Samenvatting Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten
Introductie
Inzicht in welke kosten u kunt opvoeren in uw aanvraag voor woonhuissubsidie
Om bewoonde rijksmonumenten in goede staat te houden, is er subsidie voor rijksmonumenten met een woonfunctie. De subsidieregeling (Beleidskader instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten) is bedoeld voor kosten van onderhouds- of restauratiewerkzaamheden aan monumentale onderdelen van rijksmonumenten. Particuliere eigenaren van rijksmonumenten met een woonfunctie kunnen in aanmerking komen voor deze subsidie. Bent u zo’n eigenaar? Dan leest u in dit artikel welke werkzaamheden in aanmerking komen voor subsidie. Onderstaande tekst is gebaseerd op de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, een bijlage bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim).Uitgangspunten
De werkzaamheden moeten de monumentale waarden van het rijksmonument in stand houden. Ze moeten gericht zijn op maximaal behoud van de aanwezige monumentale waarden, in het bijzonder de historische materialen en constructies. De werkzaamheden moeten bovendien sober, doelmatig en technisch noodzakelijk zijn. Dat betekent dat u niet méér werkzaamheden uitvoert dan noodzakelijk voor de instandhouding van het monument. Behoud van oorspronkelijke materialen is het uitgangspunt. Zo hoeft een houten kozijn dat deels nog goed is, niet volledig vervangen te worden. Ook een hele gevel opnieuw voegen als het voegwerk maar gedeeltelijk slecht is, is niet subsidiabel.
Instandhouding
De subsidie is bedoeld voor zowel regelmatig terugkerend onderhoud als voor restauratie. Onderhoud op regelmatige basis kan grotere schade voorkomen. Als u bijvoorbeeld de goten regelmatig onderhoudt, is de kans kleiner dat de goot gaat lekken met ernstige vochtschade in de muren tot gevolg (vervolgschade). Maar soms is restauratie (herstel dat het normale onderhoud te boven gaat) noodzakelijk, bijvoorbeeld bij verzakkingsproblemen (met scheurvorming) ten gevolge van een probleem met de fundering. Hier zal naast het funderingsprobleem vaak ook de vervolgschade (scheuren) hersteld moeten worden.
Subsidiabele werkzaamheden
De volgende werkzaamheden komen in aanmerking voor subsidie:
Gevel
De subsidiabele werkzaamheden aan de gevel verschillen per soort gevel:
- gemetselde gevel: (plaatselijk) herstel van voegwerk of metselwerk; schilderen van stucwerk;
- gevel met betonnen onderdelen: herstel van schade als gevolg van roestende wapening;
- gevel met metalen delen, bijvoorbeeld een smeedijzeren balkon of gevellateien: roestwerend behandelen of herstel en schilderen;
- gevel met houten delen, bijvoorbeeld vakwerkconstructie of houtskelet; herstel van schade aan houten onderdelen en schilderen.
Kozijnen, ramen en deuren
Kozijnen, ramen en deuren vragen om regelmatig onderhoud. Subsidiabel zijn bijvoorbeeld:
- behandeling van roest bij stalen kozijnen;
- herstel van een scheur in een natuurstenen omlijsting;
- herstel van houtrot ramen of kozijnen (zoals vervangen van een onderdorpel en het aanscherven van kozijnstijlen);
- vervanging alleen als dit constructief en materiaaltechnisch noodzakelijk is (als het materiaal helemaal 'op' is). Nieuwe onderdelen moeten zoveel mogelijk overeenkomen met te vervangen onderdelen. De minister kan bij een combinatie met verduurzaming een minimale aanpassing van de detaillering goedkeuren, als voldoende rekening is gehouden met de monumentale waarde. Denk aan het op passende wijze aanbrengen van kierdichting in houten vensters of een koudebrugonderbreking in een stalen venster.
Glas
Het vervangen van kapotte beglazing en de stopverf of kitvoeg, als dit noodzakelijk is om de monumentale onderdelen van het rijksmonument wind- en waterdicht te houden. Vervanging is alleen subsidiabel op een bij het venster passende wijze en met een in stijl passende glassoort.
Dak
De instandhouding van het dak/dakbedekking, zoals het vervangen van kapotte pannen, leien of een gescheurde loodslab of vervanging van dat deel van de dakbedekking dat technisch aan het eind van de levenscyclus is. Voor het onderhoud van dakgoten en hemelwaterafvoeren geldt hetzelfde, bij uitvoering in tenminste gelijkwaardig materiaal.
Fundering en constructie
Herstel van de fundering. Onderhoud of herstel van houten draag-, gewelf-, kap- en vakwerkconstructies, zoals balken, gootconstructies, gordingen, hijsbalken, kapspanten, muurstijlen en sporen. Denk bijvoorbeeld aan het aanlassen van door lekkage verrotte balkkoppen.
Buitenriolering, terreinverharding
Het in stand houden en zo nodig vernieuwen van de aansluitingen van de regenwaterafvoer op de hoofdriolering tot maximaal één meter uit de gevel.
Onderhoud aan tot het rijksmonument behorende (d.w.z. rijksbeschermde) bestrating, zoals paden en stoepen, en het (periodiek) vervangen van keien, klinkers of andere toplaag indien noodzakelijk voor de instandhouding van de beschermde bestrating.
Interieur
Onderhoudswerkzaamheden aan delen van het interieur die van monumentale waarde zijn. Denk aan historische schoorstenen, trappen, schouwen, vloeren en plafonds. Een overzicht van subsidiabele werkzaamheden aan het interieur staat in hoofdstuk 1.2 paragraaf Interieur en hoofdstuk 1.3 paragrafen 47 en 48 van de Leidraad. Zie de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten.
Groene monumenten
Bij rijksmonumenten met een woonfunctie zijn de werkzaamheden aan een bijbehorende, (mee)beschermde tuin alleen subsidiabel voor zover de tuin direct gelieerd is aan de woonfunctie. Denk aan een siertuin, gazons, een vijver, borders met heesters, of een korte oprijlaan. Grofweg gaat het om de direct om het huis gelegen elementen. Let op: een tuin is alleen beschermd als deze expliciet is genoemd in de omschrijving van het rijksmonument in het rijksmonumentenregister.
Niet alle werkzaamheden aan een beschermde tuin zijn subsidiabel. Een overzicht van subsidiabele werkzaamheden aan groene rijksmonumenten staat in hoofdstuk 1.2 paragraaf Groene monumenten en hoofdstuk 1.3, paragrafen 92, 1 en 5 van de Leidraad. Zie de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten.
Administratief / verzekeringen
Deze kosten zijn ook subsidiabel:
- abonnementen of lidmaatschappen, bijvoorbeeld van een provinciale Monumentenwacht;
- specifieke onderzoeken;
- controle van bliksembeveiligingsinstallaties;
- materiaalkosten bij zelfwerkzaamheid;
- coördinatievergoeding van (hoofd)aannemer tot maximum van 3% van de subsidiabele kosten;
- premie van CAR-verzekering (Construction All Risk) tot maximum van 0,4% van subsidiabele kosten;
- architectenkosten, zie tabel 1 in hoofdstuk 2 van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten;
- begeleidingskosten, zie tabel 2 in hoofdstuk 2 van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten.
Geen subsidie
U ontvangt onder andere geen subsidie voor:
- werkzaamheden aan delen van het gebouw die niet van belang zijn voor de monumentale waarde. Bijvoorbeeld schilder- of stucwerk aan interieuronderdelen zoals binnenwanden en plafonds (indien deze niet van monumentale waarde zijn), het verwijderen van asbest, het vervangen van een moderne vloerafwerking (laminaat/parket e.d.), leidingwerk, elektra of werkzaamheden aan een niet-monumentale aan- of uitbouw;
- reconstructie;
- kosten in verband met gebruiksverandering, verfraaiing, comfortverbetering of verduurzaming. Dus bijvoorbeeld het uitdiepen van een kelder, het aanbrengen van vloerverwarming of het isoleren van een venster*, muur of dak is niet subsidiabel. (* zie de uitzondering onder 'Kozijnen, ramen en deuren' bij constructief of materiaaltechnisch noodzakelijke vervanging in combinatie met verduurzaming);
- onderhoud aan sanitair, badkamer, keuken, en cv-ketel of cv-installaties. Deze zijn meestal niet van monumentale waarde, want relatief recent aangelegd;
- arbeidsuren van uzelf of vrijwilligers (‘doe-het-zelf-uren’);
- onderhoud van losse interieurelementen (roerend erfgoed), zoals meubels, schilderijen, kleden en gordijnen;
- tekeningen en berekeningen voor veranderd gebruik, milieutechnisch bodemonderzoek, flora- en faunaonderzoek, asbestinventarisaties;
- bij een historische buitenplaats of landgoed: instandhoudingswerkzaamheden aan delen van de historische tuin- of parkaanleg zonder directe link met de woonfunctie van het huis, zoals een publiek gedeelte waar wandelaars komen, of een utilitair gedeelte (bijv. boomgaarden, parkweides, parkbossen, andere grotere houtopstanden, lange lanen en dreven).
Dit artikel is gebaseerd op de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, een bijlage bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim). Deze Leidraad is ook van toepassing op de woonhuissubsidie op grond van het Beleidskader instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten).
Sommige passages in de Leidraad (hoofdstuk 1.1 onder f en specifiek op de Sim toegesneden passages in hoofdstuk 1.2) zijn niet van toepassing op de woonhuissubsidie. Woonhuissubsidie vraagt u immers achteraf aan is behalve voor normaal onderhoud ook mogelijk voor restauratie.
Deze samenvatting schetst de hoofdlijnen van de Leidraad: een kort overzicht van de uitgangspunten in hoofdstuk 1.1. en 1.2 van de Leidraad en de meest voorkomende werkzaamheden in hoofdstuk 1.3 van de Leidraad, met in paragraaf 92 de subsidiabele kosten voor een bijbehorende, meebeschermde tuin. Raadpleeg de volledige Leidraad voor meer gedetailleerde informatie: Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 6 mrt 2025 om 04:01.