Stuwwal Luttenberg


Overzicht aardkundig erfgoedKaart: Aardkundig Erfgoed

Samenvatting

Kleine geïsoleerde stuwwal ontstaan door het ijstijdens de voorlaatste ijstijd (het Saalien). Aan de flanken van de heuvel is dekzand afgezet tijdens de laatste ijstijd (het Weichselien).

Aardkundig fenomeen (primair)

stuwwal

Overige aardkundige fenomenen

gordeldekzandrug

Periode(s)

  • Pleistoceen - Laat-Saalien
  • Pleistoceen - Weichselien - Laat-Glaciaal

Gevormd door

landijs, wind

Kenmerkendheid

  • Duidelijk zichtbare geïsoleerde stuwwal
  • Gordeldekzandrug, duidelijk te zien in reliëf en in het cultuurlandschap

Ontstaan van het gebied

Stuwwal uit de voorlaatste ijstijd

De Luttenberg (31 m+NAP) is gevormd door een ijslob, die de aanwezige (vooral grofzandige) rivierafzettingen vanuit het noordoosten opgestuwde. Deze zanden waren voor de komst van het ijs afgezet door zowel Rijn als door Oostelijke rivieren (‘bruine en witte zanden’). Door de stuwing zijn deze afzettingen scheefgesteld, geplooid en herhaaldelijk over elkaar heen geschoven. In de omgeving komen meerdere stuwwallen voor (Sallandse Heuvelrug, Lemelerberg), mogelijk waren deze oorspronkelijk (deels) met elkaar verbonden en zijn deze verbindingen naderhand door smeltwater geërodeerd. De Luttenberg was te arm en droog voor landbouw. Hier lag heide, dat vanaf begin 20e eeuw is bebost.

Dekzand in de laatste ijstijd

In de laatste ijstijd (het Weichselien, 115.000-11.700 jaar geleden), bereikte het landijs Nederland niet, maar was het wel zeer koud. De vegetatie was spaarzaam (afwisselend toendra en poolklimaat) en de wind kon lokaal zand verstuiven dat rondom de stuwwal is afgezet. Direct tegen de flanken van de Luttenberg is dekzand afgezet, maar ook in een gordeldekzandrug die als een ring om de stuwwal ligt. Deze steekt 3 tot 4 meter boven omgeving uit. Het dekzand op de flank en de gordeldekzandrug liggen enken en oude wegen.

Huidige aardkundige processen

geen

Bodems en waterhuishouding

Op de is een haarpodzol in grof zand gevormd, het dekzand op de flanken bestaat uit zwak lemig tot lemig fijn zand (150-210 µm). Op de meeste plekken zijn cultuurdekken aangebracht, en liggen hoge zwarte enkeerdgronden en laarpodzolgronden. Door de hogere ligging in het landschap is de waterhuishouding relatief goed. Het gebied tussen de stuwwal en de gordeldekzandrug is vrij nat als gevolg van kwel.

Relatie met archeologie en cultuurhistorie

  • Paleolithische vondsten op de Luttenberg, karresporen aan noord en zuidkant van de berg te zien.
  • Enk op de flank van de stuwwal, wegen volgen gordeldekzandrug.

Verder lezen

  • Rappol, M. (1993). In de bodem van Salland en Twente. Amsterdam (Lingua Terrae), 267.
  • Spek, Th, H. van der Velde, H. Hannink en B. Terlouw, 2010. Mens en land in het hart van Salland. Utrecht.
  • Van den Akker (1966) Bodemkaart van Nederland schaal 1:50.000, Blad 27 Oost Hattem, STIBOKA
  • Willemse, N.W., Keunen, L., Wentink, S. (2018) Archeologie in Overijssel – provinciale kennisatlas en onderzoeksagenda.

Overlap met eerder benoemd aardkundig erfgoed

  • GEA-object: -
  • Van Beusekom (2007) OV48, onbeschreven

Zie ook

Aardkundig erfgoed
    Artikelen
    • Stuwwallen (beheermodel) (Let op: pagina bestaat niet.)
    • Dekzandreliëf
    Hoort bij deze thema'sTrefwoorden

    stuwwal, ijstijd, gordeldekzandrug

    Begrippen

    gordeldekzandruggen en stuwwallen

    Specialist(en)
    U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

    Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 13 aug 2024 om 03:01.