Waarderingscriteria gebouwd en aangelegd (groen) erfgoed

Introductie

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft een standaard ontwikkeld voor de waardering van bouw- en tuinkunst. Daarmee kunnen de monumentale waarden van een gebouw of een historische aanleg helder en eenduidig vastgesteld worden. De waardering speelt een leidende rol bij de aanwijzing als monument én bij het wijzigen van het beschermde gebouw of de beschermde historische aanleg.

De waardering is gebaseerd op vijf hoofdcriteria die zijn onderverdeeld in subcriteria. De grondslagen van de waardering van het erfgoed liggen in de domeinen van kunst en geschiedenis. Daarnaast spelen geestelijke, geografische, sociaal-economische, bestuurlijke en technische ontwikkelingen een rol in de waardering. Ook gaafheid en zeldzaamheid zijn van invloed. Ieder monument heeft een eigen palet van waarden.

Hoofdcriteria

I. Cultuurhistorische waarden

Belang van het object/complex/aanleg..

  1. als bijzondere uitdrukking van (een) culturele, sociaal-economische en/of bestuurlijke/beleidsmatige en/of geestelijke ontwikkeling(en);
  2. als bijzondere uitdrukking van (een) geografische, landschappelijke en/of historisch-ruimtelijke ontwikkeling(en);
  3. als bijzondere uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling(en);
  4. wegens innovatieve waarde of pionierskarakter;
  5. wegens bijzondere herinneringswaarde.

II. Architectuur-, kunst- en tuinhistorische waarde

Belang van het object/complex/aanleg...

  1. voor de geschiedenis van de (tuin- en landschaps)architectuur en/of techniek;
  2. voor het oeuvre van een bouwmeester, (tuin- en landschaps)architect, ingenieur of kunstenaar;
  3. wegens hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp;
  4. wegens bijzonder materiaalgebruik, bijzondere ornamentiek en/of monumentale kunst;
  5. wegens bijzondere samenhang tussen exterieur, interieur(onderdelen) en omgeving.

III. Situationele en ensemblewaarden

Belang van het object/complex/aanleg...

  1. als essentieel (cultuurhistorisch, functioneel en/of architectuurhistorisch en visueel) onderdeel van een complex
  2. (a) wegens bijzondere, beeldbepalende betekenis voor het aanzien van zijn omgeving; (b) wegens bijzondere betekenis voor het aanzien van zijn omgeving, wijk, stad of streek;
  3. (a) wegens hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de onderlinge historisch-ruimtelijke context en in relatie tot de daarbij behorende groenvoorzieningen, wegen, wateren, bodemgesteldheid en/of archeologie; (b) wegens wijze van verkaveling/inrichting/voorzieningen.

IV. Gaafheid en herkenbaarheid

Belang van het object/complex/aanleg...

  1. wegens architectonische gaafheid en/of herkenbaarheid;
  2. wegens materiële, technische en/of ambachtelijke gaafheid;
  3. als nog goed herkenbare uitdrukking van de oorspronkelijke of een belangrijke historische functie;
  4. wegens waardevolle accumulatie van belangwekkende historische bouw-, aanleg- en/of gebruiksfasen;
  5. wegens gaafheid en herkenbaarheid van het hele ensemble van de samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg en dergelijke);
  6. in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving.

V. Zeldzaamheid

Belang van het object/complex/aanleg...

  1. wegens absolute zeldzaamheid in architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht;
  2. wegens relatieve zeldzaamheid in relatie tot een of meer van de onder I t/m III genoemde kwaliteiten.

Meer informatie

Meer informatie is te vinden in het onderwerp Waarderen van cultureel erfgoed.

Zie ook

ArtikelenHoort bij deze thema's Begrippen

groen erfgoed en gebouwd erfgoed

Specialist(en)
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 29 aug 2024 om 14:21.