Archeologie en resten van dieren: verschil tussen versies

kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 17: Regel 17:
Behalve in de vorm van skeletten en als slachtafval of maaltijdresten, kan dierlijk bot  ook in een menselijk graf of in een crematie worden aangetroffen als bijgift of als restant van een dodenmaaltijd. Daarnaast vinden we bot, gewei, ivoor en leer als weerslag van het gebruik ervan als grondstof: resten van gebruiksvoorwerpen, halffabricaten of afval van fabricage.
Behalve in de vorm van skeletten en als slachtafval of maaltijdresten, kan dierlijk bot  ook in een menselijk graf of in een crematie worden aangetroffen als bijgift of als restant van een dodenmaaltijd. Daarnaast vinden we bot, gewei, ivoor en leer als weerslag van het gebruik ervan als grondstof: resten van gebruiksvoorwerpen, halffabricaten of afval van fabricage.
   
   
==Archeozoölogisch onderzoek==
==Archeologie en resten van dieren==
Het onderzoek naar bot en andere resten van dieren die in archeologische context gevonden worden, noemt men archeozoölogie of zoöarcheologie. De archeozoöloog onderzoekt deze dierlijke resten om inzicht te verwerven in de ontwikkeling van de dierenwereld in het verleden, maar vooral om een beeld te krijgen van het gebruik van dieren door de mens. Dergelijk onderzoek is deels gericht op het economische gebruik van dieren, maar ook de rituele of mentale betekenis van dieren is een belangrijk onderwerp. Daarnaast komen onderwerpen aan de orde als de natuurlijke omgeving van de mens en hoe de mens die – vaak seizoensmatig – exploiteerde. Om dit soort onderzoek mogelijk te maken, is het belangrijk dat het dierlijke materiaal tijdens opgravingen zorgvuldig verzameld wordt en op een effectieve wijze wordt bestudeerd, zodat we de vragen die we over het menselijke handelen in het verleden hebben ook daadwerkelijk kunnen beantwoorden.  
Het onderzoek naar bot en andere resten van dieren die in archeologische context gevonden worden, noemt men archeozoölogie of zoöarcheologie. De archeozoöloog onderzoekt deze dierlijke resten om inzicht te verwerven in de ontwikkeling van de dierenwereld in het verleden, maar vooral om een beeld te krijgen van het gebruik van dieren door de mens. Dergelijk onderzoek is deels gericht op het economische gebruik van dieren, maar ook de rituele of mentale betekenis van dieren is een belangrijk onderwerp. Daarnaast komen onderwerpen aan de orde als de natuurlijke omgeving van de mens en hoe de mens die – vaak seizoensmatig – exploiteerde. Om dit soort onderzoek mogelijk te maken, is het belangrijk dat het dierlijke materiaal tijdens opgravingen zorgvuldig verzameld wordt en op een effectieve wijze wordt bestudeerd, zodat we de vragen die we over het menselijke handelen in het verleden hebben ook daadwerkelijk kunnen beantwoorden.  


Regel 33: Regel 33:
Het type skeletelement van dieren en welk deel daarvan gevonden is, bijvoorbeeld een fragment van een rib, geeft informatie over consumptiepatronen van mensen. Uit het spectrum van skeletelementen kan zo geconcludeerd worden of er op de ene plek geslacht is en op een andere geconsumeerd, dat door de ene groep uit een nederzetting betere delen van dieren werden geconsumeerd dan door een andere groep, of dat het verkrijgen van leer en bont van sommige dieren van belang was. Zo zijn werkplaatsen waar het leer van bijvoorbeeld schapen en runderen gelooid werd, archeologisch vaak goed te herkennen aan de grote hoeveelheden botten van de handen en voeten van deze dieren. De huiden werden namelijk met deze skeletdelen er nog aan verhandeld.  
Het type skeletelement van dieren en welk deel daarvan gevonden is, bijvoorbeeld een fragment van een rib, geeft informatie over consumptiepatronen van mensen. Uit het spectrum van skeletelementen kan zo geconcludeerd worden of er op de ene plek geslacht is en op een andere geconsumeerd, dat door de ene groep uit een nederzetting betere delen van dieren werden geconsumeerd dan door een andere groep, of dat het verkrijgen van leer en bont van sommige dieren van belang was. Zo zijn werkplaatsen waar het leer van bijvoorbeeld schapen en runderen gelooid werd, archeologisch vaak goed te herkennen aan de grote hoeveelheden botten van de handen en voeten van deze dieren. De huiden werden namelijk met deze skeletdelen er nog aan verhandeld.  


====Modificaties en pathologieën====
====Modificatie en pathologie====
Sporen van modificaties aan botten en andere resten van dieren, zoals breukpatronen, snij-, hak- en zaagsporen, verbranding of crematie, kleur, verwering en knaagsporen, leveren vooral informatie op over de manier waarop er na hun dood gebruik van dieren werd gemaakt. Denk hierbij aan de manier van slachten, het villen, het bewerken van been en gewei tot voorwerpen, de wijze van voedselbereiding (bijvoorbeeld roosteren, roken, braden) en de manier waarop afval werd afgedankt. Ook is te zien dat bot al dan niet aan het oppervlak heeft gelegen, en of er sprake is van verbranding, crematie, of van ziekte. Pathologieën zoals woekeringen of slijtage van het bot geven vaak inzicht in hoe dieren tijdens hun leven werden gebruikt. Zo duiden bepaalde woekeringen op overbelasting van trek- of lastdieren. Sporen van slijtage, verwering en kleur spelen ook een belangrijke rol bij het verkrijgen van inzicht in de conservering van het bot.  
Sporen van modificaties aan botten en andere resten van dieren, zoals breukpatronen, snij-, hak- en zaagsporen, verbranding of crematie, kleur, verwering en knaagsporen, leveren vooral informatie op over de manier waarop er na hun dood gebruik van dieren werd gemaakt. Denk hierbij aan de manier van slachten, het villen, het bewerken van been en gewei tot voorwerpen, de wijze van voedselbereiding (bijvoorbeeld roosteren, roken, braden) en de manier waarop afval werd afgedankt. Ook is te zien dat bot al dan niet aan het oppervlak heeft gelegen, en of er sprake is van verbranding, crematie, of van ziekte. Pathologieën zoals woekeringen of slijtage van het bot geven vaak inzicht in hoe dieren tijdens hun leven werden gebruikt. Zo duiden bepaalde woekeringen op overbelasting van trek- of lastdieren. Sporen van slijtage, verwering en kleur spelen ook een belangrijke rol bij het verkrijgen van inzicht in de conservering van het bot.  


Regel 79: Regel 79:
Bij archeologisch onderzoek bestaan de meeste dierlijke resten uit gefragmenteerde of door de vleesbijl kapot gehakte stukken bot, visresten, mosselschelpen en dergelijke, die als afval in kuilen en greppels zijn terechtgekomen. Soms worden er echter ook skeletten of delen van skeletten aangetroffen. Dit kunnen weggegooide dode dieren zijn, maar ook zorgvuldig geofferde en begraven beesten of stukken daarvan. Om de aard van dergelijke vondsten goed te kunnen vaststellen is het van belang dat een archeozoöloog in het veld te hulp schiet. Hij of zij kan dan zelf vaststellen op welke manier het lijk van het dier in de bodem terecht is gekomen: of dit met zorg is gebeurd of niet, of alle onderdelen aanwezig zijn of dat er sommige ontbreken, en als er zaken ontbreken of dit waarschijnlijk opzettelijk is gebeurd of dat de tand des tijds hier debet aan is. Dergelijke expertise in het veld is helemaal van belang als skeletten slecht bewaard zijn en dus moeilijk te herkennen; soms is niet meer dan een silhouet van het begraven dier plus wat stukjes tand overgebleven.   
Bij archeologisch onderzoek bestaan de meeste dierlijke resten uit gefragmenteerde of door de vleesbijl kapot gehakte stukken bot, visresten, mosselschelpen en dergelijke, die als afval in kuilen en greppels zijn terechtgekomen. Soms worden er echter ook skeletten of delen van skeletten aangetroffen. Dit kunnen weggegooide dode dieren zijn, maar ook zorgvuldig geofferde en begraven beesten of stukken daarvan. Om de aard van dergelijke vondsten goed te kunnen vaststellen is het van belang dat een archeozoöloog in het veld te hulp schiet. Hij of zij kan dan zelf vaststellen op welke manier het lijk van het dier in de bodem terecht is gekomen: of dit met zorg is gebeurd of niet, of alle onderdelen aanwezig zijn of dat er sommige ontbreken, en als er zaken ontbreken of dit waarschijnlijk opzettelijk is gebeurd of dat de tand des tijds hier debet aan is. Dergelijke expertise in het veld is helemaal van belang als skeletten slecht bewaard zijn en dus moeilijk te herkennen; soms is niet meer dan een silhouet van het begraven dier plus wat stukjes tand overgebleven.   


==Bedreigingen voor archeozoölogische informatie==
==Bedreigingen voor archeologische informatie==
Een van de uitgangspunten van de archeologische monumentenzorg in Nederland is behoud in situ. Dat wil zeggen: als het maar even kan archeologische resten in de bodem laten zitten voor later. Dat is een prachtig op toekomstig onderzoek gericht principe, maar er moet wel voor gewaakt worden dat in de tussentijd de archeologische informatie die verpakt in het bot zit niet verloren gaat. Bot zal namelijk, net als andere zaken, in de bodem vergaan. Deze degradatieprocessen kunnen van biologische, mechanische en chemische aard zijn. Biologische, mechanische en chemische degradatieprocessen hebben invloed op de beschikbaarheid en kwaliteit van de informatie die in het bot aanwezig is.
Een van de uitgangspunten van de archeologische monumentenzorg in Nederland is behoud in situ. Dat wil zeggen: als het maar even kan archeologische resten in de bodem laten zitten voor later. Dat is een prachtig op toekomstig onderzoek gericht principe, maar er moet wel voor gewaakt worden dat in de tussentijd de archeologische informatie die verpakt in het bot zit niet verloren gaat. Bot zal namelijk, net als andere zaken, in de bodem vergaan. Deze degradatieprocessen kunnen van biologische, mechanische en chemische aard zijn. Biologische, mechanische en chemische degradatieprocessen hebben invloed op de beschikbaarheid en kwaliteit van de informatie die in het bot aanwezig is.


Regel 94: Regel 94:
Goed doorlatende zure bodems met een grote beschikbaarheid van zuurstof zijn funest voor botmateriaal. Gunstig zijn vooral basische – dus meestal kalkrijke – en slecht doorlatende bodems met weinig of geen zuurstof. Bij de bescherming van archeologische terreinen is het dan ook van belang de grondwaterstand zo stabiel en hoog mogelijk te houden en verzuring tegen te gaan. Om de vinger aan de pols te houden kan het van belang zijn dergelijke terreinen in de gaten te houden wat betreft de kwaliteit van bot. Dit is te meer van belang, omdat de conserveringstoestand van dierlijke resten een goede indicator is voor de fysieke kwaliteit van een archeologische vindplaats als geheel.  
Goed doorlatende zure bodems met een grote beschikbaarheid van zuurstof zijn funest voor botmateriaal. Gunstig zijn vooral basische – dus meestal kalkrijke – en slecht doorlatende bodems met weinig of geen zuurstof. Bij de bescherming van archeologische terreinen is het dan ook van belang de grondwaterstand zo stabiel en hoog mogelijk te houden en verzuring tegen te gaan. Om de vinger aan de pols te houden kan het van belang zijn dergelijke terreinen in de gaten te houden wat betreft de kwaliteit van bot. Dit is te meer van belang, omdat de conserveringstoestand van dierlijke resten een goede indicator is voor de fysieke kwaliteit van een archeologische vindplaats als geheel.  


==Kwaliteit bewaken van archeozoölogisch onderzoek==
==Kwaliteit bewaken van archeologisch onderzoek naar resten van dieren==
Archeozoölogie, het onderzoek van archeologisch bot, op het snijvlak tussen archeologie en de natuurwetenschappen, is echt specialistenwerk. Een belangrijke kwaliteitsbepalende factor is dan ook of de onderzoeker daadwerkelijk gespecialiseerd is in dit onderzoek. Om aan te geven dat men beschikt over de juiste kwalificaties kunnen personen zich formeel laten registreren als specialist en kunnen bedrijven zich laten registreren. Zie hiervoor de website van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) met de geldige ‘Beoordelingsrichtlijn’. Soms wordt een ‘superspecialist’ ingeschakeld, bijvoorbeeld als er veel resten van vissen zijn gevonden of bij onderzoek aan insecten of mijten. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld gebruikssporenanalyse of onderzoek aan DNA of sporenelementen. Verder is het wenselijk dat de specialist niet in zijn eentje werkt, maar contact heeft met zijn of haar nationale en internationale collega’s. Een flink stuk van de kwaliteit van het werk hangt af van deze onderlinge uitwisseling van kennis, ervaring en ideeën.  
Archeozoölogie, het onderzoek van archeologisch bot, op het snijvlak tussen archeologie en de natuurwetenschappen, is echt specialistenwerk. Een belangrijke kwaliteitsbepalende factor is dan ook of de onderzoeker daadwerkelijk gespecialiseerd is in dit onderzoek. Om aan te geven dat men beschikt over de juiste kwalificaties kunnen personen zich formeel laten registreren als specialist en kunnen bedrijven zich laten registreren. Zie hiervoor de website van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) met de geldige ‘Beoordelingsrichtlijn’. Soms wordt een ‘superspecialist’ ingeschakeld, bijvoorbeeld als er veel resten van vissen zijn gevonden of bij onderzoek aan insecten of mijten. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld gebruikssporenanalyse of onderzoek aan DNA of sporenelementen. Verder is het wenselijk dat de specialist niet in zijn eentje werkt, maar contact heeft met zijn of haar nationale en internationale collega’s. Een flink stuk van de kwaliteit van het werk hangt af van deze onderlinge uitwisseling van kennis, ervaring en ideeën.  


Regel 102: Regel 102:
Behalve over specialistische literatuur is het van belang dat de archeozoöloog beschikt over een goede vergelijkingscollectie, een collectie recent dierlijk materiaal, die hem of haar in staat stelt ook gefragmenteerd bot te kunnen determineren. Om het onderzoek te kunnen vergelijken met resultaten uit het verleden is het gepubliceerde botonderzoek in Nederland door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ontsloten door het via www. cultureelerfgoed.nl toegankelijke attenderende systeem voor archeozoölogische informatie BoneInfo.  
Behalve over specialistische literatuur is het van belang dat de archeozoöloog beschikt over een goede vergelijkingscollectie, een collectie recent dierlijk materiaal, die hem of haar in staat stelt ook gefragmenteerd bot te kunnen determineren. Om het onderzoek te kunnen vergelijken met resultaten uit het verleden is het gepubliceerde botonderzoek in Nederland door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ontsloten door het via www. cultureelerfgoed.nl toegankelijke attenderende systeem voor archeozoölogische informatie BoneInfo.  


==Programma’s van eisen==
==Programma van eisen==
Bot en andere resten van dieren uit archeologische opgravingen zijn belangrijke informatiebronnen om het leven van de mens in het verleden te kunnen reconstrueren. Ze scheppen een beeld van jacht, veeteelt, voedseleconomie, het milieu, handel, sociale status et cetera. Het is daarom van groot belang dat deze materiaalgroep goed geborgen wordt en zorgvuldig door een gekwalificeerde specialist wordt onderzocht. De eerste stap in dit proces is een zorgvuldige behandeling van archeozoölogisch onderzoek in programma’s van eisen voor gravend onderzoek.
Bot en andere resten van dieren uit archeologische opgravingen zijn belangrijke informatiebronnen om het leven van de mens in het verleden te kunnen reconstrueren. Ze scheppen een beeld van jacht, veeteelt, voedseleconomie, het milieu, handel, sociale status et cetera. Het is daarom van groot belang dat deze materiaalgroep goed geborgen wordt en zorgvuldig door een gekwalificeerde specialist wordt onderzocht. De eerste stap in dit proces is een zorgvuldige behandeling van archeozoölogisch onderzoek in programma’s van eisen voor gravend onderzoek.


Regel 146: Regel 146:
[[Bestand:20201110 D006 ME afb slacht varken B.jpg|400px|rechts|thumb|Mens en dier: de slacht van een varken  |alt=Een schilderij van een man die een varken slaat met een moker.]]
[[Bestand:20201110 D006 ME afb slacht varken B.jpg|400px|rechts|thumb|Mens en dier: de slacht van een varken  |alt=Een schilderij van een man die een varken slaat met een moker.]]
|Bron=Gids-14-cultuurhistorie-archeologie-en-resten-van-dieren-2008.pdf
|Bron=Gids-14-cultuurhistorie-archeologie-en-resten-van-dieren-2008.pdf
|Lid van=Thema/Archeologie
|Specialisten=Roel Lauwerier
|Specialisten=Roel Lauwerier
|Lid van=Thema/Archeologie
}}
}}

Versie van 11 nov 2020 14:12

Elementtype ontbreekt of is ongeldig.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 11 nov 2020 om 14:12.