Veengebied zuidelijke Gelderse Vallei
< Aardkundig erfgoed - inleiding
Samenvatting
Veengebied zuidelijke Gelderse Vallei, dat een restant is van een groter veengebied. Het zuidelijk deel is bedekt voor rivierklei vanuit de Nederrijn, de oude Grift is een kreek/crevasse die nog te zien is in het reliëf. Dichtbij de Nederrijn ligt matig voedselrijk veen, verder richting Veenendaal ligt begraven hoogveen.
Aardkundig fenomeen (primair)
hoogveenrest, veenrest
Periode(s)
- Holoceen
Gevormd door
rivieren, veenvorming
Kenmerkendheid
- Veengebied
Ontstaansgeschiedenis
Opvulling van een glaciaal bekken
Gelderse Vallei is een glaciaal tongbekken ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd, in het Laat-Saalien (150.000 jaar geleden). Ter hoogte van de Gelderse Vallei was een ijstong aanwezig, die de ondergrond opstuwde tot de stuwwallen van de westelijke Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Na het terugtrekken van de ijskappen is dit bekken weer opgevuld met o.a. smeltwaterafzettingen en brakwater afzettingen uit het warme Eemien. Tijdens de laatste ijstijd (het Weichselien, 115.0000-11.700 jaar geleden) bereikte het landijs Nederland niet, maar het klimaat was koud en de vegetatie was spaarzaam (afwisselend toendra en poolklimaat). Vanaf de hogere zandgronden van de Veluwe spoelde materiaal af, ook voerde de wind zand aan, vooral aan het einde van de laatste ijstijd. Hierdoor werden dekzandruggen gevormd, zoals het naastgelegen paraboolduin bij de Kraats.
Holoceen: veenvorming en Rijninvloed
In het Holoceen warmde het klimaat verder op en werd het ook natter. Door kwel vanaf de Veluwe is dit gebied altijd vrij nat geweest. In de natte laagtes tussen de dekzandruggen kon lokaal veenvorming optreden, het veengebied tussen Veenendaal en Wageningen is daar een restant van. Aanvankelijk vond veenvorming alleen in lagere delen plaats, vanaf het Atlanticum. In het zuidelijk deel vormden matig voedselrijke zegge- en rietvenen onder invloed van kwel uit de omgeving. Daarboven ligt bosveen, gevormd onder toenemende invloed van voedselrijk rivierwater vanuit de Rijn. Hierboven is een laag klei afgezet. Richting het noorden bij Veenendaal geen klei meer op het veen en is ook voedselarm hoogveen gevormd. Net ten oosten van het nu gekanaliseerde Valleikanaal/Grift is op bodemkaart en hoogtekaart nog een kronkelende oude waterloop te herkennen. Deze kan als afwatering van het veengebied gezien worden. Bij grote overstromingen vanuit de Betuwe werd hier ook klei langs afgezet en functioneerde het systeem als crevassegeul.
Huidige aardkundige processen
geen
Bodems en waterhuishouding
Het gebied is vrij nat omdat het onder invloed staat van kwel vanaf de omliggende stuwwallen. En overstromingswater vanuit de Nederrijn. Rivierkleigronden (poldervaagronden) in zuiden, veengronden met vaak ondiep zand in het noordelijk deel.
Relatie met archeologie en cultuurhistorie
- Opstrekkende verkaveling, veenontginning.
- Veen grotendeels afgegraven, vooral vanaf de 16e eeuw, stichting van Veenendaal langs de Grift.
Verder lezen
- Buringh, P. (1951). Over de bodemgesteldheid rondom Wageningen. Stichting voor Bodemkartering, Wageningen.
- Scholte Lubberink, H.B.G., Keunen L.J. & Willemse, N.W. (2015). Op het kruispunt van de vier windstreken, Synthese Oogst voor Malta onderzoek de Gelderse Vallei (Utrechts-Gelders zandgebied), Nederlandse Archeologische Rapporten 48, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort.
- Verbraeck, A. (1984). Toelichtingen bij de geologische kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Tiel West (39W) en Tiel Oost (39O), Rijks Geologische Dienst, Haarlem.
Overlap met eerder benoemd aardkundig erfgoed
- GEA-object: niet beschreven
- Van Beusekom 2007: niet beschreven
Zie ook
Aardkundig erfgoedArtikelenHoort bij deze thema'sTrefwoordenveen, begraven hoogveen
Specialist(en)
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 5 okt 2023 om 15:52.