samenkomen. Het biedt een nieuwe mogelijkheid in de reeks van te beschermen cultureel erfgoed die we al langer kennen. De RCE wil de voorbeeldregels voor cultuurlandschappen verrijken met praktijkvoorbeelden aan de hand van meerdere pilots. De praktijkvoorbeelden geven inzicht in de toepassing van de voorbeeldregels en vullen deze waar nodig aan.
Dit rapport omvat een methodiek voor het opzetten en uitvoeren van een pilot inclusief een uitwerking van een werkplaats.Pilots voor cultuurlandschappen
Met het oog op een goede kwaliteit van de fysieke leefomgeving is het van belang om waardevolle cultuurlandschappen te beschermen. De instructieregels in artikel 5.130 van het Bkl met betrekking tot het belang en het behoud van cultureel erfgoed in het omgevingsplan, impliceren ook dat gemeenten de aanwezige cultuurlandschappen inventariseren, analyseren en waar nodig beschermen in het omgevingsplan. De voorbeeldregels bieden daarvoor houvast. Desondanks is er nog weinig ervaring met regels in het omgevingsplannen en specifiek voor beschermde cultuurlandschappen.
Het doel van deze pilots is samen met gemeenten verkennen hoe cultuurlandschappen kunnen worden beschermd tegen ingrepen (activiteiten) die de kwaliteiten van het cultuurlandschap kunnen verstoren.
Een (beschermd) cultuurlandschap
Het begrip cultuurlandschappen wordt al een langere tijd gebruikt. Het gaat dan om een landschap dat onder invloed van de mens is gevormd. In de Omgevingswet zijn de begrippen cultureel erfgoed en landschap gedefinieerd. Het begrip cultuurlandschap is daarvan afgeleid. Bij een cultuurlandschap kan gedacht worden aan historische verkavelingsstructuren met houtsingels, landgoederen of wederopbouwgebieden zoals agrarische ruilverkavelings- en landinrichtingsgebieden. Een cultuurlandschap heeft pas een beschermde status als het als zodanig is opgenomen in het gemeentelijk omgevingsplan.
Voor nadere toelichting op de begrippen wordt verwezen naar de ‘Handreiking begrippenkader cultureel erfgoed onder de Omgevingswet’ van de RCE.
Cultureel erfgoed = Monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet. (Uit: Begripsbepaling in bijlage I bij artikel 1.1 van de Omgevingswet)
Landschappen = gebieden zoals die door mensen worden waargenomen, waarvan het karakter wordt bepaald door natuurlijke of menselijke factoren en de interactie daartussen. (Uit: Begripsbepaling in bijlage I bij artikel 1.1 van de Omgevingswet, volgend uit de Europese Landschapsconventie/ Verdrag van Florence 2000)
Cultuurlandschappen = gebieden zoals die door mensen worden waargenomen, waarvan het karakter wordt bepaald door natuurlijke of menselijke factoren en de interactie daartussen, die deel uitmaken van cultureel erfgoed. (Uit: Handreiking begrippenkader cultureel erfgoed onder de Omgevingswet, RCE)
Beschermd cultuurlandschap = cultuurlandschap waaraan in het omgevingsplan de functie-aanduiding beschermd cultuurlandschap is gegeven.Aanwijzen als beschermd cultuurlandschap
Het aanwijzen van een beschermd cultuurlandschap doe je als je in een omgevingsplan specifieke regels wilt opnemen voor bijvoorbeeld bouw-, sloop-, aanleg- of kapactiviteiten ter voorkoming van aantasting van het waardevolle karakter van het beschermde cultuurlandschap. Welke regels worden opgenomen is een bevoegdheid van de gemeente en afhankelijk van de aanwezige kwaliteiten en mogelijke activiteiten die kunnen plaatsvinden.
Er kunnen meerdere aanleidingen zijn om over te gaan tot bescherming. De aanleiding is vergelijkbaar met het aanwijzen van beschermde stads- en dorpsgezichten, maar dan gericht op het landschap. Waar een beschermd stads- en dorpsgezicht gekenmerkt wordt door bebouwing en stedenbouwkundige structuur wordt een beschermd cultuurlandschap vooral gekenmerkt door het ensemble van landschapselementen. Gebouwd en aangelegd beschermd erfgoed kan daarvan deel uitmaken.
Er kan sprake zijn van een bijzonder cultuurhistorisch karakter, waarvan de waarden en kenmerken nog herkenbaar en uniek zijn voor de gemeente, de regio of de provincie. Het is daarmee een kwalificatie van een gebied ten opzichte van andere landschappen, met kenmerken die je als gemeente wil borgen. De bescherming is bedoeld om de cultuurhistorische identiteit van een gebied te behouden en in te zetten bij ontwikkelingen.
Het aanwijzen van cultuurlandschappen is vooral zinvol als sprake is van een samenhang van bijzondere karakteristieken die gezamenlijk meer betekenis hebben dan elk afzonderlijk. Het aanwijzen als geheel heeft daarmee een belangrijke attentiewaarde, waarbij vanzelfsprekend ook andere regels en procedures van toepassing zijn.
Gemeentegrens overstijgende cultuurlandschappen
Landschappen zijn niet gebonden aan bestuurlijke grenzen, zoals gemeentegrenzen. De bescherming van waardevolle karakteristieken zijn dan voor meerdere gemeenten of zelfs provincies van belang. Er kan wel verschil zitten in de ruimtelijke ambitie voor het cultuurlandschap. Dit kan invloed hebben op de omgang met de aanwezige waarden.
Als sprake is van een cultuurlandschap dat in meerdere gemeenten ligt, zoals een droogmakerij of landgoederenzone, is afstemming nodig tussen de gemeenten om het cultuurlandschap gelijkwaardig te beschermen.
Methodiek pilots
Doel
De methodiek is bedoeld als hulpmiddel om te komen tot uniforme uitvoering van een pilot of project voor het opstellen van regels ten behoeve van het aanwijzen en reguleren van beschermde cultuurlandschappen in het omgevingsplan. De methodiek bestaat uit stappen waardoor elke pilot op een vergelijkbare wijze wordt opgepakt.
Het doorlopen van dezelfde stappen betekent niet dat de inhoud en vorm van het resultaat altijd vergelijkbaar zijn. De opzet van omgevingsplannen en ook de wijze waarop erfgoed wordt geregeld kunnen per gemeente verschillend. Het is juist de bedoeling om de voorbeeldregels te verrijken met een diversiteit aan voorbeelden. Hiermee wil de RCE laten zien dat op diverse manieren invulling wordt gegeven aan de instructieregel van het Rijk (art. 5.130 Bkl).
Voortraject en randvoorwaarden pilot
Uitgangspunt voor een pilot is dat sprake is van een landschappelijk en cultuurhistorisch waardevol cultuurlandschap. Om de kernkwaliteiten van een te beschermen cultuurlandschap goed te vertalen naar regels in het omgevingsplan kunnen de volgende stappen worden gezet:
Onderzoek
- Afbakening en definitie van het cultuurlandschap
- Analyse van het cultuurlandschap
- Weergave van analyse, verhalen en verbeelding in bijvoorbeeld een gebiedsbiografie
Visievorming
- Waardering van het te beschermen cultuurlandschap
- Mogelijk ontwikkelperspectief en transformatiekader om de ontwikkelmogelijkheden in beeld te krijgen
- Selectie en beleidsvoornemen voor het aanwijzen als beschermd cultuurlandschap
Aanwijzen cultuurlandschap in het omgevingsplan
- Inventarisatie van wat de gemeente moet regelen op basis van de instructieregels van het Rijk en de provincie
- Het bepalen van het specifieke werkingsgebied waarvoor regels moeten worden opgenomen
- Bepalen welke activiteiten invloed kunnen hebben op de kernkwaliteiten in de gebieden
- Het formuleren van de regels en verwerken in omgevingsplan
Voor het opstarten van een pilot hebben stap 1 tot en met 7 al plaatsgevonden. Er moet dus al sprake zijn van een directe aanleiding of zelfs een beleidsvoornemen over het aanwijzen van een beschermd cultuurlandschap, bijvoorbeeld vanwege een cultuurhistorische inventarisatie, een college- of raadsbesluit of instructieregel van de provincie.
Het cultuurlandschap heeft daarbij al een concrete gebiedsbegrenzing die te gebruiken is voor de aanwijzing als cultuurlandschap en als (voorlopig) werkingsgebied voor de regels. Een werkingsgebied is een met coördinaten begrensde locatie waarvoor een regel van toepassing is. Het werkingsgebied kan het gehele gemeentelijke grondgebied zijn, maar ook één of meer delen daarvan.
Voor het opstarten van een pilot is het ook van belang dat de kwaliteiten in tekst, beeld en op kaart zijn geduid. Het gaat hier niet alleen om het benoemen van de kwaliteiten, maar ook om de onderbouwing. Waarom is iets een kernkwaliteit? Alleen als de kwaliteiten concreet zijn kan een vertaling naar omgevingsplanregels over activiteiten - ingrepen in de fysieke leefomgeving - die de kwaliteit mogelijk kunnen beïnvloeden besproken en geformuleerd worden. Met concreet wordt bedoeld dat onmiskenbaar duidelijk is waar het over gaat door beschrijving en verbeelding op kaart.
Wie betrek je bij de pilot en wanneer
Bij het opstellen van regels voor cultuurlandschappen voor in het omgevingsplan betrek je vaak verschillende expertises uit de gemeentelijke organisatie en eventueel ook de externe adviescommissies. Denk daarbij in ieder geval aan ruimtelijke ordening, landschap, cultureel erfgoed en een jurist. Voor een pilot is het dus raadzaam dezelfde mensen en expertises te betrekken. Om goed aan te sluiten op provinciaal beleid is het aan te bevelen om ook de provincie te betrekken. Afhankelijk van de ligging en context van het beschermd cultuurlandschap betrek je ook de buurgemeente, het waterschap en/of een overkoepelende landschaps-/erfgoedorganisatie.
Inventariseren
In de pilot wordt ervan uitgegaan dat er al een goede erfgoedanalyse beschikbaar is (intern dan wel extern opgesteld) waarin de waarden van het specifieke cultuurlandschap zijn geïnventariseerd.
Het bepalen van de exacte gebiedsbegrenzing van het gemeentelijk cultuurlandschap (op basis van aanwezige waarden) is iets wat je vooral met professionals samen doet op basis van de voorgaande stappen. Denk hierbij aan landschapsdeskundigen, archeologen, architectuurhistorici, etc. Deze stap leent zich niet direct voor burgerparticipatie, omdat individuele belangen dan te veel een rol kunnen gaan spelen (uiteraard kunnen burgers altijd als belanghebbenden formeel bezwaar indienen over de begrenzing en regels voor een cultuurlandschap zodra deze wordt opgenomen in het omgevingsplan). Een bredere participatie in het voortraject helpt wel bij het draagvlak, maar vooral t.b.v. kwaliteitsbewustwording en duiding van de kwaliteiten door de professionals.
Analyseren
Het analyseren en duiden van de aanwezige cultureel erfgoedwaarden is een stap waarin o.a. de beleidsmedewerker erfgoed een rol speelt. Wat heeft topprioriteit, wat is gewoon belangrijk, wat is mooi meegenomen: wat wil de gemeente met de geïnventariseerde waarden? Waarom bescherm je, om beschadiging of ontsiering te voorkomen? Hoe wil je omgaan met zichtlijnen in de wetenschap dat dat iets anders is dan openheid?
Omdat het uiteindelijk gaat om de vraag hoe je dit allemaal in de ‘regel-driehoek’ van het Omgevingsplan toepast is het goed ook in deze fase al een jurist (-/planoloog) mee te laten kijken.
In deze analyse-fase kun je als gemeente ook een omschrijving geven van wat je wel wilt hebben: bv. als woningen in een coulisselandschap worden toegestaan: schrijf dan op dat je de coulisse wilt blijven zien, etc.
In de analyse-fase kan een bredere groep stakeholders worden betrokken. Denk daarbij aan experts van lokale of regionale stichtingen die gespecialiseerd zijn in erfgoed, archeologie, landschap en/of omgevingskwaliteit. Daarnaast maatschappelijke organisaties, grondeigenaren, bewoners en andere betrokkenen mee laten denken over de kwaliteiten en waarde van het betreffende cultuurlandschap.
Regels formuleren
Er is bepaald wát er precies beschermd moet worden en welke activiteiten daarbij meer of minder wenselijk worden geacht. Er is vastgesteld of hiervoor een meldingsplicht of vergunningplicht zal worden opgenomen. Ook is duidelijk onder welke voorwaarden bepaalde activiteiten wel of niet kunnen worden toegestaan.
In de fase van het formuleren van regels voor het omgevingsplan moet je vooral praktisch zijn. Uiteraard zijn hierbij een jurist en een planoloog nodig, verder is het handig om medewerkers te raadplegen die betrokken zijn bij de vergunningverlening. Daarnaast kan het nuttig zijn een commissielid mee te laten kijken.
Stappenplan pilot
Voor elke pilot kunnen de volgende basisstappen worden genomen:
Stap 1: Voorbereiden
De eerste stap is het goed definiëren van het type cultuurlandschap dat beschermd gaat worden en waarvoor regels opgenomen moeten worden. Het definiëren en afbakenen beperkt zich tot een korte beschrijving van de typering van het cultuurlandschap en de aanleiding voor het aanwijzen tot een beschermd cultuurlandschap. Het vormt een belangrijk vetrekpunt voor de verdere uitvoering van de pilot. Nadere informatie hierover vind je in paragraaf Voortraject en randvoorwaarden pilot.
Aan de hand van de voorgestelde methodiek stel je vervolgens een plan van aanpak op voor de betreffende pilot. Maak de hoofdvraag en eventuele deelvragen scherp. Beschrijf ook wat je als gewenst resultaat wilt opleveren en bepaal vooraf op welke concrete punten je gaat evalueren.
Stap 2: Inventariseren
Advies is om de basis goed op orde te hebben voordat je aan de pilots begint. Dat begint met het verzamelen van de belangrijkste informatie. Het heeft de aanbeveling om deze stap in nauwe samenwerking met de provincie en/of gemeente(n) uit te voeren.
Geef inzicht in de aanwezige kernkwaliteiten en (mogelijke) gebiedsbegrenzing. Uitgangspunt is dat de kernkwaliteiten van het cultuurlandschap in eerder fase al onderzocht en beschreven zijn. Als blijkt dat de kernkwaliteiten en de begrenzing van het gebied nog niet concreet zijn, zijn de volgende opties voor de pilot mogelijk:
- Creëer indien nodig een tussenstap om te komen tot concretisering van de kwaliteiten en gebiedsbegrenzing.
- Bepaal in samenspraak met provincie en gemeente(n) een aantal concrete kernkwaliteiten en zorg ervoor dat de gebiedsbegrenzing is bepaald voor je verder gaat. Bestaande informatie zoals (digitale) provinciale en gemeentelijke erfgoedkaarten en kwaliteitsgidsen kunnen daarbij helpen.
Maak ook een overzicht van het bestaand beleid en de mogelijke activiteiten. In de bijlage is een overzicht opgenomen van activiteiten die later ook in de werkplaats (onder stap 3) ingezet kunnen worden. Vaak zijn er al beleidsdocumenten beschikbaar zoals een beleidsnota, verordening of omgevingsplan die betrekking hebben op het cultuurlandschap. Deze documenten geven vaak ook inzicht in de mogelijke opgaven en activiteiten die kunnen plaatsvinden in het cultuurlandschap. Opgaven kunnen betrekking hebben op wonen, klimaat-adaptatie, verduurzaming, recreatie et cetera.
Een activiteit is een fysieke ingreep door menselijk handelen dat gevolgen heeft voor het cultuurlandschap. Denk bijvoorbeeld aan bouwen, slopen, ophogen, aanleggen, dempen, planten en kappen.
De provinciale omgevingsverordening en het (tijdelijke) omgevingsplan en eventuele andere verordeningen of beleidsregels geven aan onder welke voorwaarden bepaalde activiteiten nu worden toegestaan. Dit is nodig voor de werkplaats.
Tenslotte kun je in deze fase de verschillende actoren inventariseren. Elk cultuurlandschap heeft verschillende betrokken actoren variërend van bestuurders, beleidsmakers, belangenorganisaties, eigenaren, initiatiefnemers, omwonenden et cetera. Door de actoren in beeld te krijgen kan inzichtelijk worden gemaakt wie wanneer betrokken was of wordt bij de verschillende participatiemomenten. Zie ook Wie betrek je bij het opstellen van regels voor cultuurlandschappen en wanneer?
Stap 3: Uitvoeren
Maak een procesontwerp voor de betreffende pilot en een programma voor een werkplaats. Indien nodig heb je vooraf 1-op-1 gesprekken met sleutelfiguren. Je doorloopt het proces met als belangrijk moment de werkplaats. Deze werkplaats is bedoeld om met experts en betrokkenen in gesprek te gaan over de activiteiten die in het gebied kunnen plaatsvinden en de voorbeeldregels voor in het omgevingsplan. Zie ook Werkplaats.
Stap 4: Opleveren
Het resultaat bestaat in ieder geval uit twee onderdelen:
- Beeldend verslag met aanbevelingen voor de betrokkenen van de werkplaats. Waaronder in ieder geval de gemeente(n) die het omgevingsplan gaa(t)(n) opstellen.
- Een advies aan de RCE over het aanscherpen van de voor-beeldregels aan de hand van de concrete casus.
Stap 5: Evalueren
In de laatste stap evalueer je samen met de RCE en de betrokken overheden de pilot. Deze evaluatie heeft betrekking op de methode, het proces en de resultaten. De geleerde lessen neemt elke betrokken organisatie mee.
Werkplaats
Doel
In stap 3 van de methodiek wordt een werkplaats voorgesteld. De werkplaats is een manier om met elkaar in gesprek te gaan over het te beschermen cultuurlandschap, de activiteiten die op het landschap afkomen en de regels die kunnen worden opgenomen in het omgevingsplan om het cultuurlandschap te beschermen.
Het is belangrijk dat je hierbij verschillende gemeentelijke disciplines aan tafel hebt, zodat ambtenaren RO, erfgoed, landschap en (plan)juristen samen het gesprek kunnen voeren vanuit de verschillende perspectieven om te komen tot een wenselijke en realistische bescherming van het cultuurlandschap.
Het doel van de werkplaats is tweeledig:
- Het verkennen van de mogelijkheden om het cultuurlandschap op te nemen in het omgevingsplan.
- Het testen van de bruikbaarheid van de voorbeeldregels voor het opstellen van omgevingsplanregels voor cultuurlandschappen.
Vorm
De werkplaats neemt ongeveer 3 uur de tijd in beslag. Met een kaart van het cultuurlandschap met de gebiedsbepaling en de kwaliteiten op tafel worden activiteiten geïntroduceerd en besproken die van invloed kunnen zijn op de kwaliteiten. Vervolgens wordt besproken welke bescherming nodig is en welke regels daarbij passen. Tot slot wordt een vertaalslag gemaakt naar het omgevingsplan.
Deelnemers van de werkplaats bestaan uit:
- Ambtenaren RO, erfgoed, landschap en (plan)juristen van de provincie en gemeente(n)
- Adviseurs van lokale of provinciale organisaties met expertise op het gebied van erfgoed, landschap en omgevingskwaliteit
- Adviseurs van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
Programma
Het programma bestaat in hoofdlijnen uit:
1. Een cultuurlandschap: wat is dat eigenlijk? (45 minuten)
Doel: Opwarmen, kennismaken en samen betekenis geven aan het cultuurlandschap. Wat verstaan we daaronder? Om welk cultuurlandschap gaat het hier en waarom is het de moeite waard dit te beschermen?
Stappen:
- Korte toelichting op het programma.
- Het kiezen van een beeld van het betreffende cultuurlandschap.
- De gespreksleider vraagt de deelnemers zich voor te stellen aan de groep. Deelnemers zeggen hun naam, de organisatie waarvoor ze werken en leggen uit waarom ze dit beeld hebben gekozen. Belangrijk: geen discussie laten ontstaan, maar het rondje afmaken.
Nodig:
- Kaart op tafel met de gebiedsbepaling en kernkwaliteiten van het cultuurlandschap.
- Foto’s van het cultuurlandschap met de (in een eerdere fase bepaalde) kernkwaliteiten.
2. Waarderen van het cultuurlandschap? (45 minuten)
Doel: Eens worden over de kernkwaliteiten en samen bepalen welke kernkwaliteiten prioriteit hebben.
Stappen:
- De kaart met kernkwaliteiten ligt op tafel.
- De gespreksleider vraagt de deelnemers welke kernkwaliteiten en waarden in ieder geval beschermd moeten worden en waarom. Vervolgens wordt samen geprioriteerd.
- Optioneel: De gespreksleider vraagt of dit de kernkwaliteiten zijn of dat er meer kernkwaliteiten in dit gebied een belangrijke rol spelen (denk aan natuurwaarden, recreatieve of culturele waarden).
Nodig:
- Kaart op tafel met de gebiedsbepaling en kernkwaliteiten van het cultuurlandschap.
- Een vel met titel: ‘te beschermen waarden en kwaliteiten’.
3. Welke ingrepen hebben invloed op de kernkwaliteiten? (45 min)
Doel: Gezamenlijk inzicht krijgen in de opgaven en activiteiten die van invloed zijn op het cultuurlandschap. Bepalen waartegen je het cultuurlandschap wilt beschermen.
Stappen:
- De gespreksleider deelt aan twee- of drietallen de kaartjes met activiteiten uit.
- Vervolgens worden de activiteiten door de groepjes geordend in het overzicht type omgevingsplanregels. Als er activiteiten zijn die niet voorkomen in het gebied kun je deze op een stapeltje apart leggen. Hiervoor hoef je ook niets te regelen.
- Tot slot wordt door alle deelnemers samen het overzicht compleet gemaakt. Dus: welke activiteiten horen bij welk type omgevingsplanregels.
- De vraag die op tafel komt is: hoe wil je dit regelen?
Nodig:
- Overzicht met type omgevingsplanregels (zie bijlage 1).
- Kaartjes met activiteiten.
- Optioneel (online) kaart van het bestemmingsplan/omgevingsplan met een beknopt overzicht van de belangrijkste regels voor het gebied.
Download de Kaartjes met activiteiten
4. Hoe bescherm je het cultuurlandschap zonder het op slot te zetten? (30 min)
Doel: Samen bepalen hoe je het cultuurlandschap wilt beschermen en welke omgevingsplanregels daarbij passen.
Stappen:
- De voorbeeldregels worden kort toegelicht (en gekoppeld aan de piramide)
- De gespreksleider vraagt de deelnemers nog eens goed naar het overzicht van stap 3 te kijken. De vraag die centraal staat is: Hoe kun je het cultuurlandschap beschermen zonder het op slot te zetten?
- De gespreksleider vraagt de deelnemers wat ze van de voorbeeldregels vinden. Welke voorbeeldregels kunnen behulpzaam zijn bij het beschermen van het cultuurlandschap? Welke voorwaarden (beoordelingsregels) wil je opnemen als je de activiteit wil toestaan?
- Is het nodig om de voorbeeldregels aan te passen om deze op te kunnen nemen in het omgevingsplan?
Nodig:
- Resultaat van stap 3.
- Korte presentatie van de voorbeeldregels.
5. Concluderen en evalueren (15 min)
Doel: Samen bepalen of het cultuurlandschap nu voldoende beschermd wordt en wat verder nodig is.
Met deze stap wordt het resultaat van stap 4 besproken in relatie tot de voorbeeldregels. Waarmee kunnen de voorbeeldregels eventueel aangescherpt of aangevuld worden?
Stappen:
- De gespreksleider vraagt de deelnemers of zij vertrouwen op voldoende bescherming voor het cultuurlandschap en waarom.
- De gespreksleider vraagt de deelnemers of zij de voorbeeldregels van de RCE behulpzaam vinden om het cultuurlandschap te beschermen en waar eventueel nog aanvulling nodig is.
- Maak hiervoor een rondje langs alle deelnemers en laat niet meer te veel discussie ontstaan.
Nodig:
- Leeg vel/flipover en stiften.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 18 feb 2025 om 16:32.