Panorama Landschap - Oldambt
Introductie
De regio Oldambt heeft een grootschalig, open landschap in ingepolderd zeekleigebied van de Dollard. Boerderijen liggen als groene oases in het landschap. Oldambt staat bekend als De Graanrepubliek.
Deze regiobeschrijving maakt deel uit van Panorama Landschap - Karakterisering van het Nederlandse landschap in 78 regio’s.
Op de interactieve kaart van Panorama Landschap zijn alle regio's terug te vinden.
Op de interactieve kaart van Panorama Landschap zijn alle regio's terug te vinden.
Karakteristiek
Het Oldambt is het gebied ten zuiden van de Dollard. Het is een agrarische regio die bestaat uit een grootschalig, vruchtbaar en open akkerbouwgebied. Het staat bekend om zijn weidse vergezichten, monumentale boerderijen én schrijnende armoede in het verleden. Het grootste deel van de regio wordt ingenomen door het ingepolderde zeekleigebied van de Dollard; in het noordwesten ligt het wierdengebied van Woldendorp, Borgsweer en Termunten. Winschoten is de grootste nederzetting.
Het Oldambt is landschappelijk in tweeën te delen. Het Klei-Oldambt is een wierdenlandschap, dat bestaat uit dorpen op de voormalige oeverwal van de Eems. Het Wold-Oldambt is een landschap dat grotendeels bestaat uit (jongere) zeekleipolders met streekdorpen. Het polderland wordt omringd door een krans van keileemen dekzandruggen, waarop de streek- of wegdorpen liggen.
Aan de achterzijde worden deze wegdorpen begrensd door een ontgonnen veen- en dekzandvlakte met onregelmatige verspreide bebouwing en straatnederzettingen. In de oudere polders vinden we wegdorpen op de klei (Hamdijk, Nieuw-Beerta, Nieuw-Scheemda, Nieuwolda); de jongste polders kenmerken zich door een dijkenlandschap met verspreide bebouwing langs doorgaande wegen en dijkdorpen aan de rand. Centraal door het gebied liggen de keileem- en dekzandgronden van het schiereiland van Winschoten. In de loop van de late middeleeuwen traden verschillende stormvloeden op die de zeeboezem hebben gevormd en vergroot. De Dollard had aan het begin van de 16de eeuw zijn grootste omvang. Vanaf het einde van de 16de eeuw ging de mens het verloren terrein heroveren. Telkens werden nieuwe opgeslibde kwelders van een dijk voorzien en als schillen aan het bestaande vasteland toegevoegd, waarmee de oude dijk van een zeedijk in een slaperdijk veranderde. Dijken zijn van verre te zien en vormen karakteristieke herkenningspunten. De regio kent een eigen ‘Oldambtster’ boerderijtype, vaak omringd met fraaie tuinen.
De snelweg A7 en het spoor, beide lopend van Groningen naar Duitsland, ontsluiten het gebied. Langs de A7 staat het windpark Scheemda (twaalf turbines). Verspreid staan enkele losse turbines. Er zijn plannen voor nieuwe parken in voorbereiding. Er loopt een 380kV hoogspanningsleiding door de regio, alsmede een 110kV leiding. Opvallend element vormt de Blauwe Stad, een grootschalig nieuwbouwproject bij Winschoten.
Ontstaan van het natuurlijke landschap
Pleistoceen
In het huidige landschap van het Oldambt liggen aan de oppervlakte sporen uit het pleistoceen. Het betreft de hogere delen van de regio: het schiereiland van Winschoten, de hoogtes van Ulsda, Wagenborgen en Noord- en Zuidbroek. Dit zijn grondmorenen, ontstaan door opstuwing van landijs. In later tijd is de regio bedekt met zand, dat later is verspoeld of overstroomd. Dekzandruggen liggen bij Muntendam en Meeden en op het schiereiland van Winschoten.
Holoceen
Zo’n 10.000 jaar geleden brak het holoceen aan en vormde zich op grote schaal veen. Uiteindelijk ontstond het grootste veengebied van Europa, het Boertanger Veen, dat ook het Oldambt bedekte. De afwatering vond plaats via tal van riviertjes, waaronder de Tjamme en de Reider Aa richting de Eems, waar zich oeverwallen vormden. Door ontginningen vanuit die oeverwallen daalde de bodem, waardoor inbraken vanuit zee konden plaatsvinden. Hierop ontstond in de 14de eeuw de Dollard. Het schiereiland van Winschoten verdeelde deze in een westelijke en oostelijke boezem (het Reiderland). Vanaf de 16de eeuw werd het verloren gegane land geleidelijk weer heroverd en ingepolderd. De bodem bestaat sindsdien uit zeeklei. Het verloop van de inpolderingen is op de figuur is te zien. De noordelijke polders liggen hoger dan de zuidelijke als gevolg van doorgaande opslibbing.
Landschappenkaart
Op de archeologische landschappenkaart behoort de regio tot de volgende landschappen: Jonge zeeinbraken (met daarbinnen kwelders en kwelder- en kreekruggen), Fries-Gronings kleigebied (met kwelders, kwelder- en kreekruggen en veenvlakten), Keileemgebied (met keileemruggen, dekzand en keileemvlakten) en Noordelijk zandgebied (met veenvlakten, dekzandvlakten en dekzandlaagtes).
Bewoningsgeschiedenis
Prehistorie
De oudste sporen dateren uit de jonge steentijd en bestaan uit stenen bijlen die gevonden zijn bij Finsterwolde. Uit de bronstijd stamt een urnenveld (begraafplaats), opgegraven te Zuidbroek. Nadien was bewoning waarschijnlijk niet meer mogelijk door uitbreiding van het veenmoeras. Op de zuidelijke oeverwal van de Eems kon wel worden gewoond. Deze oeverwal bevatte een lange reeks nederzettingen en terpen, die in het Dollard verdwenen zijn. Op de Punt van Reide zijn nog (onbewoonde) restanten van terpen aanwezig, waaronder die van Heveskesklooster. Deze terp heeft een aantal bewoningsperioden gekend tussen de 1ste en de 15de eeuw. Onder de terp werden in 1982 geheel onverwachts de resten van een hunebed uit ongeveer 3400 v.Chr. ontdekt.
Dat bevond zich op een uitloper van de Hondsrug, die later is afgedekt door lagen klei en veen.
Middeleeuwen en nieuwe tijd
Vanaf de 7de eeuw nam de bewoning in het Oldambt toe en lagen nederzettingen zowel op de terpen langs de Eems als op de boven het veen uitstekende zand- en keileemruggen. De onregelmatige blokverkaveling bij Winschoten en Heiligerlee is een aanwijzing voor ontginning in de Karolingische tijd. Vanaf deze nederzettingen werd het veengebied in gebruik genomen. Het veen, dat aanvankelijk relatief hoog lag, klonk in door de ontwatering en het agrarisch gebruik. Na enige eeuwen voortgaand gebruik en bodemdaling trad er steeds vaker wateroverlast op. Na verloop van tijd, waarschijnlijk vanaf de 14de eeuw, brak de zee de oeverwal van de Eems door en ontstond de Dollard die door de rug van Winschoten in een oostelijke en een westelijke helft werd verdeeld. De hele 15de eeuw trad landverlies op, vooral in het Reiderland. Aan het einde van de 16de eeuw begon de mens het verloren gegane land terug te winnen.
In het begin van de 16de eeuw bereikte de Dollard zijn grootste omvang. Een aantal nederzettingen, zowel op terpen als in het veengebied, werd verlaten en verdween in de golven.
Sommige dorpen werden verplaatst naar de hoger gelegen zandruggen. Hierdoor ontstonden de dorpenreeksen Scheemda-Midwolda-Oostwold-Finsterwolde en Meeden-Westerlee-Heiligerlee-Winschoten-Beerta.
Vanaf het eind van de 16de eeuw startte de bedijking van opgeslibde kwelders. Bij de oudste inpolderingen hebben kloosters een actieve rol gespeeld, zoals het klooster te Heiligerlee en dat van het verdwenen dorp Mentenwolde. In 1597 werd de polder Scheemderzwaag bedijkt. Vervolgens werden in de westelijke Dollardboezem bedijkt: aanwassen van Midwolda en Scheemda (1626), eerste Midwolderpolder (1675), tweede Midwolderpolder (1701), Oostwolderpolder (1769), Finsterwolderpolder (1819), de Reiderwolderpolders (1862 en 1874), Johannes Kerkhovenpolder (1878) en ten slotte Carel Coenraadpolder in 1925. De oudste inpolderingen – in het gebied ten zuiden en oosten van Winschoten en Beerta – dateren van vóór 1550. De Kroonpolder is ingepolderd in 1696, de Stadspolder in 1740. De oudere polders hadden een opstrekkende verkaveling die aansloot bij de oorspronkelijke perceelsgrenzen. De 19de eeuwse polders hadden een modern-rationele verkaveling. Vanuit de dorpen werden satellietdorpen gesticht, zoals Nieuw Scheemda, Nieuwolda en Nieuw Beerta. In de Johannes Kerkhovenpolder zijn niet hoog opgeslibde kwelders bedijkt, maar wat lager gelegen natte slikken. In de slaperdijk bevindt zich een dijkcoupure voor de ontsluitingsweg. Het buitendijkse brakwater-getijdengebied van de Dollard is een beschermd natuurmonument. De zogenaamde Punt van Reide vormt een markant punt.
De voortgaande bedijkingen zorgden voor problemen in de afwatering van de oudere Dollardpolders. Belangrijke afvoerkanalen waren het Termunterzijldiep (1601), dat uitwaterde bij Termunterzijl, waar in de 13de eeuw een uitwateringssluis in het oude riviertje de Munte lag, en de Westerwoldsche Aa.
De uitwateringssluis in dit laatste water is steeds verder naar het noorden verschoven: in 1545 lag het bij Oudeschans, in 1628 bij Nieuweschans, omstreeks 1700 bij Oud Statenzijl en in 1877 werd ten slotte het Nieuwe Statenzijl gebouwd. Tegenwoordig slaan moderne gemalen het water uit.
Landbouw
Het Oldambt is al lange tijd een akkerbouwgebied, met een hoofdrol voor graan. Op de zandgronden werd ook gerst, rogge, bonen en aardappels verbouwd. De vruchtbaarheid van de van nature arme gronden werd vergroot door het opbrengen van mest, door klei uit de ondergrond op te graven, door slib uit het Dollardgebied aan te voeren en door oude dijken af te graven.
Het Oldambt ontwikkelde zich rond 1900 tot één van de meest vooruitstrevende akkerbouwgebieden van Europa. Dit leidde tot scherpe contrasten tussen de rijke boeren en de arme landarbeiders, die door de mechanisatie steeds meer banen zagen verdwijnen. Oost-Groningen werd een communistisch bolwerk, zoals duidelijk tot uiting komt in de naam Hamer- en Sikkellaan bij Nieuw Beerta.
De specialisatie in de akkerbouw leidde tot een apart boerderijtype. De Oldambtster boerderij heeft een nok, die niet onderbroken wordt over het woongedeelte. De gevel aan de zijkant gaat sprongsgewijs omhoog. De status van de boerderij en zijn bewoners werd tot uitdrukking gebracht door een groot aantal ramen, een stoep en een fraai aangelegde tuin. In een aantal gevallen werd een geheel nieuw voorhuis gebouwd in uiterst moderne stijl. Net als bij buitenplaatsen zijn rondom de boerderijen tuinen aangelegd.
Recente ontwikkelingen
De schaalvergroting in de landbouw en de Europese landbouwpolitiek drukten in de 20ste eeuw hun stempel op het gebied. In het beleid van Europa (onder invloed van Sicco Mansholt, kind van het gebied) stond vergroting van de voedselproductie voorop. Ruilverkavelingen en nadien de Herinrichting Oost-Groningen (HOG) veranderden het landschap van het Oldambt op een drastische manier. De projecten hadden vooral als doel de landbouwkundige situatie en de arbeidsomstandigheden te verbeteren en te zorgen en opbrengstmaximalisering.
De waterhuishouding werd aangepast, de onregelmatige kleinschalige verkaveling getransformeerd in een modern-rationele inrichting, hoogteverschillen geëgaliseerd en nieuwe boerderijen gebouwd. De bewoningsvorm in het buitengebied is niet aangetast; de nieuwe boerderijen voegen zich in het landschap. Bij de bestaande boerderijen in de dorpen trad veel leegstand op, soms werden de enorme schuren afgebroken, overbodig geworden door de rechtstreekse afvoer van akkerbouwproducten. In de Dollardpolders was van zuid naar noord een verandering te zien van smalle, strookvormige percelering naar modern-rationele verkaveling. Op veel plaatsen is uiteindelijk een andere kavelrichting aangebracht. In het terpengebied heeft de percelering de belangrijkste kenmerken behouden. Na de ruilverkavelingen vond in de regio de Herverkaveling Oost-Groningen plaats, waarmee opnieuw flinke delen op de schop gingen. Dit speelde ook buiten de regio.
Ruilverkaveling | Oppervlak (ha) | Periode | % in regio |
---|---|---|---|
Vriescheloo | 3083 | 1978 - 1990 | 26,1% |
Nieuw-Scheemda/td> | 11484 | 1971 - 1986 | 80,6% |
Woldendorp | 3568 | 1967 - 1977 | 98,6% |
Blijham-Bellingwolde | 4331 | 1955 - 1971 | 99,8% |
Meeden-Scheemda | 3621 | 1967 - 1976 | 99,9% |
Nieuwolda | 96 | 1948 - 1957 | 100,0% |
De Veenbouwten | 809 | 1960 - 1971 | 100,0% |
Beerta | 6204 | 1974 - 1986 | 100,0% |
Pekela’s1 | 6630 | 1985 - 2004 | 9,3% |
Oude Veenkolonien1 | 20326 | 1988 - x | 15,3% |
Westerwold1 | 32402 | 1993 - 2011 | 19,1% |
Oldambt2 | 31760 | 1999 - 2008 | 89,6% |
Oldambt1 | 30794 | 1990 - 2008 | 90,4% |
1. Herinrichting Oost-Groningen
2. Herverkaveling met een administratief karakter
2. Herverkaveling met een administratief karakter
Landschapselementen en oude dijken zijn opgeruimd, behalve de Landschapselementen en oude dijken zijn opgeruimd, behalve de Reiderwolderpolderdijk, de Egyptische dijk en de Kwelderdijk. Verspreid in het gebied liggen nog wel enkele doorbraakkolken. Omdat er van de bijbehorende dijken niets meer te zien is, komen deze meertjes wat vreemd over.
De afgelopen decennia deden andere vormen van landbouw, zoals varkensmesterijen en glastuinbouw, hun intrede. Het Oldambt kreeg landelijke aandacht met de ontwikkeling van de ‘Blauwe Stad’, een nieuw stedelijk woonmilieu, gecreëerd rondom het nieuw aangelegde Oldambtmeer, gesitueerd in een voormalig veengebied. Dit project was bedoeld als een stimulans voor de leefbaarheid van de streek, maar de groei is ver achtergebleven bij de aanvankelijke verwachting. De dorpen in het Oldambt hebben over het algemeen hun historische karakter goed behouden.
Ze zijn in het open landschap van verre te herkennen aan hun markante silhouetten met kerken en kerkhoven. Enkele hebben de status van beschermd dorpsgezicht (Bad Nieuweschans, Bellingwolde, Nieuw-Beerta, Oostwold, Oudeschans, Termunterzijl). Borgsweer is als dorpswierde beschermd. Winschoten is na de Tweede Wereldoorlog flink uitgegroeid. Het dorp Heiligerlee en verschillende buurtschappen zijn binnen het stedelijke gebied komen te liggen.
Specifieke thema’s
Nederzettingen
Winschoten (18.000 inwoners) is als streekdorp in de 12de eeuw ontstaan. Behalve de landbouw ontwikkelde ook de handel zich in het dorp, omdat verschillende verkeersroutes bij elkaar kwamen: de oude landweg tussen Groningen en Duitsland en de rivier de Rensel. In 1593 werd Winschoten versterkt met een wal, verschillende bastions en drie poorten. Met de aanleg van het Winschoterdiep (1637) kreeg Winschoten een impuls. Het veen uit de Groninger Veenkoloniën werd via Winschoten naar Groningen afgevoerd. Er ontstonden verschillende vormen van bedrijvigheid, waaronder veel scheepswerven. In de loop van de 19de en het begin van de 20ste eeuw groeide de kern, onder meer door de komst van de Noord-Nederlandse Machinefabriek die voor werkgelegenheid zorgde. Omliggende buurschappen als Molenhorn en de Garst gingen op in de stedelijke bebouwing.
Na 1945 breidde de stad zich verder uit. Dat gebeurde in concentrische ringen rondom de stad. Vanaf de jaren 1970 ging de uitbreiding eerst in noordelijke richting, later meer in oostelijke richting, waar ook een ringweg werd aangelegd. Vanaf 1990 verrezen uitgestrekte nieuwbouwwijken en industrieterreinen, in het bijzonder langs de A7. De stad heeft een regionaal verzorgende functie.
Defensie
De eerste slag uit de Tachtigjarige Oorlog is in 1568 uitgevochten bij Heiligerlee, nabij Winschoten. Er staat een monument voor Adolf van Nassau, broer van Willem van Oranje, die toen het leven verloor.
Op een strategische plaats, tussen de uitgestrekte moerassen van het Boertanger veen en de Dollard, werd in 1593 de vesting Oudeschans gesticht, als opvolger van de iets noordelijker gelegen Booneschans. Door de voortgaande bedijkingen in het Dollardgebied moest in 1628 een nieuwe vesting worden gebouwd: de Langakker- of Nieuweschans. Aan het einde van de 18de eeuw raakte Oudeschans als vestingplaats in verval en werd in 1814 opgeheven. Nieuweschans verloor zijn verdedigingsfunctie in 1882. De vestingwerken werden voor een deel verwijderd. Inmiddels geniet het dorp vooral bekendheid als kuuroord ‘Bad Nieuweschans’. In Oudeschans zijn de verdedigingswerken deels hersteld. Oude- en Nieuweschans zijn beschermde dorpsgezichten.
Buitenplaatsen
Het Oldambt kende vroeger een aantal buitenplaatsen, meestal gesticht door leden van het Groningse stadspatriciaat. De Ennemaborg in Midwolda (gebouwd tussen 1681 en 1695) is bewaard gebleven. Het vormt het centrum van het Midwolderbos, een 19de eeuws productiebos, dat door het Groninger Landschap is omgevormd tot natuurlijk bos. Van het Waarschip in ‘t Waar is het borgterrein bewaard.
Literatuurlijst
- Blijham, G., en O.S. Knottnerus, 2000. Het Oldambt: Mensen en landschap door de eeuwen heen, deel 2: Het Oldambtster landschap. Scheemda.
- Hacquebord, L., & A.L. Hempenius 1990: Groninger dijken op deltahoogte. Groningen.
- Elerie, J.H.N., et al. (red.), 1992. Dollardzijlvest, gepeild en aangekaart: Een kartografische kijk op de geschiedenis van land en water in het oosten van Groningen en Drenthe. Groningen.
- Elerie, J.H.N., en P.C.M. Hoppenbrouwers (red.), 1991. Het Oldambt deel 2: Nieuwe visies op geschiedenis en actuele problemen. Groningen.
- Groenendijk, H., en R. Bärenfänger, 2008. Gelaagd landschap: Veenkolonisten en kleiboeren in het Dollardgebied (Archeologie in Groningen, dl. 5). Bedum.
- Koers, J., et al. (red.), 2008. Canon van het Oldambt, uitg. door Cultuurhistorisch Centrum Oldambt. Winschoten.
- Schroor, M. en J. Meijering, 2007. Golden Raand. Landschappen van Groningen. Assen.
Structuurdragers
Landschapsvormende functie | Elementen en structuren in het huidige landschap - Oldambt |
---|---|
Algemeen | Grootschalig, open akkerbouwgebied in zeekleipolders Dollard |
Landbouw en natuur | Akkerbouw in polders met resten opstrekkende verkaveling (Dollardpolders) en delen met kleinschalige verkaveling - Na uitvoering ruilverkavelingen flink vergroot |
Bosbouw | Wagenborgerbos |
Wonen | Winschoten - Blauwe Stad |
Lintdorpen, bv Scheemda, Bellingwolde, Beerta | |
Terpen en terpdorpen Termunten, Borgsweer, Woldendorp | |
Dijkdorpen, bv Drieborg, Hongerige Wolf | |
Oldambster boerderijen door hele regio - Sommige met fraaie boerentuinen |
|
Verspreide arbeiderswoningen | |
Waterstaat | Oldambtmeer |
Pekel Aa | |
Westerwoldse Aa | |
Termunterzijldiep | |
Boezemkanaal/Hoofdkanaal | |
Afwateringskanaal | |
Opeenvolgende inpolderingen Dollard met ieder eigen bedijkingen (slaperdijken/dijkrestanten) | |
Sluizen Termunterzijl | |
Dollarddijk | |
Dollarddijk | |
Wielen in het landschap | |
Nieuw Statenzijl | |
Punt van Reide | |
Coupure Carel Conraadpolder (kunstwerk) | |
Defensie | Vesting Oudeschans |
Vesting Nieuwschans | |
Luchtwachttoren Winschoten | |
Resten Eemslinie | |
Resten Atlantikwall | |
Delfstoffenwinning | Aardgasstations verspreid door regio |
Verkeer | A7, N33, N362 |
Spoorlijn Groningen – Winschoten – Nieuweschans | |
Verenigd of B.L.-Tijdenskanaal | |
Winschoterdiep | |
Landgoederen en buitenplaatsen | Ennemaborg met Midwolderbos |
Over Panorama Landschap
Panorama Landschap beschrijft het karakter van het Nederlandse landschap in 78 regio’s en biedt hiermee inspiratie voor ruimtelijke ontwikkelingen. Panorama Landschap geeft voor heel Nederland -in 78 regio’s en een apart artikel over de grote wateren- een korte karakterschets van de geschiedenis van het landschap, vanuit het perspectief van eeuwenlange veranderingen. Deze landschapskarakteriseringen bevatten geen waardering voor het landschappelijke erfgoed, of een uitputtende inventarisatie van allerlei elementen en patronen. Het zijn kleine biografieën, gericht op de genese (wordingsgeschiedenis) van het landschap: van de prehistorie tot het heden.
Tekst: Edwin Raap. Foto’s: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, tenzij anders vermeld.
Aan dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend.
- Printversie (pdf)
Zie ook
ArtikelenHoort bij deze thema'sSpecialist(en)
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 10 jan 2023 om 04:06.