Particuliere begraafplaatsen in Nederland
Introductie
Volgens de Wet op de lijkbezorging kent Nederland twee typen begraafplaatsen: gemeentelijke en bijzondere. Dat zegt maar heel weinig over hoe die begraafplaatsen eruit zien. Met een verwijzing naar gezindte, eigendom of status wordt al meer duidelijk. Zo zijn er bijvoorbeeld gemeentelijke begraafplaatsen, protestantse of hervormde begraafplaatsen, katholieke begraafplaatsen, joodse begraafplaatsen, particuliere begraafplaatsen, oorlogsbegraafplaatsen en natuurbegraafplaatsen. Al deze begraafplaatsen hebben zo hun kenmerken. Particuliere begraafplaatsen kenden in het verleden een geheel eigen karakter, maar de afgelopen decennia is daar veel verandering in gekomen. Waren het voorheen vooral kleine familiebegraafplaatsen of een enkel bedrijf dat een eigen begraafplaats exploiteerde, tegenwoordig zijn er steeds meer stichtingen en andere organisaties die een particuliere begraafplaats beheren.
Kenmerken
De opkomst van particuliere begraafplaatsen vindt zijn oorsprong in de achttiende eeuw. Terwijl de meeste kerkhoven en begraafplaatsen in handen waren van kerkgenootschappen, stichtten adellijke lieden of rijke burgers een enkele keer een begraafplaats op eigen grond of een gezamenlijk initiatief leidde tot de aanleg van een begraafplaats, zoals Ter Navolging bij Scheveningen. Een deel van dat soort begraafplaatsen is inmiddels verdwenen of opgenomen in een gemeentelijke of kerkelijke begraafplaats. De reden voor families om een eigen begraafplaats aan te leggen waren vaak gelegen in veranderende opvattingen inzake geloof of politiek. Zie Afb. 1. Een enkele keer bracht ook de grote afstand tot een kerk, families ertoe om een eigen begraafplaats aan te leggen. Een grote toename in particuliere begraafplaatsen ontstond na 1829.
Het feit dat adellijke families niet meer gebruik mochten maken van hun grafkelder in de kerk, betekende dat ze elders nieuwe graven moesten zoeken. Veel families vonden de voorgestelde locaties op de nieuwe gemeentelijke begraafplaats niet representatief genoeg en zochten daarom een alternatief. Bij landhuizen, kastelen of bij boerderijen zijn in die tijd verschillende grafkelders of kleine begraafplaatsen aangelegd, bedoeld om daar familieleden een laatste rustplaats te geven. Ook na het afkondigen van de Begrafeniswet in 1869 konden families eigen begraafplaatsen blijven stichten en dat vond tot ver in de twintigste eeuw regelmatig plaats. Enkele grotere begraafplaatsen kwamen in de twintigste eeuw in handen van bedrijven of stichtingen die zo’n begraafplaats gingen exploiteren. Bekendste voorbeeld daarvan is Oud Eik en Duinen in Den Haag dat al heel lang wordt beheerd door een uitvaartonderneming. Met name de oudere particuliere begraafplaatsen hebben met elkaar gemeen dat ze vaak ver buiten de bebouwing liggen, soms nog bij het oorspronkelijke landgoed maar niet altijd. Zie Afb. 2.
Een kenmerk van de ruim 300 particuliere begraafplaatsen is dat ze in handen zijn van talloze verschillende eigenaren. Een aantal organisaties of stichtingen beheren meerdere begraafplaatsen, zoals de stichting Begraafplaatsen Dantumadiel die een zestal voormalige gemeentelijke begraafplaats telt. Er is ook een aantal uitvaartverenigingen met een eigen begraafplaats waarvan de bekendste Monuta en Yarden zijn.
Voor het gemak wordt hieronder kort ingegaan op de verschillen tussen familiebegraafplaatsen en reguliere particuliere begraafplaatsen.
Familiebegraafplaatsen
Familiebegraafplaatsen worden over het algemeen gekenmerkt door hun geringe omvang, maar ook door het feit dat er vaak sprake is van een grafkelder. Daarmee kozen veel families voor een oplossing die bijzettingen gemakkelijker maakten en waar nodig werd de kelder slechts half in de grond gebouwd, zodat men ruim boven het grondwater bleef. Sommige van die particuliere begraafplaatsen werden opgenomen in een groter plan en waren meestal alleen herkenbaar in dat plan door de toepassing van groenblijvende beplanting zoals hulst, taxus en bijvoorbeeld rododendron maar later ook vaak met coniferen. Opvallend is dat voor de ligging vaak gekozen werd voor een hoek van het landgoed of anders op flinke afstand van het woonhuis. Bij dergelijke familiebegraafplaatsen vinden we geen verdere bebouwing zoals lijkenhuisjes of aula’s.
Reguliere particuliere begraafplaatsen
Veel van de overige particuliere begraafplaatsen verschillen met name in eigenaarschap van gemeentelijke of andersoortige begraafplaatsen. Er zijn uit de negentiende eeuw enkele initiatieven bekend tot aanleg van particuliere begraafplaatsen, zoals Vredenhof in Amsterdam. Om die begraafplaats te kunnen aanleggen werden aandelen uitgegeven die in de jaren daarna tot uitkering kwamen. In de kranten is te volgen hoeveel de begraafplaats opbracht en welke aandeelhouders een uitkering tegemoet konden zien. Ook bij instellingen werden in het verleden wel eigen begraafplaatsen aangelegd, zogenaamde gestichtsbegraafplaats. Zie Afb. 4. Gezien ook het feit dat steeds vaker gemeentelijke begraafplaatsen in stichtingen worden ondergebracht, is er ten aanzien van de kenmerken van deze begraafplaatsen verder weinig specifieks te melden.
Een ontwikkeling op dit gebied vormen de natuurbegraafplaatsen die sinds een tweetal decennia zijn ontstaan in Nederland. Behalve een ontvangstgebouw kennen deze begraafplaatsen meestal weinig andere kenmerkende elementen.
Samenhang met gebouwen?
In Nederland is bijna 35% van alle begraafplaatsen te relateren met een kerkgebouw. Of ze liggen er omheen of er is een kerk in de buurt. Dat is bij particuliere begraafplaatsen nagenoeg niet het geval. Ook niet met andere gebouwen. Het grondplan van de meeste particuliere begraafplaatsen (50%, oftewel bijna 160 begraafplaatsen) is gewoon recht, meestal gelegen binnen een rechthoekig hekwerk. Opvallend is dat zo’n 30% van de particuliere begraafplaatsen (ruim 90 stuks) helemaal geen plattegrond kent. Of die is niet te identificeren of de begrenzing is op geen enkele wijze gedefinieerd. Zo is bij sommige familiebegraafplaatsen alleen de ingang zichtbaar en is niet te herleiden hoe groot het geheel is.
Aan particuliere begraafplaatsen zijn niet echt stijlkenmerken toe te kennen, met dien verstande dat bij de vroeg negentiende-eeuwse grafkelders de uitvoering van elementen wel vaak in een neoclassicistische stijl is uitgevoerd.
De particuliere familiebegraafplaatsen kennen geen klassenindeling. Andere particuliere begraafplaatsen kunnen die wel hebben, maar in veel gevallen waren dergelijke begraafplaatsen al uitsluitend voor de gegoede burgerij. De moderne particuliere begraafplaatsen, zoals de natuurbegraafplaatsen kennen geen klassenindeling.
Grafrust
De meeste familiebegraafplaatsen zijn aangelegd om eeuwigdurende grafrust te kunnen garanderen. Veel families waren bang dat dit op een begraafplaats niet meer het geval zou zijn en haalden daarom oudere graven over naar een nieuwe locatie. In lang niet alle gevallen is dit een goed idee geweest, want stads- en dorpsuitbreidingen zorgden er voor dat sommige particuliere begraafplaatsen al vrij snel opgeruimd werden en de graven overgebracht naar een gemeentelijke of andere begraafplaats. Een uitzondering binnen deze categorie is een aantal begraafplaatsen dat aangelegd is bij instellingen voor psychische of andere zorg. Daar werd in veel gevallen geen graven voor onbepaalde tijd uitgegeven, maar werd in algemene graven voorzien. Dat veel van die begraafplaatsen met graven en al nog steeds bestaan heeft meer te maken met het feit dat dergelijke instellingen deze begraafplaats sloten nadat steeds minder gebruik werd gemaakt van de begraafplaatsen.
Aantallen
Het aantal particuliere begraafplaatsen bedraagt momenteel ruim 300. De oudste dateren uit het laatste kwart van de achttiende eeuw en tot op de dag van vandaag worden particuliere begraafplaatsen aangelegd. Die laatste vaak niet meer voor families, maar meer met een algemeen doel. Veel van die begraafplaatsen betreft natuurbegraafplaatsen, in veel gevallen opgericht door particuliere organisaties of stichtingen met veel grond in bezit. Er treden nog steeds grote verschuivingen op in de aantallen omdat gemeenten soms besluiten hun begraafplaatsen onder te brengen in een particuliere stichting. De meeste particuliere begraafplaatsen vinden we in Gelderland (ruim 22%), gevolgd door Noord-Brabant met ruim 14%. Naar verhouding kent Overijssel de meeste particuliere begraafplaatsen. Daar is ongeveer 1 op de 8 begraafplaatsen in particuliere handen.
Zeker 40% van de particuliere begraafplaatsen is niet meer in gebruik. Sommige begraafplaatsen kunnen niet meer gebruikt worden door hun slechte staat of ligging. Veel van de oudere familiebegraafplaatsen zijn niet meer in gebruik omdat bijvoorbeeld het landgoed waarbij het hoorde niet meer bestaat. Ook komt het voor dat de volgende generatie het idee van een geïsoleerd liggende grafkelder ergens in de bossen niet aantrekkelijk vinden. Zij kiezen liever voor een graf op een reguliere begraafplaats of voor crematie. Er zijn voorts ook nog een achttal particuliere begraafplaatsen geruimd. In veel gevallen zijn dan de kelders leeggehaald en worden die nu alleen nog gebruikt door vleermuizen. Zie Afb. 3.
Beplanting
Particuliere begraafplaatsen kennen geen specifieke beplanting. Waar een familiebegraafplaats onderdeel is van een tuin of landgoed, dan is vaak wel rekening gehouden met een specifieke aanleg en beplanting. Binnen een tuinlandschappelijke aanleg heeft de locatie van de begraafplaats vaak een afwijkende beplanting met meestal groenblijvende beplanting. Er kan met behulp van taxus, conifeer, hulst een rand gemaakt zijn rondom of juist in de vorm van een laan naar de grafkelder. In veel gevallen is de oorspronkelijke beplanting meestal niet meer te herleiden. Bomen die te dicht op een grafkelder waren geplant, werden meestal al snel verwijderd omdat deze anders schade konden veroorzaken. Het gebruik van groenblijvende beplanting kan twee betekenissen hebben. Enerzijds symbolisch omdat veel groenblijvende planten verwijzen naar het eeuwige leven, anderzijds is een dergelijke beplanting vaak praktisch om de begraafplaats in alle jaargetijden aan het oog van derden te onttrekken.
Onderhoud
Sommige particuliere begraafplaatsen, zeker die in handen van een stichting, worden zeer goed onderhouden. De meeste echter verkeren alleen in goede staat als ze nog in gebruik zijn. Wanneer ze onderdeel uitmaken van een tuin die nog wordt onderhouden, dan valt de onderhoudsstaat vaak nog wel mee. In andere gevallen is veelal sprake van overwoekering en verval. In weinig gevallen zijn vrijwilligers betrokken bij het onderhoud, met enkele uitzonderingen. Dat kan zijn wanneer de particuliere begraafplaats beschermd is als onderdeel van een groter geheel. Veel particuliere begraafplaatsen liggen op eigen terrein en zijn alleen na afspraak te bezoeken. Sommige zijn onderdeel geworden van een opengesteld park of bos. Dat komt de ‘houdbaarheid’ niet altijd ten goede omdat sommige grafkelders dan al snel gebruikt worden als speelterrein of onderdelen worden vernield. In enkele gevallen zijn familiebegraafplaatsen van openbare wandelpaden afgesloten door middel van een gracht of brede sloot.
Behoud
Veel beheerstichtingen werken met vrijwilligers waardoor de beheerlasten laag gehouden kunnen worden. Meer professionele werkzaamheden worden elders ingekocht, zoals het grafdelven of ruimen van graven. Veel kleinere familiebegraafplaatsen laten het onderhoud, voor zover de begraafplaats in gebruik is, over aan externe bedrijven. Met name de wat grotere begraafplaatsen zijn lid van een overkoepelende organisatie maar de kleinere familiebegraafplaats meestal niet. Behoud van de begraafplaats of van bijzondere grafmonumenten is veelal alleen een issue als deze aangewezen is als beschermd monument.
Beschermd
Van de ruim 300 particuliere begraafplaatsen in Nederland zijn er 66 (geheel of gedeeltelijk) beschermd als rijksmonument. In veel gevallen gaat het om een enkel grafmonument, soms een verzameling. Ook een aantal particuliere mausolea, tombes en grafkelders zijn beschermd, zoals de tombe van Nellesteyn bij Leersum. Een van de beschermde grafkelders is inmiddels geruimd omdat de ligging het onderhoud sterk bemoeilijkte. In 33 gevallen is sprake van bescherming door een gemeente. Daarbij gaat het in meer gevallen om een complete begraafplaats, waarmee een gemeente vaak tracht een beheerstichting te helpen bij het behoud.
In totaal is bijna 32% van alle particuliere begraafplaatsen in Nederland op een of andere wijze beschermd.
Kaart
Op een kaart met particuliere begraafplaatsen zijn alle locaties terug te vinden. Zie Afb. 6.
Zie ook
Artikelen- Gemeentelijke begraafplaatsen in Nederland
- Joodse begraafplaatsen in Nederland
- Katholieke begraafplaatsen in Nederland
- Protestantse of hervormde begraafplaatsen in Nederland
begraafplaatsen, particuliere begraafplaatsen, grafmonumenten, grafkelders, behoud en beheer
Specialist(en)Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 9 aug 2024 om 03:00.