Attentielijst bedreigde wilde bomen en struiken - Friesland

Versie door RCEbot (overleg | bijdragen) op 31 jul 2024 om 23:16
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Introductie

Per provincie is een zogenoemde attentielijst gemaakt, met daarin alle soorten bedreigde wilde bomen en struiken van die provincie. Dit is de attentielijst voor Friesland.

Jeneverbes aan de bosrand op Terschelling
Afb. 1. Jeneverbes en typerende groeivorm van berken op Terschelling
Vruhten van schijnkraagroos op Terschelling
Afb. 2. Vruchten van de schijnkraagroos op de Dazenplak, Terschelling
Bloemen van berijpte viltroos in de Noordelijke Friese Wouden
Afb. 3. Bloemen van de berijpte viltroos in de Noordelijke Friese Wouden

Inheemse soorten met wilde populaties in Friesland

Friesland heeft enkele hotspots van genenbronnen van wilde bomen en struiken zoals de Waddeneilanden en de Noordelijke Friese Wouden met o.a. diverse bijzondere wilde inheemse rozensoorten. Over het geheel is de provincie relatief arm aan wilde houtige gewassen en zijn diverse soorten provinciaal en lokaal verdwenen. Ook enkele algemenere soorten als wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia), Gelderse roos (Viburnum opulus), tweestijlige meidoorn (Crataegus laevigata), hondsroos (Rosa canina) en heggenroos (Rosa corymbifera) zijn door de kleine populaties kwetsbaar. Van soorten als hondsroos, zachte berk, gewone vogelkers en wilde lijsterbes is niet uitgesloten dat daarbij sprake is van aparte noordelijke genetische variëteiten. Onderzoek daarnaar is wenselijk. Overigens heeft Friesland in de zandregio’s veel waardevolle zomereikenbosjes en houtwallen met bijbehorende wilde houtige gewassen en in natte milieus elzenbossen met de zwarte els en es als hoofdboomsoorten. Kenmerkend is ook het juist ontbreken van soorten zoals de wintereik, winterlinde , rode kornoelje en haagbeuk. Het is belangrijk om dat te weten en ze in Friesland niet aan te planten in oude boskernen en houtwallen.

Attentielijst

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Locatie
Crataegus laevigata Tweestijlige meidoorn NFW
Crataegus x subsphaericea Schijnkoraalmeidoorn NFW
Crataegus x macrocarpa Schijnkoraalmeidoorn NFW
Juniperus communis Jeneverbes Waddeneilanden
Rosa caesia Behaarde struweelroos Waddeneilanden, NFW?
Rosa x gremlii Schijnegelantier Waddeneilanden
Rosa dumalis Kale struweelroos Waddeneilanden
Rosa x inodora Schijnkraagroos Waddeneilanden
Rosa micrantha Kleinbloemige roos Waddeneilanden
Rosa rubiginosa Egelantier Waddeneilanden
Rosa sherardii Berijpte viltroos NFW
Rosa spinosissima Duinroos Waddeneilanden
Rosa x subcanina Schijnhondsroos Waddeneilanden
Rosa x subcollina Schijnheggenroos Waddeneilanden
Rosa x suberectiformis Schijnviltroos NFW
Rosa tomentella Beklierde heggenroos Waddeneilanden, NFW
Rosa tomentosa Viltroos NFW
Salix pentandra Laurierwilg Diverse locaties

Soortbeschrijvingen

Meidoorns

Crataegus ssp.: tweestijlige meidoorn (Crataegus laevigata), grootvruchtige meidoorn (Crateagus x macrocarpa) en schijnkoraalmeidoorn (Crataegus x subsphaerica)

Ernstig bedreigd

tweestijlige meidoorn, schijnkoraalmeidoorn en grootvruchtige meidoorn

Meidoorns hebben de tijd overleefd in oude heggen, houtwallen en struwelen. Ook komen wilde meidoorns voor in de struiklaag van lichte bossen en bosranden. De tweestijlige meidoorn kan schaduw verdragen en is meer een bossoort. De tweestijlige meidoorn is een soort van leemhoudende bodems in rivier- en beekdalen, in Zuid-Limburg op krijt- en lössbodems en in Friesland op leemhoudende bodems in de Noordelijke Friese Wouden. De soort was er bijna verdwenen, maar is door een plaatselijke beheerder gestekt en op enkele plekken aangeplant.

Een derde meidoornsoort, de koraalmeidoorn ( Crataegus rhipidophylla ) is waarschijnlijk uitgestorven in Nederland, maar kruisingen met de tweestijlige meidoorn en de eenstijlige meidoorn (grootvruchtige meidoorn en schijnkoraalmeidoorn) komen als gestabiliseerde hybride populaties nog voor, zij het in Friesland zeer schaars. Om die reden worden deze hybriden als autochtone genenbronnen van belang gevonden. Ook met eenstijlige meidoorn kan de tweestijlige meidoorn hybridiseren (Basterdmeidoorn, Crataegus x media) en is dan vaak indicatief voor oude groeiplaatsen.

De hybride koraalmeidoorn - eenstijlige meidoorn, de schijnkoraalmeidoorn (Crataegus x subsphaerica en Crataegus x macrocarpa) komen zeldzaam als gestabiliseerde hybride populaties voor. De koraalmeidoorn heeft twee variëteiten en daarom twee verschillende hybriden, zowel met de éénstijlige als met de tweestijlige meidoorn. De schijnkoraalmeidoorn en de grootvruchtige meidoorn komen beide in de arealen van de één- en tweestijlige meidoorns voor.

Aanbevelingen

Meidoorns in heggen en houtsingels adequaat snoeien. Intensieve snoei is cultuurhistorisch van belang. Uitgegroeide bloeiende en vruchtdragende meidoorns zijn ecologisch waardevol. Een gevarieerd en cyclisch beheer heeft de voorkeur zodat er verschillende stadia naast elkaar voorkomen. Meidoorns in bossen dienen vrijgesteld te worden zodat de groeiplaats licht genoeg blijft. Vergroting van kleine populaties in de NFW is noodzakelijk, bij voorkeur door natuurlijke verjonging.

Jeneverbes

Juniperus communis

Ernstig bedreigd

De jeneverbes verscheen snel na de IJstijd en verdween daarna weer met uitzondering van het duingebied. Tenminste vanaf 3800 v. Chr. werd jeneverbes algemener. De bessen zijn in het verleden als specerij gebruikt. Uit de Steentijd is jeneverbes aangetroffen voor bogenhout en constructiehout van boerderijen. Op alle Waddeneilanden, met uitzondering van Schiermonnikoog, komen zeer kleine aantallen jeneverbessen voor, vermoedelijk deels ook aangeplant.

Aanbevelingen

Op de Waddeneilanden is bescherming en vergroting van de populatie noodzakelijk. Vrijstelling van de struiken is nodig. Op de Waddeneilanden is de jeneverbes merendeels een onderdeel van dwergstruikvegetaties.

Wilde rozen

Rosa ssp.

Veel wilde rozensoorten zijn ernstig bedreigd. Over het soortbegrip van de wilde rozen is veel discussie. Dat heeft alles te maken met de ingewikkelde genetica van de rozen. , Een aantal soorten wilde rozen zal al kort na de IJstijd onze streken bereikt hebben, tenminste vanaf 8000 v. Chr. Diverse rozentaxa kunnen waarschijnlijk als gestabiliseerde hybriden worden opgevat.

Ernstig bedreigd

kale struweelroos (Rosa vosagiaca), behaarde struweelroos (Rosa caesia), berijpte viltroos (Rosa sherardii), egelantier (Rosa rubiginosa), kleinbloemige roos (Rosa micrantha) en beklierde heggenroos (Rosa tomentella). Daarnaast zijn er gestabiliseerde hybriden: schijnkraagroos (Rosa x inodora), schijnheggenroos (Rosa x subcollina), schijnhondsroos (Rosa x subcanina) en schijnviltroos (Rosa x suberectiformis).

Bedreigd

viltroos (Rosa tomentosa), beklierde heggenroos (Rosa tomentella), schijnegelantier (Rosa x gremlii)

Deze wilde rozensoorten komen in Friesland alleen op de Waddeneilanden en in de Noordelijke Friese Wouden voor. De viltroos, de schijnviltroos en de berijpte viltroos komen alleen in de Noordelijke Friese Wouden voor. Van de berijpte viltroos is nog maar één exemplaar bekend. In de afgelopen decennia gingen nog enkele exemplaren aldaar verloren. De andere rozensoorten komen verspreid op de Waddeneilanden voor op de kalkhoudende duinzanden. De hondsroos en de heggenroos komen ook buiten de Waddeneilanden en de Noordelijke Friese Wouden voor, zij het schaars.

Aanbevelingen

Behalve de hondsroos, de beklierde hondsroos en de heggenroos zijn alle wilde rozensoorten zeldzaam tot zeer zeldzaam. Rozen zijn lichtminners die bij donker wordende milieus in bossen en struwelen in de knel komen. Natuurontwikkelingsprojecten kunnen zowel gunstig als ongunstig zijn afhankelijk van de mate waarin er rekening met de rozen wordt gehouden. Bosrandprojecten leiden vaak tot verslechtering van rozengroeiplaatsen. Belangrijk is om de zeer zeldzame rozensoorten te stekken en ex situ op te kweken, zodat ze voor vergroting van de bestaande bedreigde populaties aangeplant kunnen worden. Diverse wilde rozen zitten nog niet of onvoldoende in de nationale genenbank van wilde bomen en struiken (Roggebotzand). Een goede registratie van rozengroeiplaatsen en integratie ervan bij het beheer is hier geboden.

Laurierwilg

Salix pentandra

Bedreigd

Wilgen worden al eeuwenlang gekweekt en aangeplant voor velerlei doeleinden. Dat heeft vele hybriden en cultivars opgeleverd met eigen kwaliteiten met name voor de griendteelt. Overigens zijn hybriden met de laurierwilg zeer beperkt en nauwelijks in de griendteelt gebruikt. Wilgenhout is waardevol voor manden, visfuiken, wannen, bindmateriaal, zinkstukken, hoepels, klompen, huizenbouw enz. Wilgen zijn ook belangrijke nectarplanten voor bijen en de bladeren en twijgen waren ooit belangrijk veevoer. Wilgenhout is vanaf 5500 v. Chr. aangetoond, maar ongetwijfeld waren er al ver daarvoor wilgensoorten aanwezig.

De laurierwilg is in ons land een soort van de noordelijke provincies, waaronder de Waddeneilanden, behalve Vlieland. In Noord- en Noordwest Friesland zijn er verspreide waarnemingen, waaronder ook enkele aangeplante wilgen.

Aanbevelingen

De laurierwilg is op zich waarschijnlijk niet ernstig bedreigd of kwetsbaar. Toch is onderzoek naar oorspronkelijke groeiplaatsen van de wilde laurierwilg aan te bevelen om een goed beeld van de verspreiding ervan te verkrijgen. Daarmee kan een adequaat beheerplan opgezet worden voor het behoud van deze bijzondere wilgensoort.


Tekst: Lodewijk van Kemenade en Bert Maes. Meer informatie: wildebomen.nl.
U kunt op deze kennisbank reageren via het reactieformulier.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 11 okt 2024 om 22:43.